‘Twee brieven?’ herhaalde zij, met een fijne glimlach.
‘Waren er meer?’
‘Niet als hij die niet gegeven heeft.’
‘Na zijn dood heb ik geen andere gevonden.’
‘Ik hoef ze niet meer te lezen,’ zei Thérèse.
Ik wachtte enige tijd en vroeg daarna aarzelend:
‘Wil je mij over mijn vader vertellen? Hoe je hem gekend hebt. En over de tijd toen mijn moeder ziek werd en stierf.’
‘Ach Danny,’ zei ze, en met zachte, niet al te vaste stem zong zij na wat wij die avond voor de zoveelste keer in ons leven gehoord hadden, over herinneringen aan gelukkige dagen, die zich in samenspel met spijt en teleurstelling ophopen als dode bladeren, totdat de noordenwind ze meevoert in de koude nacht van het vergeten:
Les feuilles mortes se ramassent à la pelle
Les souvenirs et les regrets aussi
Et le vent du nord les emporte
Dans la nuit froide de l'oubli.