Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 74]
| |
Brief no. 85 Aan C.P. TieleDatum: 11 september 1855 ubl
Delft 11 Sept. '55
Mijn Vriend,
Gij hebt zeker mijn pakket reeds ontfangen? Hierbij gaat nog een klein vaersjen van TollensGa naar eind1. ... niet te Rijswijk ... maar te Batavia ... het onderscheid is wel ‘hemelsbreed’. De Vader gaf het nog heden - omdat hij mij toch iets wilde geven en zelf niets had. Nu bedelen en dwingen doe ik niet, omdat ik zelf al te wel weet hoe embêtant dat is. 't Bewuste vaersjen is lief en goed. De reden van mijn schrijven is een dringend verzoek aan U, om een samenkomst en ... een preêkbeurt. Hoor eens! Zondag 23 Sept. D.V. moet ik te Rijswijk prediken. Dat heb ik verleden jaar beloofd. Toén is er niet van gekomen. Nu kan ik er met geen mogelijkheid af. Wilt en kunt Gij dan voor mij optreden, liefst des morgens tien uur? Om de kosten behoeft Gij U niet te bekommeren. Gij koomt dan Zaturdag-avond, logeert bij mij, zeer huiselijk en gemakkelijk en blijft den Zondag. Wij kunnen dan eens redeneeren en verhandelen wat er te verhandelen is. Mij dunkt Gij zoudt daar wel aan doen! Ik van mijne zijde zal het in allen deele U zoo prettig en makkelijk maken als ik maar kan. Uw toestemming zal mij helpen en verkwikken en verblijden ... Een avonddienst kan mij nù niet baten - niet goed tenminste. Anders kan ik daarvoor de hulpe wel naderbij vinden. Doch, geloof mij, t'is niet alleen om die beurt vervuld te krijgen, dat ik U zoo dringende vraag - maar ook en niet minder om eens met U samen te zijn en te spreken. Ik vereenig het nuttige, noodige en aangename. Dus vriend, wat Gij doen kunt, doe dat. Ik verbeeld mij, dat Gij het met Uw Gemeente en de Goudsche broeders wel zult kunnen schikken. Ziet Gij geen kans - Wat ik toch maar niet hope! - om te doen naar mijn verzoek - och zeg mij dan of ik te met ScheltemaGa naar eind2. uit Gouda ook niet met eenig goed gevolg zou kunnen vragen. 't Spreekt van zelf dat de reiskosten vergoed worden minstens zeker met ƒ 10. Doch liever - om al wat ik gezegd heb en nog meer - liever meld mij spoedig dat ik op U mag rekenen. Uw JohannesGa naar eind3. ligt voor mij - doch ik kan er U nog niet over schrijven. 't Boek is pas gekomen. Groet met achting de Uwe van mij, schoon bekend en geloof mij van harte
Uw P.A.d.G. |
|