suggereert respect voor elkaars meningen. Zo zegt Luns allereerst dat het Nederlandse standpunt ‘met overtuiging’ naar voren is gebracht. Dat is iets anders dan dat minister Scholten hem overtuigd zou hebben. ‘Met overtuiging’ betekent hier niets anders dan: ‘De heer Scholten geloofde zelf in wat hij naar voren bracht.’ Misschien was dat niet helemaal of zelfs helemaal niet waar. Maar Luns had moeilijk kunnen zeggen: ‘Eén ding is mij duidelijk geworden: zelf geloofde die Scholten ook niet in het nonsensverhaal dat hij hier moest vertellen.’
Behalve die overtuiging bleek minister Scholten volgens Luns ‘welsprekendheid’ aan de dag gelegd te hebben. Dat is een niet mis te verstaan compliment. Want voor hetzelfde geld had de secretaris-generaal kunnen zeggen: ‘Die Scholten loog niet alleen, maar hij stotterde ook en sprak met consumptie. En verder is ie als redenaar maar een beginneling.’
Luns keek wel uit. Trouwens: welke minister is niet welsprekend? Welsprekendheid is op zichzelf een loos begrip. Het stelt niets voor. Holle vaten klinken het hardst. De volzin van Luns die we hier ontleden is ook heel welsprekend. Maar wel onzinnig. Prietpraat, politiek jargon.
De Nederlandse minister had zijn betoog ook nog ‘van veel details voorzien’. Dat is wel zeer verrassend. Want in het algemeen roepen Nederlandse ministers alleen maar ‘vóór’ of ‘tegen’. Ze zijn altijd binnen tien seconden klaar met hun betoog. In het Nederlandse parlement wordt ook nooit gedebatteerd. Niemand heeft er behoefte aan argumenten naar voren te brengen waarom hij voor of tegen een bepaalde zaak is. Men stemt gewoon. En verder geen gedoe.
In het licht daarvan was het wel zeer opvallend dat minister Scholten, net zoals zijn collega's uit andere landen, een redevoering hield die van veel details was voorzien. Ja, toen werd het nog laat voor de lunch.
Hoe dan ook: drie nietszeggendheden op een rijtje. Een verklaring zonder inhoud.
Waarom dan maar niet liever helemaal niets gezegd?
Dat kon Luns natuurlijk niet doen. Hij moest iets zeggen over het afwijkende standpunt van de Nederlanders. En daarom zei hij iets dat suggereerde dat de minister alles uit de kast had gehaald om zijn standpunt te verdedigen. Maar ja, uiteindelijk kwam het erop neer dat Luns verklaarde dat de minister een grote jongen was die keurig zijn boodschap had gedaan.