Nut tyd-verdryv(1686)–Mattheus Gargon– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Den Honderd-Vier-en-Dertigsten Psalm. Op den Trant van Dathenus. David vermaant de Priesteren, en Leviten, haar pligt te beyveren, en vertroost haar met den zegen, die sy van Sion hadden te wagten, te weten Christus, die haar ontlasten zoud, en alle zegening toebrengen. OP! Priest'ren, op! die alle nagt, Houd in Gods heil'gen tempel wagt, Op! op! Leviten, loov den Heer; En geev hem alle t'samen eer. [pagina 98] [p. 98] Toon door 't verhef van oog en hand, Dat 't hart in waren yver brand. En wagt na 't heuglyk tegenbeeld, Van 't geen u hier voor ogen speelt. God, die uit niet schiep het heel-al, Uw' arbeid eens verzagten zal, Als hy syn heil zal zenden neêr: Der Heid'nen licht, en Isr'ëls eer. Vorige Volgende