Intermezzo
Dit was dan de brief die ik drie maanden na onze bevrijding aan mijn zuster in
Argentinië stuurde - geen historisch document in de objectieve zin,
maar wel een document van wat in mij, in ons, in velen omging. Er staan
onjuistheden in die een historicus kan achterhalen en onjuistheden die ik op
grond van andere aantekeningen had kunnen corrigeren. Slechts een paar
correcties, en die heb ik tussen vierkante haken geplaatst. Wat je niet zelf
hebt meegemaakt, weerklinkt in geruchten, die je soms niet hebt bevestigd -
zoals ze dat tegenwoordig noemen - en niet kon bevestigen. En toch was ik nogal
kritisch, en geruchten die ik niet vertrouwde, heb ik niet geaccepteerd. Ik had,
door in deze brief meer te schrappen en deze brief met mijn andere aantekeningen
te combineren, een veel beter beeld van onze oorlogsbelevenissen kunnen geven,
liefst drie keer zo lang en drie keer zo boeiend. Ik deed het niet. Het zou me
tien keer zoveel tijd hebben gekost - om van de emoties maar te zwijgen - en het
was juist mijn bedoeling weer te geven hoe ik na de bevrijding op de vijf jaren
van de bezetting terugkeek.
Eén verklaring moet er beslist bij. Dat er 6 miljoen joden vergast
zouden zijn, wist ik toen niet. En toen ik het wist beschouwde ik het als een
‘onbevestigd’ gerucht. Ik herinner me dat ik wat later
Suus heb voorgerekend: ‘Zes miljoen - stel maar in drie jaar, dat is
gemiddeld 6000 per dag. Hoe kan dat?’ Velen wachtten op terugkomers.
Geregeld werd ik op straat met een verkeerde naam aangesproken, blijkbaar als
plaatsvervanger voor mensen waar ik op leek.
Van wat er echt in die paar jaar was gebeurd had toen bij ons nog niemand de
flauwste notie - een tijdperk waarover ik een achteraf gezien luchtig verhaal
vertel. Moet dat gedrukt worden?