Den Goddelycken Minnenpijl
(1678)–Johanna de Gavre– Auteursrechtvrij
[pagina 129]
| |
(Op de Wijse) Ick voel een vremde min, en vlam beladen.1.
Ick wil voortaen my houden heel ghebonden,
Aen u alleen mijn Heer en mijnen Godt,
In het onderhouden van u gheboden,
Och hoe beklaeghe ick mijn voorgaende sonden,
Ick wil gaen trecken nu een ander lot.
2.
Gy sy g’het die mijn Ionck hert heeft doen branden,
Door uwe pijlen van u Minnen vier,
Ick leve in een soet plaisier,
Mijn doodt mijn leven stelle ick in u handen,
Behoudt my in dit dal der traenen hier.
| |
[pagina 130]
| |
3.
Sou ick dan mijnen Heer noch gaen verlaten,
Neen neen de liefde en laet het niet toe,
Sy dwinght my ick en weet niet hoe,
Ick wil voortaen de wereldt gans gaen haten,
Want al haer pomperije ben ick moe.
4.
Sa dan mijn Ziel wilt uwen Godt beminnen,
Hy sal ghenesen uwe soete smert,
Maer schenckt aen hem gheheel u hert,
En wilt verlaten altemael u sinnen,
Op dat ghy soo in hem verslonden werdt.
|
|