Nagelaten brieven

Brief no. 187 Aan C.P. Tiele

Datum: 28 september 1859

ubl

Amsterdam 28 Sept. 59

Carissimi, ik koom nú terug op het verzoek, dat ik reeds voorlopig tot U richtte. Wilt Gij nog eens - onder de gewone voorwaarden - voor mij preêken. 2. Octo preekt Maronier^1. 16, Rauwenhof, kunt Gij 9. of 23. voorm. tien uur? - Andwoord mij s.v.p. zoo spoedig mogelijk, adres Mevr. Bienfait, Keizersgracht bij de Leliegracht. De toestand mijner lieve zieke blijft over t' algemeen zoo dezelfde als ik laatst schreef. Alleen zij wordt steeds zwakker - en is de laatste dagen zeer dof. Onze treurige overtocht hebben wij Zaturdag II. nog al betrekkelijk goed volbracht. Maar het had ook niet langer moeten duren! Wie had mij gezegd dat ik ooit op die wijze door Amstels grachten varen zou! Ach, het was zoo diep melankoliek.

Wij krijgen voor den Chr. Volksalm. wellicht nog een stukjen van Huet en van Ina. Daarvoor moet - als er geen plaats is - de - ‘Drie avonden’ blijven liggen - vindt Gij ook niet?

Als Gij eenigszins kunt preêk dan 9 Oct, Vergeef mijn haastig schrijven. Behalve mijn groote Zorg - heb ik er nog zooveel andere, mijn bakers en mijn kindermeid worden ook steeds ziek, en, hoeveel mijn moeder en zuster ook

1. J.H. Maronier van 1851-1893 predikant. Proponent 9 november 1851; was van 1851 tot juli 1853 predikant te Leiden; sedert 21 augustus 1853 te Noordwijk. Op 1 Mei 1893 legde hij zijn ambt neer.

[p. 155]

voor mij doen - ik moet er mij dan toch ook meê bemoeien! En dan nu nog te Delft heb ik ook van hier uit te zorgen voor mijn verwoeste huishouden! Groet de Uwe en Vaarwel.

Truly Yours

P.A. de G.