Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 206 Aan Broeders-medepredikantenDatum: [1] december 1859 gad
Amsterdam Dec. 59.
Waarde en geachte Medebroeders,
Het is mij niet mogelijk U allen in 't bijzonder te schrijven over een gewichtig besluit, dat ik dezer dagen - of beter, reeds bij het ziek- en sterfbed van de moeder mijner kinderen - genomen heb. Toch ik wil niet, dat Gij, die zooveel liefde hebt betoond in den laatsten, droeven tijd, over dit besluit, in den blinde zult oordeelen en daarom zend ik U ter lezing den Brief, waarmede ik aan onze Societeits-Kommissie van mijn voornemen kennis en, zooveel doenlijk, rekenschap gegeven heb. Wat mijn leven nu verder geven zal, weet ik natuurlijk nog niet. Maar ik heb goeden moed. En Gij zoudt dwalen indien gij meendet, dat ik mij door den slag die mij trof, hoe schrikkelijk ook, ten eenenmale verslagen voelde. Integendeel, ik voel mij door lijden geheiligd en te midden der droefheid en der zorgen, vol vertrouwen op God. Ook hope ik eerlang weder te Delft - en elders - te gaan preêken. En ik ben er op bedacht, als het mag, mijn leven zoo in te richten, dat ik het werk der evangelieprediking, volstrekt niet geheel behoef te laten varen. Daarom ook, wanneer ik niet nu, doch later, eens iemand uwer - en vooral diegenen onder u, die mij in den nood zoó broederlijk en krachtig hebben bijgestaan - eens van dienst kan zijn - ik hoop bereid te kúnnen wezen. Doch Gij moogt mij niet op onkosten jagen - gelijk ik het nooit iemand uwer deed - want waarlijk in de gegeven omstandigheden kan ik het mijne maar al te goed gebruiken en zonder ook ‘te werken voor mijn brood’ - zou ik er op mijn woord! niet komen. Voorts ontfangt dit eenvoudig schrijven en deze mededeeling als een bewijs mijner broederlijke liefde en achting. En blijft mij de Uwe bewaren ook waar ik thans naar mijne overtuiging, gedrongen en gebonden door velerlei teedere en heilige overwegingen, een weg volg, die ... wel, die ik hoop, dat ons niet van elkander zal scheiden of doen vervreemden. Gelooft mij
Uw liefh. vriend en Medebr. P.A. de Genestet | |
[pagina 170]
| |
Den Weleerw. Heeren
Maronier, te Leiden de Ridder, te 's Hage Tiele, te Rotterdam van Heyst, te Alkmaar Kruseman, te Nieuwkoop. Bok, Oude Wetering Scheltema, te Zwammerdam Scheltema } Gouda Labberton } Gouda Hattenga Haven Waddingsveen Rogge, Moordrecht van Leeuwen, Zegswaard van Oorde Haarlem P. van Oorde Hoorn
terug aan
P.A. de Genestet
ten huize van Mevrouw Bienfait. Keizersgracht bij de Leliegracht. te Amsterdam.
P.S. Ik verzoek U vriendelijk en dringend de rondzending van dit schrijven zooveel mogelijk te bespoedigen en den brief niet te laten liggen.Ga naar eind* |
|