Laat je niet in het ootje nemen
Omdat wij Nederlanders een erg humoristisch volk zijn, een feit dat je iedere dag bij voorbeeld op de televisie kunt waarnemen, omdat wij kortom niet voor een grap of een lach terugschrikken, nemen wij graag eens iemand in het ootje.
‘Daar heb je je ouwe grootmoeder alweer in het ootje genomen,’ riep mijn oma op gepaste tijden, en zij bedoelde daarmee dat zij het mikpunt van mijn goedmoedige spotternij was geworden. Maar het is helemaal niet mooi om oude mensen in het ootje ofwel in de maling te nemen. Dat leerde mijn moeder mij.
Haar nam ik dus nooit in de maling. Hoewel ze nog heel jong was toen ze dat zei.
Dat ‘maling’ komt overigens van malen, ronddraaien. Dus iemand in de maling nemen betekent hem rond laten draaien, tot het hem bij wijze van spreken groen en geel voor de ogen ziet. Iemand die je laat ronddraaien maak je zo tot het middelpunt.
En dan neem je hem dus heel letterlijk in het ootje, omdat een ootje een kringetje is, dat je om iemand trekt, of dat je met anderen om hem vormt. In het Gronings heet het dan ook: ‘ain in de kring nemen’. En in Antwerpen heeft men het over iemand ‘in het o'ken trekken’. In dat laatste geval denk je dus weer aan een echte cirkel, waar iemand in wordt gezet.
Bij het knikkerspel kent men ook een ootje: het kringetje waarbinnen de knikkers staan die het mikpunt van de spelers zijn. Maar of je nu een knikker bent dan wel een mens: als het je overkomt dat je in het ootje wordt genomen, betekent dat wel dat ze je proberen te raken, al heeft de uitdrukking natuurlijk een goedmoedige betekenis.
Als je tegenwoordig iemand te grazen neemt dan zet je hem ‘voor paal’. Waar die paal moet staan is natuurlijk duidelijk: midden in het ootje.