Stellingen
1. | Zwarte Zuidafrikanen hebben een hoge prijs moeten betalen voor elke verbetering van hun situatie die in het land tot stand werd gebracht, ook op het gebied van de letterkunde. |
| |
2. | De algehele bevrijding van Zuid-Afrika kan niet worden bereikt, zolang lezers en het bredere publiek voortdurend worden geconfronteerd met onderdrukkende beelden van zwarte vrouwen. |
| |
3. | Larry Pokpas's bewering dat de Afrikaner in zijn geschiedenis het Afrikaans om ideologische redenen heeft gemanipuleerd en dit nog steeds doet is juist, wanneer men in aanmerking neemt dat deze taal door de onderdrukten wordt verworpen.
[Larry Pokpas 1990: ‘Die ideologiese genesis van behoeftes: die voortbestaan van Afrikaans in 'n post-apartheid Suid-Afrika’, referaat gelewer tydens die simposium Leser, Teks en Konteks aangebied deur die Universiteit van Port Elizabeth, Maart 1990.] |
| |
4. | Dat zoveel sociologische studies over ‘kleurlingen’ door witte Afrikaners zijn geschreven, zou een indicatie kunnen zijn voor hun obsessie met de ‘zuiverheid’ van hun ras. |
| |
5. | Als de Zuidafrikaanse schrijfster en Nobelprijs-winnares voor letterkunde in 1991, Nadine Gordimer, in een televisie interview stelt dat een van de plaatsen waarin zwarten en witten elkaar werkelijk kunnen leren kennen de werksituatie is, dan vraagt men zich af waarom zo weinig witte schrijfsters over zwarte vrouwen hebben geschreven en waarom zij zo weinig onthullen over het leven van zwarte vrouwen.
[Gordimer geciteerd door Margaret Lenta 1989: ‘Intimate knowledge and wilful ignorance - white employers and black employees in South African fiction’, p. 238 in Clayton, Cherry (ed.) 1989: Women and writing in South Africa - a critical anthology, Heinemann Southern Africa (Pty) Ltd, Johannesburg.] |
| |
6. | Uit de tragische lijdensgeschiedenis van zoveel Afrikaner voormoeders in de vorige eeuw hebben hun dochters en kleindochters in deze eeuw kennelijk geweigerd te leren solidaire te zijn met hun zwarte zusters.
[Vergelijk Anna Steenkamps Gedenkschrift (1843) voor haar ‘familie, kinderen en kindskinderen, opdat zij mogen weten waarom hunne ouders en grootouders hun moederland hebben verlaten en welke angst en benauwdheid, pijn en smart, honger en kommer, zowel van vijanden als van vuur ons getroffen hebben, en oorzaak waren van veel droevig zuchten en bittere tranen’. Geciteerd door Van Jaarsveld, F.A. 1959: Die Afrikaner en sy geskiedenis, p. 70, Nasionale Boekhandel Bpk., Kaapstad.] |
| |
7. | Ten onrechte beweert de Afrikaner academicus en criticus Ampie Coetzee in een interview in NRC Handelsblad (juli 1991) dat de Afrikaner geen roman kan schrijven zonder Europese achtergrond, omdat de roman in Europa is ontstaan. |
| |
8. | Audre Lordes bewering dat ‘nothing we [black women] have to say is worth anything simply because we are saying it’ krijgt geldigheid als men in aanmerking neemt hoe het literaire werk van zwarte Zuid-Afrikaanse vrouwen als onbeduidend is afgedaan.
[Audre Lorde 1990: ‘Foreword’, p. xiii, in Braxton, Joanne M. and McLaughlin, Andrée Nicola (eds) 1990: Wild women in the whirlwind - Afra-American culture and the contemporary literary renaissance, Serpent's Tail, London.] |
| |
9. | Het feit dat een groeiend aantal Nederlandse studenten onderzoek doet op het gebied van de orale en geschreven literatuur van Afrika, maakt het des te betreurenswaardiger dat aan geen enkele Nederlandse universiteit een vakgroep Afrikaanse literatuur bestaat. |
|
|