Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
Weledele Heer en Vriend,
Ik heb dagen achter elkander gesukkeld met een dikken wang en kiespijn: zoodat ik geen lust had om iets te doen of te denken zelfs. Anders zoudt Ge mij zeker nog eens bij U gezien hebben, om te spreken over de zaak-TaurelGa naar eind1. enz. Die kiezenhistorie heeft dan ook mijn DriebergenschGa naar eind2. plannetjen in duigen doen vallen. Morgen reizen wij weder heen naar Delft. Vandaag hadde ik U nog even willen opzoeken - maar het schriklijk najaarsweêr heeft mij thuis gehouden. Den Heer Taurel heb ik niets geschreven - want ik wist op mijn woord van eer niet wat ik hem eigentlijk schrijven zou. Hiernevens zijn brief en mijn proef terug. Acht gij het nu nog dringend noodig dat ik Taurel schrijve - meld het mij s.v.p. en ik zal een briefjen verzinnen. Geloof mij met oprechte achting en toegenegenheid,
Uw dr en vriend
Bloemendaal
P.S. In de proef is veel geknoeid en veranderd. kan ik het nu gerust overlaten of acht Gij het noodig dat ik nog revisie krijg? Adres: Weledelen Heer A.C. Kruseman
|
|