Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
Delft 31 Mei 55. (?)
Liefste Vrienden,
Ik koom mijn ‘natjen en mijn droogjen’ en een bed bij U vragen tegen Maandag aanst. D.V. arriveer ik per laatsten trein, dat is s'avonds tegen half elf te Rotterdam want ik ben bedorven voor een heelen dag als ik Dingsdag vroeg moet komen. Waarschijnlijk als Gij mij hebben wilt, blijf ik tot Donderdag. Last zult Gij niet van mij hebben. Alleen zult Ge mij een ontzachlijk pleizier doen wanneer Gij Maandag avond geen slaap hebt, daar ik zeer innig verlang U te zien en te spreken en daar Dingsdag den gantschen dag niet van komen zal. Wij zijn hier alle heel wel; hadden in-gelukkige Pxdagen met Aad en Goos. Niets ontbrak aan ons genot dan dat Gij eens eventjens onverwacht waart komen eten. Ik had het half en half gehoopt. Vergeef het leelijke woord om het mooie idee. Jetjen-mijne groet U veel duizendmalen en ik ben, met hart en ziel,
Uw ouwe-trouwe P.A. de G. |
|