Hier vertelde zij hem de historie van Troje, Asquit luisterde ademloos.
Zij vroeg hem waar hij vandaan kwam, wat hij deed, hoe zijn moeder heette, of hij oudjaar thuis vierde dan wel op zijn club.
Asquit was toen drieëntwintig. Het woord club deed hem walgen, misprijzend aaide hij haar over de billen en zuchtte.
Zij vroeg: waarom zucht je zo mein lieber?
Asquit besloot haar te vermoorden.
Midden op de dag stond hij dus zonder Duitse op het Pjilnokse station en dacht aan Londen.
Terug naar die stad. Een mistige winteravond. Op zulk soort avonden gaan later karikaturaal geworden figuren als Jack de Ripper op pad. Of Scrooge, die sentimenteel geworden dwaas. Het was een paar dagen na kerstmis, het was zelfs, herinnerde Henri zich, wachtend op een inval waarheen hij eerst zou gaan, oudjaar.
Daar stond hij, naakt op het Trafalgar Square, zijn handen zegevierend omhoog, een enorme menigte op de been om naar hem te kijken.
Na deze voorstelling had hij punch gedronken op het politiebureau waar hij een vrouwelijke tandarts had ontmoet die hem plomberen wilde leren, midden in de nacht. Hij wist zich bij nader inzien niet meer te herinneren van wie dit voorstel was uitgegaan, in ieder geval stond Asquit in de nacht van 1 januari op een besneeuwde Londense straathoek met één grandioos gloeiende wang minus een tand.
Moeizaam dronk hij thuis een glas wijn, bepeinzend hoe meedogenloos een vrouw vermocht toe te slaan in de uren van haar nood. Op zijn tafel vond hij een papiertje:
‘Ik zal niet langer mijn taalgebruik hoogdravend toepassen.’
Hij verscheurde het papier. Dit kon niet voortgaan.