Het bedenken van zetten bij het schaakspel brengt nieuwe combinaties op het bord. Bij het doorrekenen van de zetten weegt de schaker de mogelijkheden voor verder spel en de mogelijke tegenzetten tegen elkaar af. Maar schakers zijn niet alleen afhankelijk van hun rationele vermogen om het spel uit te denken, met behulp van de opgeslagen kennis in hun geheugen. Zij mogen af en toe (en grote schakers waarschijnlijk geregeld) rekenen op invallen, oplossingen die zich aandienen en die later soms perfect blijken te zijn. En op dit punt vertoont het werk van schakers en schrijvers de raakvlakken waar ik op doel. Ook de schrijver denkt enerzijds systematisch en is aan de andere kant afhankelijk van invallen. Dus ook de schrijver weegt, oordeelt en verwerpt en kiest ten slotte voor een gevonden oplossing. De keuzes die hij moet maken, spelen zich af op vele niveaus, tot aan de kleinste toe. Welk beroep moet zijn hoofdfiguur uitoefenen? Is hij getrouwd, alleenstaand of laat de schrijver dat in het midden? Hoe zal het verhaal zich ontwikkelen? Gaat de hoofdpersoon op vakantie of speelt het verhaal zich af in de buurt van zijn huis? Misschien zijn dit vragen van triviale aard, maar ze moeten toch stuk voor stuk een antwoord krijgen. Dit geldt evenzeer voor de vele vormgevingsproblemen die om een oplossing volgens retorische en romantechnische regels vragen. Speelt het verhaal zich af in de tegenwoordige of in de verleden tijd, is de hoofdpersoon een ‘ik’, een ‘hij’ of ‘zij’, of noemt de schrijver hem of haar gedurende het hele verhaal bij de voor- of achternaam? Is de kennis van de schrijver alom tegenwoordig, zweeft hij als het ware als een geest boven de wateren, of weet hij zogenaamd niets meer dan de personages? De schrijver moet keuzes maken en soms, al schrijvend, moet hij eerder genomen keuzes herzien.
Dan zijn er vervolgens de psychologische aspecten van het verhaal. Hoe staan zijn hoofdpersonen er psychisch voor, in welke verhouding bevinden zij zich tot elkaar en welke ontwikkelingen maken zij door tijdens het schrijven?
Sommige beslissingen nemen schrijvers, net als schakers, op basis van nadenken en redeneren. Andere dienen zich schijnbaar spontaan aan. Sommige oplossingen lijken zelfs onontkoombaar. Soms gaat een verhaal als vanzelf een eigen kant op, en een geheel andere dan de schrijver vooraf had voorzien.
De schrijver zit achter zijn werktafel en denkt na over de voortzetting van het werk dat hij onder handen heeft. Beelden komen uit zijn geest naar voren; soms kost het hem nachtrust, als hij zich ongelukkig voelt omdat een bepaalde wending in zijn boek niet goed zit. Voor hetzelfde geld valt de juiste oplossing hem de volgende ochtend als het ware gratis in de schoot. Vaak wordt die oplossing in een later stadium weer verworpen. Dat is gelukkig een verschil