Woord vooraf
Wie als auteur veel aan de weg timmert, zal uit een verscheidenheid moeten kiezen om opstellen tot een eenheid te bundelen. Voor het kleine aantal kralen om op te rijgen is de rode draad die de delen van zijn werk verbindt eigenlijk te lang en vertakt. Maar die rode draad is er: wiskunde in een context die voor de leerling zinvol en herkenbaar is om hem daadwerkelijk bezig te houden. De leerling (ik heb me in mijn keuze beperkt tot wat de basisschoolleerling (4-12) aangaat), uiteraard niet om hém aan te spreken, maar wel eens om naar hem te luisteren.
Wie in feite aangesproken worden zijn zij die rechtstreeks of minder rechtstreeks in het basisonderwijs werkzaam zijn, zij die voor deze werkzaamheid worden opgeleid, zij die ervoor opleiden, zij die steun verlenen aan het basisonderwijs als begeleiders, nascholers, ontwikkelaars, leerboekschrijvers; maar tenslotte ook zij die, op een hoger onderwijsniveau werkzaam, zich afvragen wat die wiskunde in het basisonderwijs is of zou moeten zijn waar zij geacht worden of menen voort te bouwen.
Het was geen gemakkelijke keus. Ik hoop dat ze in de smaak valt.
Hans Freudenthal