Een van de officieren, een Pers uit Gaugamela, waarschuwde hem.
‘De priesters van Marduk zijn bekwame sterrenwichelaars, heer! Het is ons, stervelingen niet geraden hun voorspellingen te betwijfelen.’ Maar een ander merkte op:
‘De priesters hebben tijdens de afwezigheid van de koning schatten verzameld. Hun tempel is rijk geworden. Misschien zijn ze bevreesd, dat Alexander hun zware belastingen zal opleggen en willen ze hem daarom buiten de stad houden.’
Weer glimlachte de koning.
‘We zullen zien,’ besloot hij en zonder aarzelen ging hij de poort in, door de straten, waar hij luid toegejuicht werd, naar het paleis. Daar wachtte Nearchus hem en tot laat in de avond zaten de koning en zijn vriend op het dak te praten. Er woei een frisse wind. De sterren flonkerden. In de straten flakkerde het licht van toortsen en flambouwen.
Nearchus bracht een breedvoerig verslag uit van zijn reis langs de Perzische kust en over de Indus. Daarna stelden ze een plan op voor een kruistocht over de Kaspische Zee. En het was al nacht, toen ze zich eindelijk ter ruste begaven.
Alexander sliep die nacht slecht. Herhaaldelijk werd hij wakker. Eindelijk stond hij op om in de rivier te gaan zwemmen, maar onderweg kreeg hij koorts, zodat hij moest terugkeren. Die dag werkte hij nog, maar hij voelde zich erg zwak. 's Avonds liet hij Nearchus bij zich komen om hun plan verder te bespreken. Het was het laatste gesprek, dat de beide vrienden voerden. Daarna herkende Alexander niemand meer. Twee dagen en nachten lag hij te ijlen. Eindelijk werd hij rustiger. De koorts scheen te zijn overwonnen en de geneesmeesters durfden zelfs weer hoop te koesteren. Op de voorhof van het paleis en in de straten verdrongen zich drommen mensen. Zodra de koning vernam, dat ze van heinde en ver gekomen waren om te horen, hoe het hem ging, verzocht hij hen bij hem toe te laten. In lange rijen liepen ze langs zijn rustbed. Alexander kon niet meer spreken, maar hief telkens zijn hand op om hen te begroeten. Slechts enkele uren nadat de laatste vertrokken was, maakte een heraut met een omfloerste trommel het droeve nieuws bekend: ‘De koning, onze heerser, is gestorven......!’