Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 195 Aan A.C. KrusemanDatum: 13 oktober 1859 ubl
Amsterdam 13 Oct. '59 Waarde Vriend, Al pagina 144!
Ik schrik er van. ik had nog meer proeven van den popul. Comm. van Ds de VeerGa naar eind1., die ik verder op als bladv. wilde laten volgen - maar nu moeten zij maar bij elkaêr achter de reeds bestaande onder hetzelfde hoofd worden gedrukt. Hij zond ook mij zijn proefjen terug. Hiernevens wat er nog bij moet. De uitgeschrapte natuurlijk niet. Ik ontfing ook van U een persrevisie (meen ik altans!) van mijn Levensbeelden. En gij had mijn proef nog niet terug! Die gaat hierbij. Ik moet er dus nog persrevisie van hebben, want het stukjen was niet goed gedrukt, als Ge ziet. Gij ontfangt ook heden of morgen nog een voorreden, die ik eerst aan Ds Huet ter lezing zend. TieleGa naar eind2. moet die ook zien - om er zijn zegel op te drukken. Ik heb zoo noodig nog een vaersjen van mij voor U van een pagina of drie - maar ik moet het nog opschrijven. Mij dunkt, dat het boekske er wel goed zal uit zien - schoon het nog beter moet worden. - | |
[pagina 160]
| |
Met mijn zieke is het, helaas, weer minder goed, sedert Zondag! ‘De Wind was Noord’Ga naar eind3.. Vaarwel, Uw liefh. P.A. de G.
Daar ontfang ik zoo even nog proef tot pag. 164. De vaersjens van Ds de Veer moeten er evenwel noodzakelijk nog bij - anders krijgt ik gehaspel en wij moeten onze brave wakkere medewerkers te vriend houden. Zend hem ook proef s.v.p.! vliegend. |