Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 105 Aan C.P. TieleDatum: [september/oktober] 1856 ubl
Maandag-avond
Caro mioGa naar eind1., ik ontvang zooeven van U voor 5 centen getob - Laat ons eens gaauw kijken of het een oortjen waard is. Zoodra ik in 't land terug ben gekomenGa naar eind2. - juist heden voor 14 dagen - heb ik door de goede hulpe mijner vrienden aan uw oomGa naar eind3. het volgende kunnen ter hand stellen: Een goed begin proza door Huet. poëzij Jonge roeping door P.A. de G. } 2 vel. poëzij In gelukkige dagen door C.v.d. Hoeven } 2 vel. proza Een gedachte over (de welsprekendheid van) Monod, door Pierson. poëzij Bede om geloof door v.d. Bergh } 3 vel en meer. poëzij Hoe en waar? door P.A. de G. } 3 vel en meer. proza Twee hoeden, door xx, een uitnemend Chr. novelle. | |
[pagina 91]
| |
Mij dunkt, dat ik mij van mijn Redacteurspligt goed gekweten heb! Zoo er vaersjens naast elkander zijn gedrukt, dan is dit geschied volgens het lijstjen der volgorde, dat ik Uw Oom gezonden heb. En dat kan volstrekt geen kwaad ook, want ik zal wel zorgen, dat er genoeg poëzij is. 'k Heb zelfs een vaers liggen, helaas! dat er in moet en dat ik wel voor een ƒ 3. missen woûGa naar eind4.. Nu verder: wij hebben nog de ‘Arminius’ van Rogge - en een bijdrage van Vollenhoven - ik rekende dat samen op twee vel. Na dezen weet ik niet meer, wat er nog is - dan de vaerzen, die ik ‘leveren’ zal. Tenminste twee, drie van mij-zelf liggen zoo goed als gereed. Maar Gij zult van Uw vrienden toch ook wel wat ontfangen hebben? ‘Liberaliteit’ moet uitgesteld blijven tot aanst. jaar. Ziedaar het een en ander vast om over te denken. Woensdag moet ik te Rotterdam wezen. Ik doe al mijn best U tegen 3 uur, wat vroeger, wat later, eens te komen bezoeken. Dan kunnen wij bepraten wat er te doen is. Mijn reis, door God gezegend, heeft mij zeer veel goed gedaan naar lichaam en geest. Sinds twee Zondagen preêkte ik met nieuwe kracht en lust. En vele goede dingen, ook een vernieuwd dichterhart bracht ik meê van de bergen van Zwitserland en Tirol. Al de mijnen bloeien. Ik hope U dus Woensdag te zien. - ook bloeiend, en gelukkig, met de Uwe - en ben intusschen, verlangend U de hand te drukken,
Uw P.A. de G.
P.S- Bij dát plaatje heb ik niets. - voor EstherGa naar eind5. zal ik een regeltjen of wat schrijven. |
|