Nut tyd-verdryv(1686)–Mattheus Gargon– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Den Honderd-Vyv-en-Twintigsten Psalm. Op den Trant van Dathenus. De voortreflykheid en onbeweeglykheid van de Kerk van 't Niewe Testament. Die op den Heer stelt syn vertrouwen, Die zal onwanklyk staan, En nimmermeer vergaan, Wat rampen dat hem ook benouwen: Gelyk als Sions toppen plegen Noit te bewegen. [pagina 88] [p. 88] Jeruzalem roemt op de bergen, Waar op sy stand-sterk legt. Maar God, die voor ons vegt, Beschermt, (als vyanden ons tergen,) Ons meer als hoog-gerezen wallen Die ligt neêrvallen. Want God zal nimmermeer gedogen, Dat 's bozens ziel-bedwang De synen houd in prang; En dat de waarheid wyk voor logen; Of dat syn volk zig zoud begeven, Tot spoorloos leven. Help Heer! uw volk, wilt haar doch styven: En straf het bastaard zaad, Dat 't valsche pad inslaat. Verdelg haar, die het kwaad bedryven. Maar laat uw volk in vrede wonen: U eer betonen. Vorige Volgende