Het toppunt
Mijn dochter nam plaats op de stoel tegenover mijn bureau.
‘Pappa,’ zei ze. ‘Waaraan kun je zien dat er olifantengehakt op je bord ligt?’
Ik was juist met iets ingewikkelds bezig en raakte daarom onmiddellijk het spoor bijster waarop mijn gedachten moeizaam balanceerden.
‘Vertel het maar,’ zei ik.
Zij spreidde haar armen uit.
‘Zúlke ballen!’
Ik lachte beleefd, boog mij weer over mijn boek en zei:
‘Heel leuk. Pappa gaat nu even verder met zijn proefschrift.’
Ze was nog niet van plan om weg te gaan.
‘Weet jij het toppunt van ijdelheid?’
Behalve mijzelf kon ik niets bedenken.
‘Een brilslang,’ zei ze. ‘Met contactlenzen.’
‘Juist,’ sprak ik sullig.
‘En het toppunt van stupiditeit?’
Hier bevond ik mij op bekend terrein. Een menigte personen streed als bij toverslag om de voorrang.
‘Als die slang z'n contactlenzen kwijtraakt,’ riep mijn dochter.
Zij ging er eens gezellig bij zitten en deelde mij mede dat zij voor haar verjaardag, de volgende