Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 200 Aan C.P. TieleDatum: 26 oktober 1859. ubl
Amsterdam 26 Oct. 59.
Lieve Vriend, ik woû dat ik alle grieven in de waereld zoo gauw en zoo goed op kon lossen, als die twee waarover Gij mij schrijft. Ad 1. ik heb onmiddellijk aan Kruseman geschreven om bedoelde fraze in den voorreden te schrappen. - 't Spreekt van zelf dat zij, niet zonder U goedvinden gedrukt kon worden. Schreef ik U toch immers ook, dat Gij proef zoudt ontfangen ter beoordeeling. Nu gij er geen vrede meê hebt - Basta, n'en parlons plus! Ad. 2 Ik vond Uw LongfellowtjesGa naar eind1. - hoewel ik billijke aanmerkingen heb op de maat, vrij - zonder melodieus te zijn - volstrekt niet zoó om niet te plaatsen! Ik heb U ook tegenover Kruseman volstrekt geen gek figuur laten maken. - Maar! toen ik in Augustus bij hem was - stelde ik als principe dat wij zoo weinig mogelijk - en slechts in geval van nood - vertalingen moesten plaatsen - een principe dat Gij ‘zoudt billijken’. Nu hadden wij al een vertaling van v. LeeuwenGa naar eind2. - aardig, doch lang en twee van S.J.v.d.B.Ga naar eind3. - daar ik een kleintjen van heb opgenomen. Van Erica, die meér gezonden had dan het morgenlied: die alle jaren wat zendt, die een jufvrouw is - wilde ik een bruikbare kleinigheid niet weigeren. - Over de vaersjens van de Veer - dit geheel onder ons s.v.p. - is een heeleboel | |
[pagina 164]
| |
te doen geweest, tusschen hem en mij. Ik kan U dat niet schrijven - maar ik wil het U later wel eens vertellen. Ik kon niet anders. Wat mij-zelf betreft, ik gaf begin Augustus aan Kruseman, wat ik had, om mijn goede wil te toonen - meenende dat het wel gebeuren kon, dat ik verder alles aan Ú overlaten moest. - Doch later ben ik, door U-zelf, geprikkeld om te doen wat ik kón. Want Gij hebt U zoo dapper geweerd en zoo trouw geholpen - dat ik ook mij beijverd heb om de plaatjens zoo goed mogelijk te bezorgen. Eindelijk - zoo gij vraagt, waarom ik U de Longfellowtjes niet teruggezonden heb - moet ik eenvoudig andwoorden: Omdat ik nog altijd dacht er een ander van te laten drukken, zoo noodig - maar ik kreeg bladz. 164, met Uw ‘Offer eens levens’ nog onvoltooid - toen ik dacht dat we nog niet verder dan pag. 140 zouden zijn! - En nú wilde ik de vaersjens maar houden - voor later, ten minste iets daarvan - wat ik niet begrijp is dit, dat ik Uw vaersjen ware liefdeGa naar eind4. niet in de inhoudsopgave zie. Ik heb er toch de proef van gehad! - Met mijn lieve vrouw gaat het sedert Donderdag ll. veel minder. Deze nacht was voor het eerst weêr eens wat redelijk. Doch wij hadden treurige dagen en nachten. Ook leed zij - meer dan zij tot nu toe deed - door gedurige benaauwdheid. Och, vriend, het is zoo hard en zóo pijnlijk! Mijn preekbeurten zijn bezorgd tot en met 21 Nov. Wilt en kunt Gij 28 Nov. of 5 Dec. - Uw aanbod is mij zeer lief! Schrijf ge 't mij eens, wanneer Gij kunt? Groet de Uwe en geloof mij
Truly Yours P.A. de G.
De nieuwe teekenen heb
|
|