Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 109]
| |
Brief no. 130 Aan G.J. de ClerqDatum: [poststempel 18 september 1857] uba
Donderdag-avond.
Beste Gédé ziehier een nader verslag van t'een en ander, dat mij verhinderde heden tot U te komen. Mijn eerste plan was per trein van half vijf naar Rotterdam te gaan en Hubrecht een telegraafjen te zenden, dat ik eten kwam. Want dezen middag had ik eenige noodige treurige bezoeken te brengen. Maar op t'ontfangen van Uw turf, die ons verheugde, veranderde ik mijn plan, en dacht om eén uur naar R. te stoomen, en wat vroeger van dáár terug, dan gewoonlijk. Daar staat op eens Zuster Dina voor onze oogen, die per eersten trein van Bloemendaal arriveerde om nog een dagjen met ons te zijn! Ik telegrafeer u daar op, wat ge weet. En dat is maar goed geweest ook. Want mijn Jetjen heeft van daag weer dezelfde krampjens en krampen van vl. Dinsdag gehad - zoodat wij ons nog al agiteerden en ik zeer blij was thuis te zijn. Nu is 't weêr wat beter - en wij willen hopen, dat het zoo blijft. Voor alle sekuriteit is evenwel, alles in orde. Ik vrees thans, dat er van mijn spoedig kraambezoekGa naar eind1. ten Uwent, niet veel komen zal - en Gij moet maar eens zoo gauw mogelijk hier verschijnen om U te laten feliciteeren. Doet Lard Zondag zijn intreê? 't Zou mij toch vreeslijk spijten, als ik daar òok niet bij kon tegenwoordig zijn. Maar als ik niet gerust kan gaan - blijf ik thuis. Dat alles met de lieve Moeder en dochter wèl blijve gaan - zoo als nu. Kunt gij schrijf ons dan een regeltjen nog - en anders koom zelf! Groet allen te R. van mij. en wees zelf ten hartelijkste gegroet van moê Uw liefh. P.
Adres:
|
|