Nagelaten brieven

Brief no. 201 Aan A.C. Kruseman

Datum: 30 oktober 1859

ubl

Waarde Vriend,

Hierbij de voorreden - gezien door onzen vriend^1., en merkelijk bekort en verbeterd door zijne zeer juiste kritiek. Hebt U een proef voor hem over? Zend er hem dan een! Voorts terug de proefjens van de Veer, - eindelijk nog een vaersjen van mij^2., niet van 3 maar van 2 pag. - ten besluite.

1. De voorreden voor de Chr. Volksalm. 1860, gecorrigeerd door Cd. Busken Huet.

2. Het vers ‘Onder den preekstoel’ in Chr. Volksalm. 1860, p. 100-103.

[p. 165]

Ik zal u de proeven van voorreden en vaersjens per omgaande terugzenden - en dan zijn wij klaar! Wij zullen nog het eerst verschijnen! Gij hebt van mij wel een beetjen last gehad, ik, liet u lang smachten naar het vaers bij de eerste plaat - maar ik ben toch tenslotte, voor U ook een kruis met rozen^3. geweest, niet waar? Adieu. Uw liefh.

P.A. de G.

wees zoo goed in de voorreden in te vullen op blz. 4. pag ... van Ina's: Alle Zeven, daar staat: Lijsters hebben een Christenhart.

3. ‘Een kruis met rozen’ (d.d. october 1859) in Complete Gedichten 1912, p. 267; in Chr. Volksalm. 1860, p. 170-172.