Genoegens van weleer
(1976)–Rudolf Geel– Auteursrechtelijk beschermdRudolf Geel, Genoegens van weleer. De Bezige Bij, Amsterdam 1976
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Genoegens van weleer van Rudolf Geel uit 1976.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (2, 6, 8, 50, 94, 96, 110, 112, 159) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
GENOEGENS VAN WELEER
BBLITERAIR
[pagina 3]
Rudolf Geel
GENOEGENS VAN WELEER
Verhalen
1976
de bezige bij
amsterdam
[pagina 4]
No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
Copyright © 1976 by Rudolf Geel
Omslag Pieter Breughel de jongere Dia Koninklijke Musea voor schone kunsten van België
Zetwerk Infonet met Infotec 7000
Druk Hooiberg Epe
ISBN 90 234 0546 3
[pagina 5]
inhoud
De rivier, grijs en vuil 7 |
Genoegens van weleer 49 |
Witte duiven 95 |
Buitenleven 111 |
[pagina 160]
LEES OOK VAN RUDOLF GEEL:
BITTER & ZOET
tweede druk
‘Geel snijdt in deze verhalen een boeiend thema aan (“hoe moeilijk het is om iets vast te houden”), in een stijl zonder inzinkingen....
“Sweet and bitter fancy” zijn onontwarbaar verweven, de verhalen zijn constructies, de schrijver is een zelfbewust en toch luchthartig commentator op de juiste toonhoogte, zelf geheel afwezig en toch superieur.’ - Gerrit Komrij in Vrij Nederland
‘Wat Geel doet in zijn verhalen is eigenlijk erg moeilijk: het voortdurende terugspringen van het heden naar het verleden, vandaar naar een ander stuk verleden, een herinnering, een hypothese hoe het geweest zou kunnen zijn, vooruitlopen op het slot - al deze technisch moeilijke zaken doet Geel onopgemerkt, haast spelenderwijs.... Logisch en natuurlijk loopt alles in elkaar over. In Bitter & Zoet verlegt hij zelfs een keer zijn observatiepunt van de ik-figuur, die alleen zijn omgeving kan waarnemen en daarvan het zijne denken, naar de hij-figuur, die als een geest boven de wateren zweeft en alles tegelijkertijd kan waarnemen en beoordelen. Ook dit goochelkunstje verricht Geel zonder enige merkbare inspanning. Zó schrijven, denk je onwillekeurig, is eigenlijk helemaal niet moeilijk; een fout die al ontelbaren gemaakt hebben.
Voeg daarbij een heldere stijl met stille humor en een geheel eigen “toon” en je krijgt drie verrassende verhalen die (hoogste criterium!) herlezen zullen worden.’ - Bob den Uyl in de Haagse Post