Nagelaten brieven

Brief no. 139 Aan C.P. Tiele

Datum: 16 december 1857

ubl

Carissime, Misschien weet gij, misschien ook niet, dat ik ten gevolge mijner ongesteldheid, op ernstigen raad van de Fakulteit, gedurende eenigen tijd mij onthouden moet van geestelijke inspanning, met name van preêken.

Noode is mij vergund om de twee, drie weken, mijn trouwe hoorders eens toe te spreken. Eigenlijk zelfs is het mij niet vergund, maar ik heb die vrijheid bedongen. En nu kome ik U - bereidwillige vriend - dringend vragen, ook namens mijn kerkeraad, of gij ons eersten Kerstdag, des morgens of des avonds half zes, - of tweeden Kerstdag 's morg. helpen wilt. Ik heb zoo'n klein weinigjen op U gerekend - eerlijk gezegd!

Met Januarij zal de Ridder^1. mij een keer of wat, om de 14 dagen s'avonds te hulpe komen. Wees dus niet bang dat ik het U verder ook lastig ga maken. Huet en Pierson komen mede nog eens preêken. En voor het overige - wij sterken aan! Verl. Zondag heb ik zelf weer gepreekt, na vier Zondagen zwijgens, en mijn kindjen gedoopt.

t' Is mij perfekt bekomen. Doch met dit gure weêr mag ik er niet uit. Anders had ik grooten lust gehad zelf eens een middagjen te Rotterdam te komen.

Hebt gij evenveel pliezier van onzen Christelijken, als uw Confrater, gelijk Mounier^2. in de Godgeleerde B. mij noemde ten vorigen jare ...?

Groet Uwe vrouw van mij - En, beste kaerel, doe voor mij, wat ge kunt. Ik behoef U niet te zeggen, dat mijn huis voor U open staat. 's Morgens preêkende zoudt Gij per trein van half vier des noods uit Rotterdam kunnen gaan. De Walsche kerk begint - als Ds Marcus^3. uit Rott. mocht komen - ook een beetjen later. Reville en Pierson evenwel kwamen om acht uur. - De Laatste was gisteren een middag en avondjen bij mij en we bespraken een plannetjen, waarin Gij ook gemoeid zult worden - als er iets van koomt, dat we hopen.

1. J. Herman de Ridder, Remonstrants predikant te Gouda en te 's-Gravenhage. Van 1853-87 stond hij in de laatstgenoemde gemeente. Op 1 juli 1887 legde hij het ambt neer; hij stierf in 1893.

2. D. Mounier in Godgeleerde Bijdragen, 1856.

3. Ds P.J. Marcus, Waals predikant van 1847-71.

[p. 118]

Hebt Gij de Levensstudiën van Prof. Pruys v.d. H.^4. gelezen?

Geloof mij van harte,

Uw liefh. en naar andw.
begeerige Vriend.

P.A. d G.

vh.
16 Dec. '57.

Adres:
Weleerwaarden Heer C.P. Tiele
Bed. bij de Remonstrantsche
Gemeente, Rotterdam.

4. C. Pruys van der Hoeven: Levensstudiën, 1857. Uitgegeven door Gebr. Koster, Amsterdam.