Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 118 Aan de Heer en Mevrouw De Clercq-KleinmannDatum: 28 februari 1857 uba
Amsterdam, 28 febr. 57 Lieve beste Vrienden,
niet veel kan ik - maar toch een woord wil ik U schrijven om U te zeggen hoe wij op dezen dag aan U denken, met vele gedachten. Ook zonder brief zoudt Gij dat wel weten, maar t'is mij toch goed het uit te spreken. Deze dag had voor U kunnen zijn een der liefste feestdagenGa naar eind1., die er zijn in het menschenleven. Onze God heeft dat anders gewild. Gelukkig dat wij over het menschenleven niet al te geborneerd denken ... Mijn Mia is sinds wij hier zijn, Donderdagmiddag, gantsch niet fiksch geweest, ten gevolge van vermoeienis en gevatte koû. Indien mogelijk, heb ik bij haar bedjen gezeten, nog meer dan anders gevoeld, al wat Gij mist. Zij is nu op haar moeders VerjaardagGa naar eind2. gelukkig veel beter en mag opstaan. Wij hopen dat zij de koorts niet terug zal krijgen. Ik ben altijd heel melankoliek als dat kind wat scheelt, want dan is zij zóó dubbel aandoenlijk en lief en daar kan ik niet tegen. - Met onze ClaudineGa naar eind3. gaat het langzaam, maar zeer langzaam vooruit. Zij heeft schrikkelijk geleden. Daar mag nog niemand bij haar komen. Ach, wat maken die kindertjens als zij komen ... of - gaan - toch een ontroerende beweging om zich heen! Wij vieren Jetjens feestdag stil omdat het morgen toch Zondag en groote familiedag is. Ik heb dus ook met Aad en Goos besproken dat wij hen liever een andere maal vragen, daar wij, zoo wij hen noodigen, ook de heele familie moesten hebben. - | |
[pagina 100]
| |
Van middag vijf uur, het feestuurtjen van verleden jaar, zullen we bij U zijn in den geest. Ontfang veler deelnemende groeten - van mijn jarige bovenal. De Heer zij met U en trooste U naar onze gebeden.
Uw hartelijk liefh. P.A.d.G.
Adres: Weledelen Heere G.J. de Clercq
|