T bouck van wondre, 1513
(1934)–H.G.Th. Frencken– Auteursrecht onbekend
[pagina 96]
| |
Paragraaf 1. De ‘Cyrurgie’ van Meester Jan Yperman,uitgegeven door Dr. E.C. van Leersum - A.W. Sijthoff's Uitgeversmij. - Leiden 1912.Pag. 15: ...... Ende als de wonde genayt is, so stroyt op den naet dit pulver dat ghi vore gemaeckt sult hebben...... Pag. 16: ...... Nemt 3 deel ongebluscht calx, dat men heet levende calc ende 2 deel van cleinen witten wieroke ende i deel van draken bloede, ende stampet te hoepe ende sichtet dore 1 nauwen teems, ende dan bestadet...... Teems - zeef (Verdam en Verwys Middelnederl. woordenboek; verder geciteerd als Verdam). Bestaden - bewaren, opbergen (Verdam). ...... Ende en hebdi dit pulver niet so seit albucasts, dat ongebluscht calc welna al tselve doet. Pag. 16-18: Van wonden te stremmene van bloede. ...... Nemt gebornen calc, dats gebernt calc, ende also uten ovene genomen eer daer water op comt. ende bloet van draken, steene daer men af maect cleine laternekine aloes wit wierooc, elcs evenvele, ende dit tempert metten hasehare alsoet vorseit es. of met coppengespin. Coppengespin - spinrag (Verdam). Pag. 93-94: ...... Nolimetangere dats. 1. swere ende wast vanden kinne opwert int anschyn........................... Aldus salmen werken van buten. Men sal af doen die rove diere boven es ende dan salmen maken eene loge van asschen van wyngerthoute, ende mingen daerin pulver van zoute van levenden calke. van atramente. van wijnsteene. van elken even vele ende mingen deze pulvere metter logen te maten dicke ende leggent daerop .I. nacht. Pag. 100: ...... Van bloedene ten nese entie cure daertoe. Het siin vele lieden die bi costumen plegen te bloedene ten nese es ondertiden nuttelec ende ondertiden quaet....... Ende en es hi niet gestremmet hier mede so bernet eyerscalen te pulvere, ende dat blaest int nesegat daer dbloet uut comt. Of steecter in ene wieke genet in incte gemaect van gallen ende van atermente. Pag. 248. Galle - galappel, gezwel op de bladeren en twijgen van Quercus lustitanica, Lam, s. Quercus infectoria. Oliv., veroor- | |
[pagina 97]
| |
zaakt door den steek van de eikengalwesp, cynips Gallae tinctoriae, Oliv., die daarby haar eieren in het weefsel legt van de plant. Pag. 238. Aterment root, gelu-lees atramentum. Eigenlijk zwarte vloeistof, in het bijzonder inkt. Onder Encaustum verstond met een purpurkleurige inkt. Het zijn vloeistoffen, waarin behalve poeder van galnoten, ijzer en koperverbindingen, als ferro en ferrisulfaat, en kopersulfaat voorkwamen. Pag. 171-173. Van warten die toe commen over al dat lyf .................. Dit es een vraye corrosyf te hantworten ende andere onsuverheden of te doene ende te makene gaten. R(ecipe) loeghe van boomasschen. ende daerin legt weeasschen 3 daghe dan minghet in eene scelpe der mede levende calc dit tempert alsoe dicke alse seem ende soe wanneer dat droghe is dan salmen weder verschen der oplegghen, ende dit doen XX ofte XXX warf ende dan salmense of striken ofte wriven. Pag. 187-188. Van den siecheit diemen heet fustula ........................... Dit doot den fistele, ende etter of dat quade vule vlesch. R(ecipe) levende calc, atrament floris eris alumen, hier of soe maect subtyl pulver ende van desen pulver op de wiecke gestrooit ende te voren de wiecken ghenen (lees ghenet) in dwitte van den eye. Ofte poeder ghestroit van spaens groen op de wiecke ghenet erst in aisiin. Een ander. Nemt spaens groen wit alumen, hier of maect pulver ende dat gheminget met seeme. Wiecke - pluksel in een wond, lampepit (Verdam). Pag. 245: Flores eris - lees - Flores viridis Aeris, Aerugo, Verdegris, Vert-de-gris, Verdegraese is eene zijnzure koperoxyde verbinding (basisch koperacetaat). Pag. 192: ...... Van bescautheid van hete water oft van viere. ...... Mester dierc seit, Nemt calc ende dwaet 9 warf. dan doeter alsoe vele oliën alser calxs es dit minghet al over een in modum ungentum ende daer met besalvet dat seer, dat gheneset. Dwaen: wasschen, zuiveren, reinigen (Verdam). | |
[pagina 98]
| |
Bescouden: schroeien, branden (Verdam). Uit het voorgaande blijkt, dat reeds in de 14e eeuw, waarin Jan Yperman leefde, het verschil tusschen kalk en levende kalk, dat was kalk die ‘gebernt’ was ‘ende also uten ovene genomen eer daer water op comt’ bekend was, in de Nederlanden. Ook het gebruik van kalk samen met weede asch d.w.z, kaliumcarbonaat was bekend. Men wist dus toen al partij te trekken van de reactie tusschen kaliumcarbonaat en calciumhydroxyde, waaruit kaliumhydroxyde en calciumcarbonaat ontstaat. Het Bouck vā Wondre vermeldt de stoffen kalk tesp. levende kalk in combinatie met weede asch o.a. op de pag. 13 en 15. Ook de inwerking van galnoten (tannine) op ijzer- en koperzouten was bekend. De koperzouten worden er waarschijnlijk bijgenoemd, omdat het ijzervitriool uit dien tijd veelal koperhoudend was. Zoo vindt men op pag. 15 B.v.W. een voorschrift om zwarte verf te maken uit ‘gallen’ en ‘coperroot’. Op de pag. 14 en 18 van het B.v.W. vindt men het spaansch groen vermeld. Pag. 114. Van swerten tanden wit te makene. Nemt gersten mele ende also vele zouts. ende maecter of deech met zeeme ende dit bewimpelt in pampiere. entie bernet in enen oven. van welken gi nemt terdendeel. credevitsen gebernt te poedre, calc van eyerscalen. ciperi. aluum. van elken .2. deel. die scorsen van den coden in latine citrus, entie droge. canfer. van elken .1. deel. dat es van den iersten 3. once van den anderen .2. van den derden ene. van al desen maect pulver stampende in 1 mortier. ende zichtende dor .1. zeve. Met welken gi wrivet dat tantvleesch daer die tanden swert siin. het suvertse ende maecse wit. Pag. 255. - Code: kwee (Verdam). In den tekst staat echter: ‘scorssen van coden in latine citrus.’ Met citrus kan citrullus bedoeld zijn. ‘De citrino cucumere, quem alii citriolum, alii citrullum, vulgo Citrion, etc.’ Otto Brunfels, zie v. Fischer Benzon. Ciperi aluum: aluin van Cyprus. Zeem of seem: honing (Verdam). Credevitsen: kreeften (fr. écrevisse) Verdam. 3 is ons is 32 gram. | |
[pagina 99]
| |
In het voorgaande is bij herhaling sprake van eierschalen al of niet gebrand. Verder spreekt de schrijver van ‘calc van eyerscalen’. Het is dus tamelijk zeker, dat men zich van den overgang koolzure kalk in kalk door verhitting bewust was. Pag. 202. - R(ecipe) Aluin de glaetse lib. ½. dat salmen legghen op eene heete tegele int vier ende dat alumen laten smelten op die tegel ende alst gesmolten is ende dat al droge si ende al wit leit dan doet van den tegel in eenen mortier ende maecter of subtyl pulver. Dit pulver stelt in dine bosse ende van desen pulver suldi legghen daer quaet vleesch is. Dit selt doen smelten ende droghen. Aluin de glaetse beteekent alun de glace. Dit is kristalaluin, dat tevens helder wit dus ijzervrij zijn moet. Uit het bovenaangehaalde blijkt, dat men destijds reeds met de eigenschappen van het kristalwater op de hoogte was. Op blz. 15 van het Bouck vā Wondre vindt men eveneens het aluin vermeld. Pag. 119-120. Van oren die lange hebben gelopen ende stinken. ende daer fistel in is. Nemt dat roestege van ysere gescrepen. ende dit pulvert wel cleine. ende tempert met starken aysine. ende dit doet sieden in een yseren vat tote dat al versoden es. Dus so doet versieden .7. werf deen achter dander. Ende daerna so pulveret wel cleine. ende siedet met aysine tote dat becomt also dicke alse zeem. Hier af so doet in die ore so datter in lope toter steden daer die seerheit is. of daer si vergadert es. Dit heilt ende droget oude lopinge van oren. ende benemt die sweringe diere in es. Op pag. 15 van het Bouck vā Wondre wordt gesproken van slijp. Overeenkomstig het bovenstaande is slijp: ijzerhamerslag. ‘dat roestege van ysere gescrepen’ (afgeschraapt). Pag. 275 - Temperen: vermengen. Een lichaam of medicijn is getemperd, wanneer de vier kwaliteiten op harmonische wijze met elkander vermengd zijn. Wanneer deze harmonie verbroken is en een of meerdere kwaliteiten den boventoon voeren, dan duidde men dit aan door ‘ongetempert’. | |
[pagina 100]
| |
Op pag. 21 van het Bouck vā Wondre wordt ‘gruys water’ genoemd. Gruys is grof gemalen graan. Het zetmeel daarin aanwezig diende voor hetzelfde doel waarvoor het heden ten dage nog in de ververij wordt gebruikt, als verdikkingsmiddel teneinde vaste stoffen gesuspendeerd te houden. Men zou kunnen spreken van een beschuttend colloid. Een voorschrift waarin van zetmeel en gom om de zelfde reden partij wordt getrokken vindt men hier. Pag. 82. - Vander smette in doghe - Nemt vilinge van finen copere, ende dat tempert met sterken witten aysine. ende latet daerin liggen. 7. dage ter sonnen ende drooget wel. Ende wildyt starker hebben, so nemt sarcocolle. amidus. candyt. canfer. elx evenvele ende maect hier af wel subtyl pulver. Pag. 271. - Sarcocolla: gom van Astralagus sarcocolla Dymack. Pag. 254 - candyt: kandysuiker canfer: camphora. Volgens FlückigerGa naar margenoot+was de in de middeleeuwen gebruikte kamfer afkomstig van Dryobalanops aromatica, Gaertn. s.D. Camphora, colebr.
Het Bouck vā Wondre noemt pag. 22 de ‘soffraan’ als verfstof en gebruikt eiwit als verdikkingsmiddel. Er staat letterlijk ‘doder va eē eye’ Dit zal wel gebeurd zijn vanwege de gele kleur. Het volgende citaat vertoont hiermede overeenkomst. Als verdikkingsmiddel wordt hier tarwebloem of tarwe zetmeel gebruikt. De benaming tarwebloem is heden ten dage nog in de zuidelijke Nederlanden gebruikelijk. Pag. 22. ...... Om die sweringe te beneme. Nemt soffraen ende legget in watere ende latet daerin liggen so lange dat dwater gevarwt wert (ende dan siet door ene doeck) ende daerin doet .1. luttel bloemen van tarwen ende siedet te gadere so dat 1, luttel dicke si en legget omtrent die wonde hetere dan lau. Dit sacht zere die wonde. Het Bouck vā Wondre vermeldt pag. 22 de plant cathapucie waarvan de bladeren in het verfbad voor groen voorkomen. Pag. 255 - catapusia: lat. cataputia minor - Euphorbia Latyris, L. Kruisblad-wolfsmelk, springkruid of roerkruid, wegens de afvoerende werking ook schytkruid genoemd. | |
[pagina 101]
| |
Pag. 246 - Esula-cortex radicis Esulae, van Euphorbia Helioscopia Auct? Herba est et est similis Tithymallo, habet enim lac in virgis et foliis si indicandur aut rumpantur......’ (St. Amand). De ‘mindere’ is Esula minor of Euphorbia cyparisias, L,. de ‘meerdere’ Esula major of Euphorbia palustris, L. Zie hierover ook onder Herbarius. In de Cyrurgie van Jan Yperman vindt men beide planten aangehaald op pag. 152....... Proeve so wie diet proeven wille. Alle diegene die dwitte water in hebbén men machse genesen bi deser medicinen. ja oec hoe vele dat si. bider orinen te verstane die wit es alse wey of wit water. Ter medicinen, diese maken wille, hi es sculdech te nemene esulen v.d. ½ ende sichtense also cleine als men mach dor .1. nauwe zeve dat die esule es also cleine als bloeme. Entie catapusie salmen pellen die upperste pellen af, ende te nemene die doget van 20. cornen ende te stampene wel cleine ende daer toe te doene vander esulen int gevouch te belukene optie. .5. vingeren mede op te heffene, ende suker gestampt also vele daertoe dat die medicine zoete becomt te nuttene. Oec mach mense mingen met warmen wine of met warmen biere. doget, dogede: deugd, verdienste beluken: besluiten int gevouch: gemiddeld. In t Bouck vā Wondre komt herhaaldelijk coperroot voor bijv. pag's 15-29-39. Men vindt deze stof ook genoemd op Pag. 67. - Dits van den wannen opt hooft datmen heet overbene. Het wassen opt hooft onderwilen ene maniere van sweren dat men heet in dietsche wannen of overbeene. Nemt vilinge van ysere ende gebernt copper. ende gelu operment ende coperroot, elx even vele (honderd once). levende calc. 2. werf also vele als enech van den andren, dit pulvert wel te gadere in enen metalinen mortier ende maecter af wel cleine pulvere sichtende dore .1. linen cleet, dit tempert met zeeme dat gescuumt es ende maecter af bollekine ende droochse ter zonnen.
Vander te genesene bulen opt hooft. Pag. 68. Pulvere van coperoode, ende dat ierst gebernt | |
[pagina 102]
| |
in enen scarf ende daerna weder gepulvert. Dit verteert quaet vleesch in den mensce. 3 is ons is 32 gram Wan, overbeen: is beenige uitwas, zweer. Op pag. 38 staat in het bouck vā Wondre: eene methode om ‘clareyte’ of kruidenwijn te maken. Wij vinden hierover een uitgebreid voorschrift op; pag. 44 (Cyrurgie van Jan Yperman)...... Ende doen gaf hi den gewonden die niet en cortsten (of den rede hadden L) van desen clareite geminct met desen pulvere (nuchteren. Ende te middaghe ende tsavons .1. lepel vol te gader L) ende maket aldus. Nemt goede canele. goet wit gingebere. elcs .1. once, galigaen cardomome van goeder smake, lanc peper elx .1. once groffels nagle welriekende ende versch tgewichte van .12. tarwen coorne swaer, van al desen maect cleine pulver stampende in eene motalinen mortier, ende sichtet dore .1. dicken teems. Ende dit pulver bestaedt in .1. houtine busse. Ende aldus maect men clareit van den voorseiden pulvere. Nemt 5 wiins ende die wit en de goet. ende zeems .1. wel gescuumt. dwelke dat gi doet spelen metten wine voorseit. ende doet vanden viere ende minct daermede dat voorseide pulver, ende wacht dat giere te vele pulvers niet in en doet dat te starc mochte wesen. Mer pynt u om te makene van goeden smake ende bequamelyk te drinkene. Desen clareit doet leken dore .1. sac so dattie clareit wel claer si. Daer na so nemt valeriane. genciane. gariofilate. pinpenelle ende piocelle also vele alse van al den anderen, dese cruden droget ende stampse wel cleine. ende sichtse wel dore .1. cleinen teems die cleine pulver maect. Van desen voorseiden pulvere so doet in den voorseyden clareit nadat hi clareit es. seinende in cruus ende sprekende dit orisoen: ‘In nomine patris et filii et spiritu sancti et individuae trinitatis. dextera domini fecit virtutem dextera domine exaltavit me. Non moriar sed vivam et narrabo mirabilia domini castigans castigavit me dominus et mortui (lees: morti) non tradidit. Dit segt (3 werf L) mingende tpulver metten clareite vorseit. oetmoedelike te gode wert waerbi metter vorseider mingingen die gewonden mochten genesen bi der hulpe van gode. | |
[pagina 103]
| |
Pag. 73-76...... Nu suldi verstaen van ongemaken in die ogen ende hoe dat si comen. Ende en drinket genen wyn hi en si sere gebornt, ende wachten van meede, en van gecruuden biere ende van clareyte; corsten: koortsen, ijlen rede: anderdaagsche koorts Pag. 250. Gingebere: gember, wortelstok van zingiber officinale Pag. 248 Galigaen, galanga, galgant; wortel van Alpinia Galanga, Sn.., een welriekende wortel die evenals gember genuttigd werd. Pag. 254 cardamone, vrucht van Elettaria cardamonum. White - Maton. Pag. 266. Lanc peper Piper longum, vrucht van Piper chaba, Hunter S. Chavica officinarum, Miquel S. Piper longum, I. Pag. 249-250. groffels nagele. garioffel, Geraffel, caryophylli, kruidnagelen; de gedroogde nog niet ontloken bloemen van Eugenia Caryophyllata, Themb. Pag. 256 - Comyn Cuminum Cyminum L, komyn; Teems zeef. Bestaden - bewaren leken: zijgen, filtreeren, lekken. Pag. 277. Valeriane: Valeriana officinalis .L. Pag. 249. Genciane, Gentiana: Gentiana lutea L of duizendschoon. Gariofilate: garioffel. Pag. 267. Pimpinelle: pimpinella saxifraga L. Steenbreek kleine pimpernel, kleine steenbreek. Piocella lees Piloselle; Hieracium Pilosella L. Havikskruid. Orisoen: gebed (Verdam). gebornt, met water verdund. Pag. 240. borne: bronwater meede: hier honingdrank (Verdam) beteekent: pond. Op pag. 31 van het Bouck vā Wondre komt het woord ‘smout’ voor en op pag. 62 wordt ‘Bergenspeck’ genoemd. | |
[pagina 104]
| |
In de Cyrurgie van Jan Yperman vinden wij: Dits een notabel slave jeghen joecte. Pag. 213 - ...... R(ecipe) barghinsmout een pont ceruse, een pont brine van maischer boeter. Dit doet te gader in eenen mortier soe langhe dat dicke si ende hier of maect plasteren et cetra. Item boeter brine es superlatyf jeghen joecte ontrint wonde ende seerheden gedaen laue der op met eenen doucskin, probatum est. Pag. 241 - Brine: pekel Cerusa, cerussa, loodwit, loodcarbonaat cerussa citrina, citroenkleurig loodwit is loodoxyde. Pag. 259 - Maische boeter: eerste grasboter. Het Bouck vā Wondre vermeldt op pag. 55: ‘levende solver’ de Cyrurgie vermeldt pag. 274 Levende sulfer: sulphur vivum. Natuurlijke zwavel in tegenstelling met den gesublimeerden. ‘Nativum ex terra effoditur purum solidum, interdum scissile, ventique nomine sulphuris vivi...... (Schroeder). |
|