Inleiding
In november 1967 verscheen Uit de hoge boom geschreven, de tweede bundel van Chr. J. van Geel, die tien jaar daarvoor, in 1958, gedebuteerd was met Spinroc en andere verzen.
Uit de hoge boom geschreven bestaat uit honderdvijf gedichten, die op vijftien na geschreven werden tussen 1958 en 1963. In het moeizame proces van herschrijven en bijwerken dat aan deze publicatie vooraf was gegaan speelde vooral J.A. Emmens als kritische lezer een belangrijke rol. Op 13 januari 1968 verscheen in het dagblad De Tijd een kritiek op deze bundel van Kees Fens. Ongeveer tegelijkertijd werd Van Geel ontslag aangezegd als werkeloos hoofdarbeider, verbonden aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam, een regeling die hem een kleine uitkering bezorgde, een basisinkomen, dat hem in staat stelde zijn werk als dichter betrekkelijk ongehinderd te verrichten.
Het is onder de druk van deze omstandigheden dat deze brief geschreven werd.
Elly de Waard