Nagelaten brieven

Brief no. 165 Aan A.C. Kruseman

Datum: 4 mei 1859

ubl

Delft, 4 Mei 59, -

Waarde en geachte Vriend,

Ontfang mijn hartelijken dank voor Uw lief briefjen - de presentexemplaren van mijn vaers - en het andere present, dat ik, ofschoon rentenier op mijn manier, best gebruiken kan in den tegenwoordigen tijd van ‘gedaalde metal-

[p. 137]

lieken’ - Diezelfde tegenwoordige tijd heeft ook al invloed gehad op de keuze mijner tweede vrouw. Ik voel iets voor De fiere Maria Theresia^1.

De ‘koning’ der Hongaren!

met haar twee kroonen en zestien, zegge 16, kinderen! t'Is een edel beeld van Liefde en heldenmoed - er is waarachtig wel iets van te maken, om Tollens stopwoord; als Beets zegt; in dichterlijk enthusiasme oók eens te gebruiken! Valt ze mij tegen dan herdoop ik haar in haar ongelukkige dochter Maria Antoinette!

Ik hoop dat Gij mij niet kwalijk zult nemen, dat ik Dr. Pierson verzocht heb in mijne plaats een bijdrage voor het Scheffersalbum te schrijven. Gij - of liever het Album wint zeer veel bij de ruil! Gij zult er zeker meer dan vrede meê hebben, vermoede ik, even als Westrheene^2.. Ach, mijn sympathie voor die zaak is zoo spoedig naar de maan geweest - en mij dunkt, de smaakvolle uitgever van zooveel goeds - zal met leede oogen neêrzien op dát werk ook!

Ik zend mijn present-exemplaren nu maar aan Pierson.

Die platen en plaatjens weten wat in ons land! - Het kostuum van Maria Theresia deugt toch niet voor Maria Antoinette. - Uw boek houd ik nog eenige dagen - als het te lang duurt, telegrafeer er dan maar om s.v.p.!

Met handdruk en groeten
de Uwe

P.A. de G.

8 Mei 59

P.S. Dit briefjen werd reeds Woensdag geschreven - maar ik zond het niet op, wegens een gedachte, die mij juist inviel toen het af was, nl. deze: ik dacht aan de hertogin van Orleans^3., ik herinnerde mij dat er een portret van haar bestaat, ongeveer in den form van Uw historische vrouwen: ik wilde U proponeeren zoo 't kon haár in Uw bundel op te nemen, en deed onderzoek naar dat portret - maar tot heden vruchteloos. Zoudt U er nog eens over willen denken, t'is dunkt mij der moeite waard. Gij hebt toch dat mooie boekske gelezen onlangs verschenen ‘La Duchesse d'Orléans’ - door - wie weet men niet? Ik beveel het U aan. Als het eenigzins mogelijk was zou ik zoo innig gaarne willen dat gij aan dit plannetjen gevolg kost geven!

Adio.

t.t.
P.A. de G.

Adres: Weledelen Heere A.C. Kruseman
Boekhandelaar en uitgever
Haarlem.

1. Maria Theresia (1717-80), koningin van Hongarije en Bohemen, aartshertogin van Oostenrijk, later keizerin.

2. Tobias van Westrheene bezorgde het ‘Scheffer-album’.

3. In ‘Historische Vrouwen’ komt het gedicht op de ‘Hertogin’ niet voor. Wèl in Compl. Ged. 1912, 29-33 (gedateerd 1848).