Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 215 Aan A.C. KrusemanDatum: 28 mei 1860 ubl
Waarde Vriend,
Mijn Zwager L.A. Bienfait, te Amsterdam heeft mij verzocht U te melden, dat hij wenscht zich te abonneeren op het Zondagsblad. Hij wenscht ook dit onder kruisband te ontfangen, met volgend adres: Mevrouw Bienfait
Keizersgracht bij de Hartenstraat
| |
[pagina 178]
| |
Want zoo het aan hem zelf wordt geadresseerd dan koomt het aan 't kantoor - en hij krijgt het eerst Maandag. - Donderdag zend ik U waarschijnlijk een korten brief - want er is schier niets om over te spreken. Maar ik kan U het stukjen onmogelijk voor Donderdag-Avond bezorgen - moet het dan toch eerst naar Leiden? - Dat zou lastig zijn. Bij gelegenheid moet ge mij zeggen - niét wat Gij zoudt willen geven - ik weet dat Uwe bekende Royaliteit licht te veel zou willen doen - maar wat Gij kunt geven voor mijn brieven in het Zondagsblad ... Ik woû jaarlijks met mijn pen en - ‘mijn luit’ graag cigaren, mijn kleêren, en mijn zakgeld verdienen! Lach er om - maar t'is waar. Dat moét. Wat stormt het vreeselijk en dat op 't laatst van de Mey-maand! Ach, zoo heeft het ook gestormd op het eind van de Mey maand mijns levens en heel mijn hof met zijn jong groen en bloeiende seringen is verwoest geworden! - Toch zou er nog misschien een lieve ZomerGa naar eind1. komen? Het zij; toch is het schóonste vernield! Dit is melankoliek. Ik eindig met een pinxterdichtjen, ook juist niet optimistisch, maar minder somber: wat ons ontbreek' op dit Pinxter, mijn vrind Niet - de Geweldig gedrevene wind! Met groeten en liefde, de Uwe P.A. de G. vliegend
Adres:
t.t.lb/>Boekdrukker
|
|