Schets eener geschiedenis der Vlaamsche Beweging
(1906-1909)–Paul Fredericq– Auteursrecht onbekend
[pagina 362]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk XII
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 363]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
begin van eene onweerstaanbare clericale reactie. Het was een keerpunt in de staatkundige geschiedenis van ons vaderland. En die clericale reactie, die nog aanhoudt, heeft vooral op de Vlaamsche gewesten loodzwaar gedrukt. Het lager onderwijs, dat voornaamste slagveld der Belgische staatspartijen sedert eene eeuw, moest het vooral ontgelden. De honderden vrijzinnige onderwijzers, die het Willems-fonds over geheel het Vlaamsche land aanhingen, werden afgedankt, op wachtgeld gesteld of verminderd in hunne jaarwedde en zedelijk onder de voogdij der Roomsch-katholieke geestelijkheid geplaatst. Al wie vreesachtig van gemoed was en beefde voor de vervolgingen der clericalen, al wie de gunsten der zegevierende partij deelachtig worden wilde, verliet het Willems-fonds of dorst er zich niet meer bij aansluiten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het verval van 't Willems-fondsNa 1884 begon aldus een pijnlijk en onafgebroken verval het Willems-fonds te teisteren tot vóór korten tijd, zoodat het getal zijner afdeelingen niet veel hooger dan 40 steeg in vijf en twintig jaren tijds, terwijl, het getal zijner leden op eene erbarmelijke wijze van jaar tot jaar afnam en viel op 2.098 in 1903, minder dan de helft van het cijfer van 1884. In de vijf laatste jaren hield die jaarlijksche vermindering eindelijk toch op en klom het getal weer naar omboog, maar zeer traagzaam, om in 1907 het cijfer van 2.476 te bereiken; zoodat men na meer dan vijf en twintig jaren met veel moeite teruggekeerd is tot omstreeks het ledental van het jaar 1876. Middelerwijl was het Davids-fonds onder de leiding van Prof. P. Willems en van Frans De Potter ieder jaar gestegen in zijn ledental tot het prachtig cijfer van 7.064 in 1888. Dat was het hoogtepunt. Sindsdien deed zich wel een kleine achteruitgang voor, maar die niets gemeens had met | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 364]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dien van het Willems-fonds. Zoo slonk het getal der leden van het Davids-fonds tot 5.785 in 1903, om spoedig weer boven de 6.000 te geraken. In 1907 was het cijfer 6.336. En terwijl het Willems-fonds slechts een veertigtal afdeelingen telde (43 in 1908), had het Davids-fonds er 70 en meer (72 in 1907). Vele daaronder bestaan wel alleen op het papier en zijn zoo goed als onwerkzaam; maar ook onder die van het Willems-fonds zijn er enkele, die weinig van zich laten hooren. De volgende vergelijkende tabelGa naar voetnoot(1) laat toe den gang der twee instellingen te volgen sedert 1874:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 365]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waar het Willems-fonds schier uitsluitend in de steden vasten voet kon krijgen en bijna te vergeefs poogde in enkele volkrijke dorpen wortel te schieten, telde het Davids-fonds in 1907 onder zijne 72 afdeelingen er niet minder dan 41 in de Vlaamsche dorpen (10 in Oost-Vlaanderen tegen 5 van 't Willems-fonds, 4 tegen 1 in West-Vlaanderen, 9 tegen 0 in Vlaamsch-Brabant, 6 tegen 0 in Limburg en 12 tegen 3 in de provincie Antwerpen). Integendeel telde het Willems-fonds gedurig van 100 tot 200 leden in Noord-Nederland, terwijl het Davids-fonds alleen in Vlaamsch-België zijne inschrijvers vindt, en zoo niet anti-Nederlandsch, dan toch ten minste veel minder Nederlandschgezind is dan het Willems-fonds, vooral in het West-Vlaanderen der taalparticularisten van de school van pastoor Gezelle en zijne volgelingen. Aan den anderen kant deed het Davids-fonds iets meer dan het Willems-fonds voor de Vlamingen van het WalenlandGa naar voetnoot(1). Toen in Juni 1901 het Davids-fonds te Leuven zijn 25jarig bestaan vierde, sprak zijn voorzitter Prof. Helleputte eene geestdriftige feestrede uit, waarin hij meende de doodsklok over het Willems-fonds te mogen luiden. Dat dit Requiem voorbarig was, bewees de ontembare kracht door het Willems-fonds ontwikkeld in zijne bangste dagen van verval. En toen het in October 1901, onder de leiding van G.D. Minnaert en J. Vercoullie zijn 50jarig jubelfeest te Gent vierde, was het bezield met onverslapten moed en volle vertrouwen in de toekomst. Daarvan maakte zich de volksvertegenwoordiger E. Braun, burgemeester der Arteveldestad, den tolk in zijne hartelijke toespraak, waarin hij zei: Wanneer eene instelling als het Willems-fonds zijn jubelfeest viert van vijftigjarig bestaan, mag de burgemeester van Gent niet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 366]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zwijgen; want Gent is de wieg van het Willems-fonds, en onze liberale bevolking is er trotsch over. Burgemeester Braun is hier een goede profeet geweest. Pas was het jubelfeest van 1901 achter den rug, of de onafgebroken vermindering van het ledental werd in 1903 gestremd. Het Willems-fonds mocht overigens rekenen op de sympathie van veel vrijzinnige vrienden, eene sympathie die geenszins platonisch was, aangezien het Willems-fonds in de laatste dertig jaren meer dan 50.000 fr. aan giften had ontvangen, waaronder 15.650 fr. van den heer en Mevrouw Victor De Hoon en 26,500 fr. van het Julius Vuylsteke-fonds. Geene meldenswaardige giften ontving ondertusschen het Davids-fonds tot hiertoe. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 367]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wederzijdsche werkzaamheden.Het Willems-fonds had een overwegend aandeel gehad in de taalwet De Vigne-Coremans van 1883 en het gaf ook den doorslag in het bekomen in 1897 van het Koninklijk Vlaamsch Conservatorium te Antwerpen, terwijl het Davids-fonds zich zoo goed als geheel onbetuigd liet in deze levenszaak der Vlaamsche Beweging. Integendeel leidde het Davids-fonds in 1898 de viering van de honderdjarige herdenking van den Boerenkrijg in eenen zoo uitsluitend clericalen geest, dat liberalen, socialisten en onzijdigen er niet konden aan meedoen. Hetzelfde beproefde het Davids-fonds ook voor de Kortrijksche feesten in 1902, maar zonder er in te gelukken. Middelerwijl hadden de twee wedijverende instellingen nagenoeg dezelfde werkzaamheden: uitgave van volksboeken, aanmoediging van de Nederlandsche taal en van den Nederlandschen zang, volksbibliotheken en volksvoordrachten. Het Davids-fonds, dat over veel meer geld beschikte en veel meer leden te bedienen had, drukte zijne uitgaven op veel grootere getallen dan Willems-fonds. Zijne boeken verschenen op 5.500, 6.000, 6.500 of 7.000 exemplaren en meer, om na 1898 weer te dalen tot 6.400, terwijl die van 't Willems-fonds, in 1884 op 5.OOO gedrukt, trapsgewijze tot 2.500 exemplaren vielen met het steeds verminderend getal zijner leden. Indien de boeken van het Davids-fonds op zooveel duizenden meer gedrukt, even degelijk waren geweest als die van het Willems-fonds, dan zou men eerlijk moeten bekennen, dat de eerste instelling hare oudere zuster op dat gebied geheel en al geklopt heeft. Maar is zulks het geval? Wij spreken natuurlijk niet over het verschil van strekking dier werken. Het clericaal Davids-fonds geeft boeken uit, die den Roomsch-katholieken en clericaal-politieken geest weerspiegelen, evenals het Willems-fonds vrijzinnige werken zonder bepaalde godsdienstige kleur in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 368]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de wereld zendt. Ieder kan ze in dat opzicht, volgens zijne persoonlijke overtuiging of voorliefde, beter of slechter vinden. Maar wat zuivere degelijkheid zonder aanzien van strekking betreft, zal - meenen wij - geen onpartijdig lezer kunnen loochenen, dat er onder de ± 150 boekdeelen van het Davids-fonds (waaronder veel dunne brochures te vinden zijn) tamelijk veel onbeduidende, zwakke of zelfs volkomen belachelijke werken voorkomen, die bij het hoofdbestuur, dat zulke boeken in de wereld gezonden heeft, eene onbegrijpelijke lichtzinnigheid of eenen nog vreemderen gemoedstoestand laten onderstellen. Meer dan éénen ontwikkelden katholieke hebben wij het nu en dan openhartig hooren bekennen, niet zonder een zeker schaamtegevoel. De onbeduidende of zwakke uitgaven zijn onder de ± 290 boekdeelen van het Willems-fonds integendeel zeer dungezaaid en gansch uitzonderlijk. Blijkbaar is men er veel strenger en veel ernstiger in de keuze der werken, die men waardig acht onder het Vlaamschlezend publiek te worden verspreid. De onverbiddelijke degelijkheid van Vuylsteke wordt nog altoos in de overleveringen van het Willems-fonds in stand gehouden. Enkele van die uitgaven hebben zelfs in de boekenwereld eene welverdiende faam verworven. Op dat veld blijft alzoo het Willems-fonds, ondanks zijn veel kleiner ledental en bijgevolg zijn geringer financieel vermogen, nog altijd overwinnaar boven het Davids-fonds. Op het gebied van de muziek en van den Nederlandschen zang is zijn voorsprong nog treffender, zoo mogelijk. Sedert 1871 heeft het Willems-fonds een 26tal reeksen Nederlandsche zangstukken (te zamen ± 300 liederen) uitgegeven van meer dan 80 componisten van Noord en Zuid, waaronder Gevaert, Benoit, Nicolaï, W. De Mol, R. Hol, Blockx, Brandts Buys, Catharina van Rennes, Huberti, Van Gheluwe, Antheunis, Edw. Blaes, Vanden Eeden, Flor. van Duyse, Mestdagh, enz. Enkele dier liederen gelden bij de kenners voor echte meesterstukken en beleefden talrijke herdrukken: Willem De Mol's Ik | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 369]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken een lied werd reeds 29 maal uitgegeven op meer dan 22.000 exemplaren te zamen, zonder van de buitenlandsche nadrukken te spreken. Dit is een muzikale triomf zonder weerga in de Nederlanden. Tegen die 300 liederen van 't Willems-fonds gaf er 't Davids-fonds slechts 36 uit, van Tinel, Wambach, Mestdagh en enkele andere minder bekende meesters. Geen enkel dier liederen heeft in de muziekwereld eenen grooten naam mogen verwerven. Reeds in 1852 had het Willems-fonds het volkslied doen herleven door de uitgaven van Snellaert's Oude en nieuwe liedjes (in tweeden vermeerderden druk verschenen in 1864). Tegenover eene voortreffelijke verzameling oude geestelijke liederen, bewerkt voor het Davids-fonds door den Willemsfondser Fl. Van Duyse (Dit is een suyverlick boecsken, 1899) stelde het Willems-fonds reeds vroeger het nog belangrijker Nederlandsch Liederboek (2 deelen, 1891), ook bewerkt door Fl. van Duyse met eene klavierbegeleiding, waarvan een tweede druk reeds in 1896 noodig was en een derde wordt voorbereid. Ter eere van dit uitstekend Nederlandsch Liederboek zij alleen gezegd, dat het dadelijk door de machtige Noord-Nederlandsche Maatschappij ‘Tot Nut van 't Algemeen’ werd nagebootstGa naar voetnoot(1). Eene andere schepping van Fl. van Duyse werd ook in 't Noorden nagevolgd: de liederavonden van het Willems-fonds, waarop men aan het volk oude en nieuwe zangstukken aanleert. Den 23 November 1903 werd er te Gent in het Lakenmetershuis de eerste proef van genomen. Sedertdien volgden Antwerpen, Diest, Nieuwpoort, Oostende, Brussel, Brugge, Aalst, enz.,Ga naar voetnoot(2) evenals Rotterdam, Utrecht, enz. bij onze Noorderbroeders. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 370]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volksvoordrachten en bibliothekenVeel vroeger, reeds in 1868, was ook van het Willems-fonds te Gent de instelling der openbare volksvoordrachten
Lakenmetershuis te Gent
uitgegaan. Max Rooses hield er de allereerste voordracht over het nut dier kostelooze lessen voor het volk met vrijen ingang in zijne taal ingericht. Al de afdeelingen van het Willems-fonds volgden. Meer dan 2.000 zulke leekeser- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 371]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
moenen in de volkstaal werden sedert dien over geheel Vlaamsch België gehouden. Ook daarin volgde het Davids-fonds, maar in eenen geheel anderen, soms weerzinwekkenden geestGa naar voetnoot(1). Vooral op het gebied der openbare en kostelooze volksboekerijen is het werk van het Willems-fonds van het hoogste belang geweest. In 1865 werd de eerste dier volksboekerijen te Gent door Vuylsteke en zijne vrienden van het Willems-fonds ingericht. Het was de allereerste in geheel Vlaamsch België. Thans telt er de Gentsche afdeeling niet minder dan vijf in de Arteveldestad alleen, die sedert 1865 meer dan twee millioen en half boekdeelen kosteloos in lezing gegeven hebben. Buiten Gent heeft het Willems-fonds nog meer dan 40 andere bibliotheken geopend. Ook het Davids-fonds en de socialistenGa naar voetnoot(2) hebben later op vele plaatsen van Vlaamsch België dat voorbeeld gevolgd. Daarenboven heeft het Willems-fonds sedert 1904 insgelijks rondreizende bibliotheken (kistjes van 50 a 100 deelen) op den buiten ingericht, om ook de lezers der Vlaamsche dorpen met boeken te gerieven; en nogmaals verhaastte zich het Davids-fonds hetzelfde te doen. Niemand kan het goede berekenen, dat zulke kleine, elkander opvolgende boekenkistjesGa naar voetnoot(3) in afgezonderde dorpen moeten stichten, waar alle ander geestesvoedsel ontbreekt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 372]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overvleugeld door het Davids-fonds wat het ledental, het financieel vermogen, het getal der afdeelingen in steden en dorpen en het getal der jaarlijksche afgedrukte boekdeelen betreft, blijft het Willems-fonds den voorrang schitterend behouden op het gebied der volksbeschavende werkzaamheden. Zijne boekenuitgaven zijn ernstiger en degelijker, evenals zijne volksvoordrachten; zijne volksbibliotheken zijn talrijker en beter ingericht; zijn invloed op muzikaal gebied is verpletterend grooter dan die van het Davids-fonds. Doch beide doen hun uiterste best en verdienen de waardeering van andersdenkenden. Alzoo is de soms bittere wedijver tusschen Willems-fonds en Davids-fonds een zegen voor Vlaamsch België geworden, daar beide instellingen, iedere op hare manier, de belangrijkste diensten bewijzen aan onze verachterde Vlaamsche bevolkingen. De twee oude staatspartijen vinden in beide eenen machtigen hefboom, de moedertaal, als strijdmiddel tot opbeuring van het kwijnend Vlaanderen; want tot heden heeft men daartoe niets beters kunnen uitvinden dan het Willems-fonds en het Davids-fonds. Daarom zal ieder onbekrompen Vlaamschgezinde de namen dankbaar herdenken van Vader Rens, Julius Vuylsteke, Prof. Heremans, Aug. Gondry, G.D. Minnaert en Prof J. Vercoullie, om slechts van de algemeene voorzitters en secretarissen van het Willems-fonds te gewagen, naast de namen van Frans De Potter, Prof. P. Willems en Prof. Helleputte, de voornaamste leiders van het jongere Davids-fonds sinds 1875. En nochtans heeft de vrijzinnige partij in Vlaanderen nooit ten volle haren plicht tegenover het Willems-fonds begrepen. Zij rekent te veel op de vervoering van één oogenblik en geeft niet genoeg om de aanhoudende werking, die zich jaar in jaar uit om de volksverlichting bekommert. Deze werking moet noodzakelijk in het Vlaamsch gebeuren voor Vlaamsch België; doch bij onze verfranschte burgerij gaat de afkeer voor de volkstaal maar al te dikwijls boven de gehechtheid aan hare vrijzinnige beginselen. Om Fransche uitgaven te betalen, Fransche zang- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 373]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitvoeringen en tooneelvoorstellingen in te richten, die uitspanning zijn voor meer ontwikkelden, daarvoor heeft ze steeds tijd en geld; maar om haren steun te verleenen aan een Vlaamsch werk van volksverlichting, daarvoor moet ze gepraamd worden, stemt ze tegenstribbelend toe, houdt zich voorts onverschillig ter zijde en neemt de eerste gelegenheid te baat om hare deelneming te weigeren. Dat de clericale Vlaamschgezinden hetzelfde in hunne partij ook ondervinden, bewijzen de herhaalde klachten dienaangaande in de Jaarboeken van het Davids-fonds, onder anderen geuit door wijlen senator Lammens en door den toenmaligen vicaris-generaal Rutten, den tegenwoordigen Luikschen bisschop, in 1888Ga naar voetnoot(1). Men vergeet het maar al te vaak in onze beide oude staatspartijen: Het Willems-fonds sedert meer dan vijftig jaren en het Davids-fonds sedert meer dan 't vierde eener eeuw behartigen, ieder op zijne eigene wijze, in ons gemeenschappelijk vaderland wat de officieele verfranschte wereld uit onverstand en ook wegens hare daaruit voortspruitende onmacht niet doelmatig heeft kunnen bewerken: de verrijzenis uit zijn graf van den doodgewaanden Lazarus, dien men Vlaanderen heet, tot heil van België, tevens tot versterking van den Nederlandschen stam en van de algemeene beschaving in Europa. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Vlamingen in het WalenlandDe Flaminganten hadden in de Vlaamsche gewesten de handen reeds zoo vol, dat zij zich met de Vlamingen gevestigd in het Walenland moeilijk konden bezig houden. Hunne leus was overigens: ‘In Vlaanderen Vlaamsch’ en zij vermeden zorgvuldig alles wat zweemen kon naar ingrijpen in de huishoudelijke zaken der Walen. Nochtans waren deze laatsten, wanneer zij zich in de Vlaamsche provincies kwamen neerzetten, er sedert 1830 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 374]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
echte burgers van eerste klasse; want zij werden er (alsof zij de Waalsche streek niet verlaten hadden), in hunne taal bestuurd, gevonnist en onderwezen; terwijl de Vlamingen zelve zonder voldoende taalbescherming in hunne eigene woonsteden nog lange jaren leefden. Wanneer dezen zich daarentegen, in 't Walenland vestigden, waren zij er, wat het gebruik hunner taal betreft, ten eenemale beroofd van alle rechten of bescherming. Noch bestuur, noch school, noch gerecht schenen te vermoeden, dat te Luik en in de omstreken, te Charleroi en in vele omliggende dorpen evenals in het Borinage (de kolenstreek bij Bergen en Doornik) de Vlamingen met duizenden, ja met tientallen van duizenden woonachtig waren te midden van de Walen. Voor Luik en omstreken alleen beloopt hun getal zoowat 60.000 en over het geheele Walenland meer dan 120.000Ga naar voetnoot(1). Die Vlamingen werden sedert 1830 in hun vaderland België door de Regeering en door de overige openbare machten, voor alles wat met hunne taal in verband staat, niet minder verwaarloosd dan door de Fransche Republiek de Vlamingen in dat opzicht verwaarloosd worden, die in 't Noorderdepartement naar de Franschsprekende steden Robaais, Toerkonje, Rijsel, enz. uit armoede gedurig zijn uitgeweken. Bewogen door den staat van godsdienstige verwildering, waarin die Vlamingen (in groote meerderheid arme mijnen aardewerkers) vervallen waren in hunne afzondering verre van hunne Vlaamsche geboortestreek, bekommerde de Roomsch-katholieke Kerk zich het eerst met hun lot. Te hunnen behoeve en met het oog op hunne kinderen, richtte zij Vlaamsche sermoenen, Vlaamsche biechtstoelen en Vlaamsche cathechismuslessen in. Zoodra het duidelijk werd, dat ook de kleine burgers en werklieden eerlang in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 375]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
België hun aandeel krijgen zouden in de staatkundige macht, beijverde zich de geestelijkheid, om die verwaarloosde Vlamingen van het Walenland onder haren invloed te scharen in congregaties, patroonschappen en verdere kringen van godsvrucht, stoffelijk belang, vermaak of politiek. Middelerwijl deden de liberalen der Waalsche gewesten zoo goed als niets voor de Flamins, in hun midden verblijvende, maar van hen door hunne moedertaal gescheiden; evenmin als ze zich in 't minst den taaltoestand aantrokken van de bewoners der kleine Vlaamsche streken, die in twee onzer Waalsche provincies gelegen zijn: het stadje Edingen (Enghien, 4.500 inwoners) met een tiental Vlaamsche dorpen in Henegouwen en de kantonplaats Landen (2.400 inwoners) met eene dozijn Vlaamsche gemeenten in de provincie Luik. In de stad Luik vooral is de clericale partij integendeel zeer verstandig vooruitziende en degelijk practisch opgetreden tegenover de duizenden Vlaamsche werklieden en kleine menschen der Waalsche hoofdstad. In een groot lokaal op den Burenberg (Montagne de Buren) zijn allerlei Vlaamsche stichtingen gevestigd: eene St-Paulusgilde voor de werklieden, eene Vlaamsche burgersmaatschappij met tooneelzaal en een militaire kring, druk bezocht door de talrijke Vlaamsche soldaten van het garnizoen, die in de dichtbij gelegen citadel van Pierreuse liggen. Daarenboven bestaat er een Vlaamsch Secretariaat, waar op alle werkdagen (van 9 tot 12 uren 's morgens) inlichtingen, raad en hulp bekomen worden over logementhuizen, goedkoope woningen, onderstand bij ziekte en werkongevallen, pensioenkassen, vakscholen, alsmede over het verschaffen van werk, het plaatsen van weeskinderen, het opstellen van brieven en verzoekschriften, het aanschaffen van officieele papieren, enz. Voor alle moeilijke gevallen staan jonge advocaten ter beschikking. Bloeiende katholieke werkmansgilden van Vlamingen bestaan evenzoo in de nijverheidsdorpen rondom Luik als Seraing, Grivegnée, St-Nicolas, enz. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 376]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En wat deden de Luiksche liberalen in die richting? Bitter weinig. In October 1868 kwam een Turnhoutsche student (Gustaaf Meses) uit Leuven naar Luik studeeren. Hij was een blakende Flamingant en tevens een man van ernst en grooten practischen zin, vol plannen en gedachten. Door zijn toedoen ontstond weldra aan de Waalsche Hoogeschool een bloeiend taalminnend studentengenootschap (De Vlaamsche Eendracht)Ga naar voetnoot(1). Ook voor de verwaarloosde Vlaamsche werklieden en kleine burgers van Luik wilde hij iets beproeven. Met den steun der liberale Société Franklin (het Willems-fonds van Luik), die eene kleine toelage en eene zaal toestond, werden in 1869 en 1870 eene reeks openbare kostelooze Vlaamsche voordrachten gehouden in 't hartje der hoofdstad van het Walenland met een publiek van 100 a 200 toehoorders; maar de voorbarige dood van den talentvollen stichterGa naar voetnoot(2) sleepte weldra de opheffing der jonge instelling na zichGa naar voetnoot(3). Enkele pogingen om onzijdige, 't is te zeggen niet-clericale maatschappijen op te richten, werden nu en dan zon- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 377]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der veel gevolg aangewend door de Luiksche Vlamingen zelve uit de kleine burgerij. In 1886 stichtten zij aldus het Kinkergenootschap, ter herinnering aan den Hollandschen hoogleeraar Johan Kinker van vóór 1830. De voorzitter was Aug. Du Mont, toen ter tijd leeraar aan het kon. atheneum te Luik, later studieprefect te Aarlen, te Gent en te Antwerpen, waar hij dapper meehielp aan de eerlijke toepassing der taalwet van 1883. Het Kinkergenootschap is een kleine burgerskring, die in zijnen schoot lezingen en besprekingen houdt, doch ook in de jaren 80 enkele openbare volksvoordrachten met muziek inrichtte. In Juli 1888 heeft het eene Vlaamsche openbare volksbibliotheek van 2500 boekdeelen opgericht in de wijk Outre-Meuse, waar de meeste Vlamingen wonen. Dadelijk telde die boekerij nagenoeg 400 lezers. Een afstammeling van Prof. Kinker ondersteunt sedert jaren den kring door eene jaarlijksche gift van 100 fr. In 1894 stichtten de Luiksche Vlamingen er nog eenen breederen kring der Vereenigde Vlamingen bij, die vooral Vlaamsche tooneelvoorstellingen inricht, welke zich verheugen mogen in eenen grooten bijval. Doch de Roomsch-katholieke geestelijkheid, uitgaande van haren stelregel: ‘Wie niet met ons is, is tegen ons’, en bevreesd dat zij te Luik het monopolium der Vlamingen verliezen zou, verbood aan de leden harer Vlaamsche gilden en kringen de tooneelvertooningen en andere feesten van den onzij- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 378]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
digen kring bij te wonen. In de laatste jaren is ook te Luik, naast de Vlaamsche politieke wijkvereenigingen der clericalen, een kring van Vlaamsche progressisten tot stand gekomen. In 1890 werd te Doornik door eenige Vlaamsche ambtenaars en kooplieden eenen Vlaamschen kring gesticht, die eene Nederlandsche bibliotheek en letterkundige avonden ten behoeve zijner leden inrichtte. De ziel van dien kring was gedurende meer dan tien jaren Omer Wattez, leeraar aan het koninklijk atheneum aldaar (thans sedert 1906 te Antwerpen)Ga naar voetnoot(1). Te La Louvière bij Charleroi bestaat er onder de Vlamingen eene Katholieke Ziekenbeurs en te Bergen een Vlaamsche Katholieke Kring. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het optreden van het Algemeen Nederlandsch Verbond (1903)Het Algemeen Nederlandsch Verbond kon op dat gebied niet onverschillig blijven. Op de algemeene vergadering van Groep België te Oostende (3 Juli 1903) werd eene Commissie aangesteld tot onderzoek naar den toestand der Vlamingen in het Walenland, met de bedoeling, dat deze Groep dan voor onze verwaarloosde taal- en stamgenooten zou doen wat in zijne macht was. Dat voorstel was in het Groepsbestuur ontwikkeld geworden door Theo Coopman. Onder zijn voorzitterschap hield de aangestelde Commissie enkele vergaderingen. Eene lijst vragen betrekkelijk den toestand der Vlamingen in het Walenland werd opgesteld. Deze vragenlijst, opgenomen in het Mei-nummer (1904) van Neerlandia, werd rondgezonden in het Walen- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 379]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
land aan enkele bekende Vlamingen. Aldus werden documenten verzameld omtrent den toestand der aldaar gevestigde Vlamingen en brak de tijd tot handelen aan. Een van die documenten is geweest een uitgebreid verslag van Omer Wattez, door het Algemeen Nederlandsch Verbond uitgegeven en verspreid: De Vlamingen in het Walenland (1903). Dadelijk moest men het erkennen: wilde men iets kunnen doen om de Vlamingen in 't Walenland, die over het algemeen tot het nederigste proletariaat behooren, uit hunne zedelijke en stoffelijke ellende op te beuren, dan zou er veel geld noodig zijn. De commissie zag in, dat de Vlamingen hier niet te helpen waren met eene voordracht of een concertje. Ze zag in, dat men er allereerst moest op uit zijn, om verbetering te brengen in het stoffelijk bestaan van die arme landgenooten, en dat daarom in hun belang inrichtingen van stoffelijk nut moesten in 't leven geroepen worden. Zoo rijpte het plan tot een algemeen programma van werkzaamheden, dat men verder uitgewerkt vindt in de Grondslagen der afdeelingen Charleroi en La Louvière. Doornik en Nijvel hebben nadien dezelfde Grondslagen aangenomen. Nu moesten betrekkingen met Vlamingen in het Walenland aangeknoopt worden, ten einde de mannen van goeden wil te ontdekken, bereid om met het Verbond die mooie plannen te helpen verwezenlijken. Er werd geschreven, nog en meer. Er werden wel eens brieven ontvangen, overkokende van geestdrift voor dat mooie werk van redding van een zoo verwaarloosd gedeelte van den Nederlandschen stam; doch die geestdriftige brieven werden door geene enkele daad gevolgd. Nu het bleek, dat briefwisseling niet veel gaf, was het noodig de menschen te gaan opzoeken, de zaak met hen te gaan bespreken. Herhaaldelijk is Hipp. Meert, de ziel van het Algemeen Nederlandsch Verbond in België, naar Luik gereisd, omdat men meende met Luik te moeten beginnen. Hij heeft daar tal van personen bezocht, tal van beloften ontvangen, waar ook al niets van gekomen is. Tijdens de Luiksche Wereldtentoonstelling van 1905 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 380]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
heeft het Algemeen Nederlandsch Verbond in het Vlaamsch Te Huis op die Tentoonstelling eene groote tafel laten plaatsen, waarop de belangrijkste Nederlandsche bladen ter lezing lagen. Misschien zou dat het middel zijn om Vlamingen voor het goede doel bij elkaar te brengen. Doch niets baatte. Middelerwijl had Meert te Luik met de voortreffelijke inrichting van het Katholiek Secretariaat der Vlaamsche Werken kennis gemaakt, dat alsdan onder de kundige leiding stond van pastoor Cronenbergs met zijnen flinken hulpsecretaris pastoor De Gruyter, welke instelling aan de Roomsch-katholieke Vlamingen en Hollanders te Luik uitstekende diensten bewijst. Naar een ander arbeidsveld kon beter uitgezien worden. Later werden betrekkingen aangeknoopt met den Vlaamschen spoorwegbeambte Gustaaf VermeerschGa naar voetnoot(1) te Monceau-sur-Sambre (Henegouwen), naar aanleiding van een artikel, ingezonden voor Neerlandia, waarin hij er over klaagde, dat de Vlamingen in 't Walenland aan hun lot overgelaten werden. Hem werd kennis gegeven van de plannen van het Algemeen Nederlandsch Verbond, en met zijne medewerking werd de eerste afdeeling van het Verbond te Charleroi opgericht. Hier ook reisde Hipp. Meert herhaaldelijk uit Gent naar de Waalsche streek, om ter plaatse alles te helpen schikken. Nadien zijn gekomen de afdeelingen te La Louvière, te Namen, te Doornik (waar de reeds bestaande Vlaamsche Kring zich als afdeeling bij het Algemeen Nederlandsch Verbond aansloot) en te Nijvel in Waalsch-Brabant. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 381]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De ‘Eendracht’ te Charleroi (1906)Ziehier nu het algemeen programma van werkzaamheden, zooals het overal werd aangenomen, nadat het in 1906 voor Charleroi was uitgevaardigd als Grondslagen der aldaar opgerichte Eendracht:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 382]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit prachtig programma van werkzaamheden, zoo breed en veelomvattend, was natuurlijk een ideaal. Tot hoeverre mocht het reeds eene werkelijkheid worden? Met een innig genoegen kunnen wij vaststellen, dat enkele artikelen van dat programma thans reeds zijn verwezenlijkt. In de afdeeling Charleroi bestaat eene ziekenbeurs. De | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 383]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
afdeelingen Charleroi, Doornik, La Louvière en Nijvel hebben iedere eene Nederlandsche boekerij. Het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft de boekenkasten bekostigd en aan iedere boekerij eene of meer kisten boeken gezonden, voor het meerendeel geschonken door de zoo milde en flinkwerkende Boeken-Commissie van het Verbond te Rotterdam. De afdeeling Charleroi heeft eene letterkundige afdeeling van meer ontwikkelden, waar geregeld voordrachten gehouden worden. In den schoot van de afdeeling Charleroi is ook een Vlaamsch muziekkorps opgerichtGa naar voetnoot(1). Tot het verder uitwerken van het programma van werkzaamheden, vinden de Vlamingen in het Walenland bij zich zelf nooit de vereischte kracht, als Vlaanderen ze aan hun lot overlaat. Doet men niet voor hen, wat in dat programma voorzien wordt, dan heeft men niets gedaan. Alleen langs dezen weg zijn deze nederigen op te werken tot Belgische burgers, voor wie de Waal eerbied krijgt, terwijl nu crachat de flamin en sale flamin hem op de lippen bestorven ligt. Hier is geld noodig, zeer veel geld. Toen aan Hipp. Meert in September 1905 te Aalst hulde gebracht werd bij gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Algemeen Nederlandsch Verbond, drukte hij den wensch uit, dat voor dit ‘Werk der Vlamingen in het Walenland’ om te beginnen een kapitaaltje moest verzameld worden van 5.000 fr. Korten tijd nadien had men eene som van ruim 2.000 fr. bijeen, om de eerste uitgaven te dekken. De inschrijving, zoodra ze ernstig op touw zal worden gezet, zal wel gedijen en, we zijn ervan overtuigd, de 5.000 fr. overtreffen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 384]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het werk der Vlamingen in het Walenland is een al te edel werk, om het zonder geldelijke hulpmiddelen te laten, nu dat het door het Algemeen Nederlandsch Verbond methodisch en practisch is aangevat. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onze staatspartijen en de Vlaamsche BewegingIn de eerste vijf en twintig jaren na 1830 bekreunden zich de beide Belgische staatspartijen van den tijd geenszins om de zeer dungezaaide en machtelooze Vlaamschgezinden. Het Vlaamsch petitionnement van 1840, door Jan Frans Willems en zijne vrienden ingericht, vestigde wel een oogenblik de aandacht der politieke leiders op de ontwakende Vlaamsche Beweging, maar liet hen nog volkomen gerust en onverschillig tegenover die richting, die van geenen tel was. Alleen het vraagstuk der spelling bracht een poosje de Kamer in beroering; doch het was niets meer dan een tragicomisch tusschengeval te midden van den geregelden strijd der partijen (1844). Kort daarna waagden de Antwerpsche Vlaamschgezinden een paar pogingen in de gemeenteverkiezingen, o.a. met Conscience als candidaat, maar zij stuitten op de overmacht van de verfranschte liberalen der Scheldestad. Bij de beslissende Kamerontbinding van 1847 bekenden de Vlaamschgezinden hunne volslagene politieke onmacht in een openbaar manifestGa naar voetnoot(1). De verbittering der Flaminganten gaf zich nu en dan eens lucht in krasse protesten of roerende jammerkreten; maar wie luisterde er naar? Doch, toen in 1856 de viering der 25ste verjaring van Leopold I's troonbeklimming voorbereid werd, liet het Nederlandsch Kunstverbond van Antwerpen een zoo heftig manifest verschijnen, dat het toenmalig clericaal ministerie De Decker bang werd en de Commissie der Vlaamsche grieven insteldeGa naar voetnoot(2). Maar ook daarvan kwam zoo goed als niets te rechtGa naar voetnoot(2). Niettemin | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 385]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
begonnen de beide staatspartijen de Vlaamschgezinden in den kiesstrijd niet meer gansch over 't hoofd te zien en ze integendeel te beschouwen als ‘un appoint sérieux’, zooals een oogenblikje bleek tien jaar later bij de beslissende Kamerontbinding van 1857. Na de verkiezingen vergat men natuurlijk de gedane kiesbeloften. Middelerwijl was er nochtans in het liberaal ministerie Rogier-Frère een zeer gematigde Vlaamschgezinde getreden, Alfons Vandenpeereboom, die kleine toegevingen en verbeteringen toestond en de onschatbare eenheid van spelling in 1864 afkondigdeGa naar voetnoot(1). Te gelijk had een Gentsch clericaal Kamerlid, Pieter De Baets, de Vlaamsche Zaak in de Kamer gebracht bij de bespreking van het adres aan den Koning in 1861Ga naar voetnoot(2). De Duitscher Friedrich Oetker en de Vlaming Julius Vuylsteke waren de eerste inrichters der Vlaamschgezinden op het staatkundig terrein. Te Antwerpen trad weldra in 1861 de Nederduitsche Bond op en veroverde er het politiek slagveld op de oude staatspartijen in 1862Ga naar voetnoot(3). Van dan af was de bloeiende toongevende Scheldestad voor de Vlaamsche Beweging gewonnen. Gent kwam veel trager achterna, maar volgde toch; later ook Brussel en Brugge met andere steden. In de Kamers, in de gemeente- en in de provincieraden geraakten eenige Vlaamschgezinden van beide politieke richtingen binnen. In 1867 leverden de clericaal Jan De Laet en in 1869 de liberaal de Maere-Limnander slag in de Kamer; zij werden de een na den andere overwonnen; maar nu was toch de Vlaamsche Beweging voor goed eene politieke macht geworden op het staatkundig schaakbord van het koninkrijk BelgiëGa naar voetnoot(4). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Liberalen en clericalenNa den val van het liberaal ministerie Frère-Orban in 1870 dwong men aan de clericale Regeering de twee eerste | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 386]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
taalwetten Coremans (1873) en De Laet (1878) af. Van het liberaal ministerie Frère-Van Humbeeck verkreeg men gemakkelijker de derde taalwet De Vigne-Coremans (1883). En in Vlaamsch België moesten de twee oude staatspartijen in hun programma het beginsel der ‘taalgelijkheid’ opnemenGa naar voetnoot(1). Van dan af ondergingen de liberalen en de clericalen van Vlaanderen eene Vlaamsche kuur, die nog niet tot eene algeheele genezing hunner Franschdolheid van 1830 heeft geleid, maar ze toch beide grondig heeft vervormd op Vlaamsch gebied. Vooral sedert de toepassing van het algemeen stemrecht in 1894, door den drang der wassende democratie, werden zelfs de oude leiders der beide staatspartijen gedwongen met de Vlaamsche Beweging af te rekenen, nu dat de volkstaal de beste hefboom is gebleken te zijn, om op de meerderheid der kiezers van Vlaamsch België te kunnen werken. In Mei 1908, toen bij de Kamerverkiezingen de zegepraal der liberalen in enkele Vlaamsche kiesdistricten werd vastgesteld met de onverhoopte verovering van eenen tweeden liberalen zetel in het verkwezeld Limburg (te Tongeren), schreef een der hoofdorganen van de Brusselsche liberale pers, La Dernière Heure, de volgende bekentenis neer: L'attitude de la gauche libérale dans la question de la loi Coremans (en 1907) n'est pas étrangère à ce succès. Depuis que le parti libéral a compris qua le peuple flamand ne pouvait être émancipé que dans sa langue et que les efforts nécessaires ont été faits pour organiser une prorpagande constante dans la langue du peuple, nous ne cessons de faire de nouveaux adhérents en Flandre. Nochtans zijn in den schoot der twee oude staatspartijen de Franskiljons nog zeer machtig gebleven. Bij de liberalen als bij de clericalen zijn de hoogere standen geenszins gewonnen en hun minachtende afkeer voor de moedertaal is soms zoo hevig, dat hij hen al de rest doet vergeten en ze in elkanders armen werpt tegen de wederzijdsche Flaminganten hunner eigene partij, als bij voor- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 387]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beeld in het potsierlijk kartel der Vulgarisateurs te Gent en elders of bij de bespreking van menige taalwet in de Kamer. De hooge Roomsch-katholieke geestelijkheid, de adel, de wereld der hooge financie en der groote nijverheid, de groote grondeigendom zijn nog zeer anti-Vlaamsch gebleven. Bij de clericalen als bij de liberalen bestaat er in dien zin een machtige ‘parti de la France’. Doch de democratische massa van het algemeen stemrecht houdt die kleine aristocratische minderheid in eene betrekkelijke onmacht op politiek gebied. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De SocialistenSedert lange jaren had zich eene derde staatspartij gevormd en omstreeks 1885 is zij voor goed op het staatkundig slagveld als eene macht verschenen: de socialisten. Evenals hunne twee oude historische voorgangers begonnen de socialisten in Vlaanderen met anti-Vlaamsch te zijn, alhoewel zij in onze gewesten hunne aanhangers schier uitsluitend vonden onder de nederigste lagen van de Vlaamschsprekende en tevens Franschonkundige bevolking der steden en dorpen. Hoe kan het mogelijk zijn, dat eene ultra-democratische partij de taal van het volk niet verdedigde tegen de verfranschte aristocratie en ploutocratie van Vlaanderen? Aan de leiders der Belgische ultramontanen heeft men meer dan eens verweten, dat hun vaderland niet in België, maar te Rome is. Evenzoo heeft men van de leiders onzer socialisten gezegd, dat hun vaderland te Parijs is, in de stad der omwentelingen van 1789, 1830 en 1848, ja in de stad der Commune van 1871, die zij nog ieder jaar met feesten en ten minste in dagbladartikels geestdriftig herdenken. In dien gemoedstoestand moesten de Vlaamsche socialisten eerst zoo goed als niets gevoelen voor de Vlaamsche Beweging. Daarenboven is deze laatste vooral werkzaam op het gebied der intellectueele ontvoogding van het volk en heeft | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 388]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zich in mindere mate ingespannen voor de vraagstukken van zuiver stoffelijken aard en van economischen welstand, terwijl de meeste socialisten in hunne beweging eerst en vooral eene ‘biefstukkwestie’ zien, zooals hun Gentsche aanvoerder Eduard Anseele zoo schilderachtig brutaal pleegt te zeggen. Nochtans zijn niet alle socialisten van tel blind gebleven voor de onloochenbare democratische beteekenis der Vlaamsche Beweging. Reeds in de jaren '60 was de Gentenaar Emiel Moyson onder hen beslist Vlaamschgezind, als getreden uit den kring van Julius Vuylsteke en van 't Zal wel gaanGa naar voetnoot(1). Ook Dr Cesar De Paepe, de merkwaardigste man der socialistische partij in hare opkomst en een der stichters van de socialistische groep te Brussel, betuigde herhaaldelijk zijne sympathie en zijne bewondering voor de Vlaamsche Beweging. Tijdens de woelingen der Gelijkheidswet De Vriendt-Coremans erkende de Gentsche leider Edmond Van Beveren op eene groote meeting in Februari 1897, dat de Vlaamsche Beweging oneindig veel gedaan heeft voor de ontvoogding van het Vlaamsche volkGa naar voetnoot(2). En al schaarde zich Anseele bij de Vulgarisateurs, zoodra zij in 1898 opkwamen, en al miskende hij de Vlaamschgezinden op de meest bekrompene wijze in een drietal beruchte openbare twistgesprekken gehouden te Gent in 1899, in 1901 en in 1905Ga naar voetnoot(3), toch ijverde hij met de overige socia- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 389]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
listen der Kamer ten voordeele der voorgestelde taalwetten, zelfs toen hij tijdelijk door de Waalsche kiezers van Luik naar het Parlement werd afgevaardigd. Ook de Waalsche socialisten der Kamer trotseerden manmoedig de impopulariteit bij hunne kiezers en weerstonden vastberaden de bekrompene aanrandingen der liberalen in hunne kiesdistricten, om de zaak der Vlaamsche democratie in de wetgevende aangelegenheden te dienen. In den allerlaatsten tijd hoorde men zelfs den parlementairen hoofdman der socialisten Emiel Vander Velde te Brussel op eene groote kiesvergadering in April 1906 beslissende en bindende verklaringen afleggen over de Vlaamsche BewegingGa naar voetnoot(1). Twee jaar later, op eene volksvergadering in de stampvolle Antwerpsche Beurs, bij de indrukwekkende feestviering van den Guldensporenslag, den 11 Juli 1908, trad advocaat Alb. De Swarte uit Brussel als tolk der socialisten op, na de redenaars der liberalen en clericalen (Louis Franck, Adelfons Henderickx en anderen). Onder meer zeide hij: Ik wil bijzonder mijne socialistische vrienden op het hart drukken, dat wij ons meer moeten bekommeren met de Vlaamsche Beweging, omdat zij eene volksbeweging is. Onze socialistische meester Cesar De Paepe heeft van de Vlaamsche Beweging getuigd, dat zij eene democratische beschavende beweging is. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 390]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alzoo zijn onze drieGa naar voetnoot(1) Belgische staatspartijen langzamerhand, en meer uit nood soms dan uit liefde, verzoend geraakt met de Vlaamsche Zaak, die zij eerst beurtelings negeerden, verwierpen, verachtten en tegenwerkten. Dat is een verschijnsel van de hoogste beteekenis voor de toekomst. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Vlaamsche Beweging en de stoffelijke belangen van Vlaamsch BelgiëAnseele en meer andere socialisten hebben herhaaldelijk beweerd, dat de Vlaamsche Beweging onverschillig gebleven is aan de stoffelijke belangen van het Vlaamsche volk. Dit verwijt is volkomen ongegrond. De waarheid is, dat de Vlaamschgezinden er zich om bekommerd hebben, toen nog niemand in België er oog voor had en zeer lang voordat het socialisme in ons land opkwam. Zeker hebben de Flaminganten eerst de bedreigde moedertaal willen redden. Zij waren in den beginne meestal dichters en romanschrijvers, die eene nieuwe nationale letterkunde wilden scheppen. Voor de ontbrekende volkslectuur en voor het volkstooneel hadden zij eerst te zorgen. Conscience leerde zijn volk lezen en Vuylsteke verschafte aan den Vlaming nuttige vrijzinnige volksboeken. Kostelooze voordrachten en bibliotheken, populaire kunst en volksschouwburgen voorzagen in de intellectueele behoeften van den verwaarloosden, verachterden Vlaamschen stam. Het Vlaamsche boek, het Vlaamsch tooneel en het Vlaamsche woord, ziedaar de drie voornaamste wapens der Flaminganten in hunnen eersten strijd tot opbeuring van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 391]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vlaamsch België. Alzoo werkten zij vooral op den geest en op het hart van hun volk, dat onder hunnen invloed zijne nationale fierheid en zijne eigenwaarde heeft herwonnen. In zekere kringen spreekt men nu veel van ‘âme belge.’ Al wie weet wat de ‘âme flamande’ was geworden kort na 1830, en er de ‘âme flamande’ van heden bij vergelijkt, zal beseffen wat al wonderen de Vlaamsche Beweging op geestelijk gebied heeft verricht. Maar ook de stoffelijke belangen, die overigens van de geestelijke ontwikkeling van een volk grootendeels afhankelijk en volkomen onafscheidbaar zijn, werden niet gansch uit het oog verloren. Zulks bewijzen de socialistischgetinte romantische werken van de Flaminganten Eugeen Zetternam (†1855), Emiel Moyson, Jacob Kats en enkele anderen, zonder te spreken van de dichters als Julius Vuylsteke, die in zijnen beroemden Optocht der Gentsche fabriekwerkers (1856) het aangrijpendste stuk socialisme gaf sedert 1830, Anseele's Voor 't volk geofferd (1880) niet uitgezonderd; zulks bewijzen de ontelbare klachten der Flaminganten in de persGa naar voetnoot(1); zulks bewijzen zekere studiesGa naar voetnoot(2) en volksboeken, uitgegeven door het Willems-fonds, als Julius Vuylsteke's zoo stoute Korte statistieke beschrijving van België (1870). In den laatsten tijd vooral is ingenieur Lod. De Raet onder de Vlaamschgezinden als apostel der stoffelijke belangen opgetreden met evenveel klem en ten minste zooveel degelijkheid als de socialistische leiders, bij voorbeeld in zijne merkwaardige studie: Een economisch programma der Vlaamsche Beweging (1906). Voeg daarbij het welsprekend programma van werkzaamheden, door het Algemeen Nederlandsch Verbond ontworpen tot opbeuring der Vlamingen in het Walenland. Eerst beperkt tot de taal- en letterkunde met Willems, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 392]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Conscience en hunne tijdgenooten, heeft de Vlaamsche Zaak zich allengskens en geleidelijk uitgebreid tot het gebied der politiek met Vuylsteke, Gerrits, De Laet, Coremans, De Geyter, de Maere, De Vigne, Jan Van Rijswijck, Julius Sabbe en meer anderen; tot dat der fraaie kunsten en vooral der muziek met den genialen Peter Benoit en zijne school; tot dat der historische en taalkundige wetenschappen met Vuylsteke, de hoogleeraren Heremans, Vercoullie en meer anderen; tot dat der natuurwetenschappen met Prof. Mac Leod en zijne volgelingen, en eindelijk tot dat der sociale en economische vraagstukken met Lod. De Raet en zijne groep. De Vlaamsche Beweging is overigens uit haren aard zelve, in al hare veelzijdigheid, allereerst de zaak van de algeheele zedelijke en stoffelijke verheffing der verwilderde lagere standen in Vlaamsch-België; maar zij is altijd wars gebleven van elke ophitsing tot socialen haat en klassenstrijd. Door de liefde voor de volkstaal en door het versterken van het nationaliteitsgevoel, de hoogere verfranschte standen verzoenen en versmelten met de Vlaamschgeblevene kleine burgers, werklieden en boeren, - ziedaar haar verheven maatschappelijk ideaal. In de eerste afleveringen van een professors-tijdschrift der Gentsche Hoogeschool, dat onder den titel: La Flandre libérale, in de Arteveldestad vóór ruim eene halve eeuw verscheen, schreef een jonge Gentenaar, Jan Stecher (de latere welbekende Luiksche hoogleeraar), een paar merkwaardige studies over Le mouvement flamand, waarin hij met eene zeldzame stoutheid en verhevenheid van gedachten over het verleden, het heden en de toekomst van het Vlaamsche volk sprak. Dat was in Juli 1847, een klein jaar vóór de Fransche omwenteling van 1848. Stecher gaf er eene critische schets van de geschiedenis der Vlaamsche Beweging, die nu nog met voordeel kan gelezen worden, en hij legde den nadruk op hare politieke en sociale beteekenis in eenen tijd, toen schier niemand in België er iets van vermoedde: La cause de la langue flamande est, dans nos provinces, la cause | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 393]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
du peuple. Il y a parmi nous des citoyens en grand nombre, qui pourraient entrer en communion avec l'esprit moderne plus facilement au moyen du flamand qu'au moyen du français. Voilà toute la question flamande. Elle est, comme on voit, essentiellement démocratique et n'est qu'une face de la grande question libérale: l'émancipation de tous. Deze guldene woorden, als het ware profetisch neergeschreven in 1847, zijn heden hunne verwezenlijking nabij, dank zij de zoo vaak miskende Vlaamsche Beweging. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prins Albrecht en onze taalToen in Januari 1891 Prins Boudewijn, de populaire troonopvolger, plotseling door den dood werd weggemaaid op 21jarigen leeftijd, was de rouw algemeen in België, vooral in Vlaanderen, waar de ‘Vlaamsche Prins’ zooveel sympathie gewonnen had door zijne kennis der volkstaal, niet het minst onder de werklieden en de boeren. Zijn broeder, de bijna 16jarige Prins Albrecht, die nu zijne plaats naast den troon moest innemen, was nog onbekend en, zooals het spreekwoord zegt, daardoor ook nog onbemind. De Vlamingen stelden zich angstig de vraag: Zal onze toekomstige Koning een Vlaamschsprekend vorst zijn als Prins Boudewijn of een vreemdeling door de taal tegenover Vlaamsch-België? Men sprak er over in de Vlaamsche pers en op de Vlaamsche vergaderingen. Eindelijk verstoutte zich eene afvaardiging van den Vlaamschen katholieken Landsbond, die op 27 Februari 1892 door Leopold II te Brussel in het Koninklijk Paleis ontvangen werd, de vraag rechtstreeks aan onzen vorst te stellen, hem vragende of Prins Albrecht eene Vlaamsche opvoeding ontving. De | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 394]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Koning antwoordde welwillend, dat hij gelukkig was te mogen verzekeren, dat de Prins denzelfden Vlaamschen leermeester als wijlen Prins Boudewijn had gekregen en dat men volkomen gerust kon zijn. Twee jaar later, in Februari 1894, kwam de jonge Prins, een slanke blonde reus, in de kleedij van luitenant der grenadiers te Gent, om er een liefdadigheidsconcert van de jagers-verkenners der burgerwacht bij te wonen. Al de voorstellingen der overheden aan den Prins geschiedden in het Fransch door de zorgen van den gouverneur van Oost-Vlaanderen R. de Kerchove; maar de Gentsche burgemeester H. Lippens stelde hem de leden van het Schepencollege in 't Nederlandsch voor. Dit was als eene gezochte gelegenheid voor den zwijgenden en nog schuchteren jongen vorst, om een gesprek in de volkstaal aan te knoopen, en hij onderhield zich vrij lang in 't Nederlandsch met schepen De Vigne, aan wien hij onder meer al zijne bewondering uitdrukte voor de oude Vlaamsche liederen, die waren uitgevoerd geworden. Van zijnen kant betuigde De Vigne aan den Prins zijn innig en dankbaar genoegen, dat hij met een lid van ons Koninklijk Stamhuis onze moedertaal had kunnen spreken. De omstanders, die gretig toeluisterden, stelden vast, dat Prins Albrecht de taal der Vlamingen tamelijk vlot en zuiver sprak. De pers maakte dadelijk het nieuws wereldkundig in Vlaanderen tot veler innige voldoening. Het volgend jaar, in Mei 1895, keerde Prins Albrecht naar Gent terug om een ander liefdadigheidsfeest bij te wonen. Dezen keer werd hij officieel in de volkstaal ontvangen door den voorzitter der feestcommissie, die niemand anders was dan de Maere. Deze zei met nadruk tot den jongen Prins: Ik heb de eer Uwe Koninklijke Hoogheid onzen hartelijksten welkomsgroet toe te sturen en dit te doen, niet alleen in naam, maar ook in de taal der Vlaamsche bevolking dezer stad. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 395]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vader draagt den doorluchtigen naam van Graaf van Vlaanderen. Gij zelf zult eenmaal geroepen worden den schepter te zwaaien over eene bevolking van vier millioen Vlamingen; en Gij zult ondervinden, dat die Vlamingen verkleefde en vreedzame onderdanen zijn, wier leus steeds is: Hou ende Trou; die houden aan hun recht, maar getrouw zijn aan hunnen vorst. De Prins gaf daarop een klein antwoord in 't Vlaamsch. Het wisselen van die twee officieele toespraken in de moedertaal schonk aan dit feest eene eigenaardige beteekenis. Daaruit kon men zien, dat de taal der Vlamingen niet onwaardig was om een lid van het Koninklijk Stamhuis plechtig te begroeten noch om van zijne lippen te vloeien. Hier had de Maere eenen nieuwen dienst aan de Vlaamsche Beweging bewezen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prins Albrecht in de Kon. Vlaamsche Academie (1896)Nog een jaar later keerde de Prins ten derde male naar de Arteveldestad terug om er van zijne kennis der volkstaal van Vlaanderen blijken te geven. Ditmaal gold het een officieel bezoek aan de Koninklijke Vlaamsche Academie, die op 18 October 1896 haar tienjarig bestaan vierde. In tegenwoordigheid van twee ministers, van den gouverneur en van den burgemeester, van senators en volksvertegenwoordigers, generaals, schepenen, raadsheeren aan het Beroepshof en allerlei andere hooge overheden, hield er de Kroonprins eene belangrijke Nederlandsche redevoering. Naast de onvermijdelijke en gebruikelijke complimenten bevatte die toespraak de volgende verklaring, zeer behoedzaam en schier schroomvallig in haren zwakken vorm, doch in den grond eene echte verklaring van Vlaamschgezindheid: Gij hebt allen, Mijne Heeren, aan dit edel doel gewerkt: de taal van onzen Vlaamschen stam in eere te houden... | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 396]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vlaamsche land, dat te allen tijde aan wetenschappen, aan kunst en letterkunde eene zoo talrijke en roemrijke schaar van verdienstelijke mannen heeft opgeleverd, zal de faam der beschaving en der edele geestgewrochten altijd hoog en ongeschonden dragen. Die kleine ‘Vlaamsche troonrede’ van Prins Albrecht, zooals men ze betitelde, maakte veel indruk in den lande en vond dadelijk den weg tot het hart van vier millioen Vlamingen, die wilden wat is recht en wilden winnen wat zij wildenGa naar voetnoot(1). Over die heugelijke gebeurtenis schreef Het Volksbelang: Het is wellicht te betreuren, dat men voor het zetten van dien gewichtigen stap, geen beter, geen onzijdiger terrein heeft gekozen dan den door en door clericalen bodem der Koninklijke Vlaamsche Academie, die de beste Zuid-Nederlandsche schrijvers uit haren schoot verwijderd houdt, omdat zij liberaal zijn, en die onder de liberale letterkundigen stelselmatig voor geene andere hare poorten opent, dan voor dagenen, die zich om de eene of de andere reden buiten de Vlaamsche liberale partij hebben geplaatst, zonder te spreken van die liberalen, die het sedert den val van het liberaal ministerie raadzaam geacht hebben tot de clericalen over te loopen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 397]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan Noord-Nederland zullen zij aantoonen, dat de Vlaamsche strijd wel degelijk is vooruitgegaan sedert 1830, nu dat de vermoedelijke erfgenaam van den troon het Nederlandsch spreekt in eene plechtige officieele gelegenheid, ten gehoore van een groot getal der hoogste ambtenaars van het koninkrijk België. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prins Albrecht op het Ledegancksfeest te Eekloo (1897)Nog een jaar verliep en ten vierden male bewees Prins Albrecht zijne sympathie voor de taal der Vlamingen, ditmaal niet te Gent, maar in de hoofdstad van 't Meetjesland, bij de onthulling van Ledeganck's standbeeld in 's dichters nederige geboortestad Eekloo. Toen Ledeganck er op 9 November 1805 als de zoon van eenen armen eenvoudigen schoolmeester in een klein huisje van eene zijstraat werd geboren, zuchtte zijn vaderland onder het Fransche juk. Zijne moedertaal, waarin hij eens zoo meesterlijk zingen zou, was streng verbannen, zelfs uit de uithangborden. Eekloo was eene Fransche sous-préfecture van het Département de l'Escaut. Ledeganck was tien jaar oud, toen de slag van Waterloo ons de verlossing bracht en het koninkrijk der Nederlanden tot stand kwam. De moedertaal der Vlamingen werd door koning Willem I in hare eer hersteld en Ledeganck's vader, de nederige schoolmeester van Eekloo, ontving zelfs van de Nederlandsche regeering eene belooning wegens zijne verdiensten als Vlaamsche onderwijzer. Vóór 1830 schreef Ledeganck zijne eerste gedichten, die reeds zijne latere meesterschap aankondigden, onder andere zijne Laatste Zwaluw (1828), die men ‘de eerste zwaluw van de aanbrekende lente der Zuidnederlandsche letterkunde’ heeft geheeten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 398]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maar de Belgische Omwenteling, gestookt door de papen, de Walen en de blinde radicalen van den tijd, deed het vrijzinnig koninkrijk der Nederlanden ineenstorten; en onder de overwonnenen bevond zich ook de moedertaal der Vlamingen. Het Fransch werd feitelijk, ondanks art. 23 der Belgische Grondwet, de eenige officieele en alleenzaligmakende taal van het nieuwe koninkrijk België. Doch uit Eekloo zond Jan Frans Willems in 1834 zijn manifest der Vlaamsche Beweging uit en Ledeganck was een der eersten en der besten om zich aan zijne zijde te scharen. Toen Ledeganck in Maart 1847 te Gent als schoolinspecteur en gevierd dichter overleed, waren de toestanden nog buitengewoon zorgwekkend. In zijne bezielde Drie Zustersteden (1846) had hij juist den noodkreet der Vlaamsche vaderlanders laten weerklinken. Naar zijn graf werd hij door velen eerbiedig gedragen, maar het waren slechts de Vlaamschgezinden, die hem eerden als voortreffelijken dichter; de Fransche officieele wereld kende hem maar als ambtenaar. Vijftig jaar later, op 29 Augustus 1897, verdrong zich de geheele officieele wereld op de Botermarkt van Eekloo, nu in ‘Ledegancksplaats’ herdoopt, om er zijn bronzen standbeeld te onthullen. Op de estrade zag men twee Vlaamsche ministers (Begerem en Schollaert), den voorzitter van den Senaat, de drie gouverneurs der provincies Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen, de burgemeesters der drie zustersteden Gent, Brugge en Antwerpen, den bisschop van Gent, enz., met den nasleep van alle mindere waardigheidsbekleeders van Vlaamsch België. En in hun midden, boven hen uitstekende door geboorte, rang en gestalte, den slanken flinken kroonprins Albrecht van België, den toekomstigen Koning van ons land. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De officieele redevoeringen te EeklooIn 1847, bij Ledeganck's afsterven, was alles Fransch wat de klok sloeg in de hoogere kringen en in de officieele plechtigheden. In 1897 namen de officieele heeren te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 399]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eekloo de eene na den anderen het woord in de gulden moedertaal van den dichter der Drie Zustersteden, zoo goed als zij konden, de eenen slecht, de anderen beter. Maar allen deden hun best om deelachtig te worden aan de hooge populariteit, die vijftig jaar na Ledeganck's dood verbonden is aan het gebruik der moedertaal in de eens zoo verfranschte Vlaamsche gewesten. En het volk stond rondom hen geschaard, gretig luisterende naar de woorden, die uit hunnen mond vloeiden, ingetogen en ernstig, wanneer de officieele redenaar op zijn Koeterwaalsch of op zijn Brugsch of op, zijn Duitsch de heerlijke klanken onzer moedertaal radbraakte; maar opgetogen en trillend van genot en juichend uit volle borst, toen zijne moedertaal weerklonk zooals zij moet, krachtig en zangerig, edel en kloek, uit den mond van Antwerpens Burgemeester Jan Van RijswijckGa naar voetnoot(1). Ofschoon niet op onberispelijke wijze voorgedragen, was de Nederlandsche toespraak van Prins Albrecht niette- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 400]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
min merkwaardig door de roerende hulde die hij bracht aan Ledeganck als dichter en als mensch. Bij zijn uitstappen aan het spoorstation was de Prins door den Burgemeester van Eekloo in de moedertaal verwelkomd geworden en had in die taal natuurlijk bedankt. Veel merkwaardiger nog waren de toespraken van de burgemeesters der drie Zustersteden. Burgemeester Braun van Gent verklaarde plechtig, dat de Arteveldestad van het Franskiljonisme niet weten wilde: Gij dichter hebt ons gezegd: ‘Past op, neemt u in acht voor de taal van 't Zuiden!’ Vrees niet: Wij zijn Burgemeester Visart van Brugge, een geboren Waal gelijk zijn Gentsche ambtgenoot, stelde vast, dat ‘de doode maget’ van Ledeganck verrezen en ‘Brugge-Zeehaven’ was geworden: Uw uiterste wensch, o dichter, is zijne verwezelijking nabij. Het Vlaamsche Brugge eerbiedigen zijne zonen. Zij hebben op nieuw Vlaamsche taal, Vlaamsche zeden, Vlaamschen geest doen heer- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 401]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schen en bloeien. Het ‘schoone Brugge’ herstellen zij met liefde en de kunst zelve bewoont wederom zijnen grond. En ‘'t levend Brugge,’ 't handeldrijvend Brugge, waarvan Ledeganck verklaarde: Die twee zoo verhevene en zoo dichterlijke redevoeringen werden eenigszins bedorven door de gebrekkige uitspraak; maar Burgemeester Jan Van Rijswijck's schitterende warme improvisatie greep het samengestroomd volk onweerstaanbaar aan, van het eerste oogenblik af dat de zilverklank zijner machtige streelende stem over het breede marktplein door de lucht weergalmde. Men had eene speld hooren vallen, terwijl hij sprak; en als korte donderslagen brak nu en dan het jubelend applaus der menigte los, om spoedig te bedaren ten einde den gevierden redenaar te laten uitspreken. Duizenden hingen daar aan zijne lippen en niet het minst de jonge Kroonprins zelf, voorover gebogen op zijnen hoogen staatsiezetel. Het was als een dichterlijk vuurwerk, bij klaarlichten dag in den glanzenden zonneschijn afgestoken ter eere van Ledeganck, van de moedertaal en van het vaderland. En geen stenograafGa naar voetnoot(1) stond daarbij om dat meesterstukje van populaire welsprekendheid op te teekenen! Prins Albrecht zal die toespraak tot het volk in de volkstaal wel nooit vergeten. Misschien zal hij in gansch zijn officieel leven de gelegenheid niet meer hebben om de toovermacht der moedertaal op de menigte zoo overstelpend vast te stellen als daar, in Augustus 1897, op het Ledegancksfeest te Eekloo. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 402]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prins Albrecht en Prinses Elisabeth te Antwerpen (1900)In 1900 werd onze Kroonprins verloofd met Prinses Elisabeth van Beieren en men vernam met innig genoegen in Vlaamsch België, dat onze toekomstige koningin zich op
Prins Albrecht
de studie van de moedertaal der Vlamingen toelegdeGa naar voetnoot(1). In October kwam het jonggehuwde vorstelijk paar naar | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 403]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
België en van de Duitsche grens tot aan de hoofdstad was het voor hen beiden een triomftocht. Prins Albrecht verzekerde, dat zijne gemalin reeds onze taal tamelijk goed sprak, al was het nog met een Duitsch tintje. In December begon het prinselijk echtpaar de reeks der officieele bezoeken aan de Vlaamsche steden. Burgemeester Jan Van Rijswijck
Eerst te Antwerpen werd het den 22 December 1901 op de gulhartigste en geestdriftigste wijze ontvangen ondanks eene sombere werkstaking van duizenden dokwerkers der haven; maar Burgemeester Van Rijswijck had van de verbitterde werklieden eene soort van wapenstilstand bekomen om de twee jonggelhuwde Prinsen te verwelkomen. Op het stadhuis der Scheldestad sprak de Burgemeester Nederlandsch. Prins Albrecht antwoordde ook in die taal en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 404]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
haalde eenige verzen uit Ledeganck's Ode aan Antwerpen aan. In de Beurs had daarna een prachtig Vlaamsche concert plaats met eene Brabançonne op Vlaamsche woorden gezongen en de Prins dankte in onze taal. In den Dierentuin volgde een tweede Vlaamsch concert met Benoit's Rubenscantate en nogmaals sprak er de Prins in onze taal. Eindelijk had 's avonds een galafeestmaal plaats, waarop Jan Van Rijswijck twee verrukkelijke Vlaamsche heildronken voordroeg, den eenen op Leopold II, den anderen op de twee jonggehuwden, die hij, in eene onvergetelijke inspiratieGa naar voetnoot(1), vergeleek met de ‘twee conincskinderen’ uit het oude volkslied: Si hadden malcander so lief! Diep geroerd antwoordde Prins Albrecht ook in 't Nederlandsch, zeggende dat hij wel geen meester was in de welsprekendheid zooals de redenaar, die men kwam te hooren, maar dat hij niet nalaten kon zijne diepe erkentelijkheid uit te drukken voor het prachtig onthaal, hem en de Prinses te beurt gevallen: Nooit zullen wij dezen dag vergeten. Mijn hart stroomt over van erkentelijkheid, wanneer ik U voorstel te drinken op den steeds toenemenden bloei en den vooruitgang der stad Antwerpen. Al de redevoeringen te Antwerpen op dien officieelen feestdag waren in 't Nederlandsch geweest, uitgenomen ééne enkele: die van den pastoor-deken der O.L. Vrouwekerk Helsen, die, ofschoon geboortig uit het hartje der Kempen, in zijne hoofdkerk de twee Prinsen in 't Fransch meende te moeten aanspreken, tot groot misnoegen der Vlaamsche pers en niet het minst der clericale bladen. Sedert 1830, wanneer ooit onze koningen Leopold I en Leopold II in 't openbaar een officieel bezoek aan eene onzer Vlaamsche steden brachten, was tot dan toe altijd en alles uitsluitend Fransch geweest. Door Burgemeester Jan Van Rijswijck was nu in 1901 bij de plechtige ontvangst | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 405]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den Kroonprins in de Scheldestad voor het eerst met die onzinnige overlevering gebroken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Gentsche Vulgarisateurs en Prins AlbrechtDat werd in den lande niet weinig besproken. En nu rees de vraag op: Wat zullen de burgemeesters van Gent, Brugge en andere Vlaamsche steden doen bij de ontvangst. van het vorstelijk echtpaar? Na Antwerpen kwam de beurt aan Gent. De Gentsche afdeeling van 't Willems-fonds en de plaatselijke tak van 't Algemeen Nederlandsch Verbond richtten tot Burgemeester Braun een vertoog, om hem te verzoeken het voorbeeld van Antwerpen's burgemeester te volgen. Daarop zond de maatschappij der Vulgarisateurs aan den Burgemeester een tegenverzoekschrift (25 Februari 1901), waarin te lezen stond: Il nous paraît inconvenant de faire usage, dans une solennité publique, d'une langue que ne comprennent pas toutes les personnes auxquelles s'adressent les discours de bienvenue. Or, s'il est établi que le Prince Albert comprend le flamand et peut s'exprimer dans cette langue, il est non moins établi que la Princesse Elisabeth, née et élevée en Bavière, n'a jamais eu l'occasion de se familiariser avec la langue parlée dans la partie-Nord de la Belgique. Il est au contraire avéré que notre future Souveraine s'exprime avec autant de facilité en français qu'en allemand. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 406]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit meesterstukje van ongemanierdheid en parvenusverwaandheid (in een niet onberispelijk Fransch opgesteld) was onderteekend door de twee ondervoorzitters Maurice de Smet de Naeyer en Pierre Willems met den secretaris G. Van Montagu. In latere jaren zal men verbaasd staan over zooveel gemis aan nationale eigenwaarde bij drie mannen, dragende drie door en door Vlaamsche namen en met zoo'n diepe verachting op hunne eigene moedertaal neerziende. Doch wat gebeurde er? Burgemeester Braun stoorde zich niet aan dien potsierlijken brief der Gentsche Vulgarisateurs. Hij liet aan Prins Albrecht eenvoudig vragen, of het hem welgevallig zijn zou in het Nederlandsch aangesproken te worden bij zijn officiëel bezoek te Gent; en Prins Albrecht antwoordde, dat zulks hem niet alleen welgevallig was, maar dat hij zelf ook in 't Nederlandsch antwoorden zou. Dit was eene welverdiende les voor de Vulgarisateurs. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het bezoek aan de stad Gent (1902)Wegens den gezegenden toestand van Prinses Elisabeth moest maandenlang het bezoek aan de stad Gent worden uitgesteld. Den Zondag 3 November 1901 beviel zij van eenen zoon, die de toekomst van het Koninklijk Stamhuis kwam verzekeren. Ondanks enkele onmachtige protesten van socialistische zijde was de vreugde algemeen in België, omdat ons volk overtuigd is, dat in ons land het koningdom de beste der republieken is. Burgemeester Jan Van Rijswijck zond zijn officieel telegram van heilwenschen aan Prins Albrecht in de moedertaal der Scheldestad naar Brussel, en van Prins Albrecht ontving hij een Vlaamsch telegram ten antwoord. Het Volksbelang schreef te dier gelegenheid: Vlaanderen is blijde en rustig, nu het weet, dat zijne twee toekomstige koningen Vlaamsche vorsten zullen zijn. Want Prins Albrecht, die zelf ondervonden heeft hoe de kennis der moedertaal van Vlaamsch België voor hem van groot belang is, zal wel zorgen, dat zijn zoontje in dat opzicht zijne voetstappen drukke. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 407]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En dat zal iets nieuws zijn in ons Koninklijk StamhuisGa naar voetnoot(1) en te gelijk een nieuwe sterke band tusschen Volk en Kroon. Den 20 Juli 1902 brachten eindelijk Prins Albrecht en Prinses Elisabeth hun officieel bezoek aan de stad Gent. Op het Provinciaal bestuur had er eerst eene Fransche receptie plaats bij den gouverneur R. de Kerchove, maar zonder redevoeringen. Daarna ging men naar 't stadhuis, waar Burgemeester Braun den officieelen welkomsgroet in 't Nederlandsch aan het vorstelijk echtpaar bracht. Hij herinnerde er aan, dat de Pacificatie van 1576 in dat gebouw werd onderteekend, en onder de hoede der gevoelens van verzoening en broederliefde van Geuzen en Katholieken in de 16e eeuw plaatste hij de ontvangst der doorluchtige bezoekers. Aan de Prinses zei hij in 't bijzonder: Men heeft ons verzekerd, dat Uwe Koninklijke Hoogheid er zich op toegelegd heeft onze Vlaamsche moedertaal aan te leeren, ten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 408]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
einde nog beter het hart der Vlamingen te winnen. Ja, daarmede hebt Gij ons hart gewonnen. De Prins antwoordde met eene lange Nederlandsche toespraak, waarin hij ook historische herinneringen aan Artevelde en de Kerels ophaalde en ‘het vaandel van den Zwarten Leeuw hoog en fier liet wapperen,’ onder de toejuichingen der honderden Gentenaren geschaard in de groote benedenzaal van 't stadhuis. In de hoofdkerk werden de Prinsen in 't Fransch ontvangen door den bisschop Stillemans, zoon van eenen schoenmaker van St-Nikolaas. Voegen wij er bij, dat Mgr. Stillemans eene tweede toespraak tot de twee vorstelijke bezoekers richtte, ditmaal in 't Nederlandsch. Zij was zelfs zonder einde en wenschte onder anderen aan Prins Albrecht de populariteit toe van Keizer Karel V, die in de St-Baafskerk ten jare 1500 het doopsel ontvangen heeft. Wij wenschen eene geheel andere glorie aan Prins Albrecht dan die van den doorluchtigen dwingeland en ketterverbrander der 16e eeuw. Op het officieel eetmaalGa naar voetnoot(1), bij de bezoeken aan het koninklijk Conservatorium, aan het burgerlijk gasthuis der Bijloke en aan het Museum, enz. was verder alles weer Fransch, zooals het te Gent gebruikelijk is. Maar de Nederlandsche officieele rede van burgemeester Braun op het stadhuis en de tweetalige toespraak van den Franschgezinden bisschop Stillemans in de hoofdkerk waren beide teekens van de veranderde tijden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De bezoeken aan de andere Vlaamsche stedenTe Brugge en in de andere Vlaamsche steden waren vervolgens de officieele toespraken der burgemeesters en de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 409]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
antwoorden van den Prins allen in de moedertaal der Vlamingen, uitgenomen te Leuven in Mei 1904, waar de Franschgezinde burgemeester en liberale senator Vital De Coster alles in 't Fransch deed geschieden (tegen den wensch van den Prins, beweerde Julius Hoste in zijne Vlaamsche Gazet van Brussel). Zelfs de kinderen der volksscholen en der weezengestichten hadden, zoo 't schijnt, bevel gekregen om te roepen in 't Fransch: Vive le Prince! Vive la Princesse! Maar de studenten teekenden tijdens de ontvangst luid protest aan door Vlaamsche zangen en kreten, en een burger overhandigde aan den Prins en aan den Burgemeester een exemplaar van het Vlaamsch vlugschrift, dat onder het volk verspreid werd tegen de miskenning der volkstaal. De stadspolitie maakte procesverbaal op tegen den stoutmoedige. Drie jaar later vond men nog eenen anderen Vlaamschen burgemeester om Vital De Coster na te volgen: Ed. De Cocq, burgemeester der stad Mechelen; maar het werd zeer opgemerkt, dat Prinses Elisabeth een meisje, dat haar bloemen aanbood, omhelsde en in 't Vlaamsch bedankte. Het gedrag van den Franschgezinden ‘maneblusscher’ werd overigens in de Vlaamsche pers algemeen en streng afgekeurd, evenals dat van Vital De Coster te Leuven in 1904. Wat Prins Albrecht betreft, in tal van officieele omstandighedenGa naar voetnoot(1) bleef hij getrouw aan zijne Vlaamsche gedragslijn: alzoo op het Mérodefeest te Berchem in Augustus 1905, bij zijn bezoek aan de Antwerpsche dokken in Augustus 1907, bij de galavertooning in den nieuwen schouwburg der Nederlandsche opera te Antwerpen, in Januari 1908, enz. Met groot genoegen stelde de Vlaamsche pers vast, dat de Prins onze taal nu zonder Duitsch bij- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 410]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tintje zeer vloeiend spreekt. Prinses Elisabeth spreekt ook Vlaamsch en onze taal maakt deel uit van het studieprogramma der jonge Prinsen. Men mag het wel herhalen: het is in Vlaamsch België een nieuwe sterke band tusschen Volk en Kroon. Tevens is het eene beteekenisvolle hulde van ons Koninklijk Stamhuis aan de Vlaamsche Beweging. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wetten en besluiten der RegeeringWat hebben de VlamingenGa naar voetnoot(1) sedert 1830 gewonnen? Het is der moeite waard die balans eens bondig op te maken. De officieele veroveringen, kleine en groote, die wij aan de openbare machten hebben afgedwongen, zijn chronologisch de volgende: De verbeterde spelling onzer moedertaal, eerst in 1841 onder de Vlaamschgezinden vastgesteld, namens de Regeering in 1844 bij koninklijk besluit door Minister d'Anethan grootendeels aangenomen. De zuiver platonische verklaring, in de wet van 1 Juni 1850 neergeschreven, waarbij onze taal in het middelbaar onderwijs van den Staat (atheneums en middelbare scholen der Vlaamsche gewesten) ‘grondig’ zou aangeleerd worden. De opening aan de Gentsche Hoogeschool van eenen leergang voor de geschiedenis der Nederlandsche taal en letterkunde (November 1854). De instelling in 1858 door Minister Rogier van eenen vijfjaarlijkschen prijs voor de Nederlandsche letterkunde en van eenen driejaarlijkschen voor de Vlaamsche tooneelstukken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 411]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De invoering in 1860 door Minister Alfons Vandenpeereboom van het premiestelsel tot aanmoediging van het Vlaamsch tooneel. De invoering door Minister Vander Stichelen van tweetalige opschriften in de stations van den Staatsspoorweg, zoowel in 't Walenland als in Vlaamsch BelgiëGa naar voetnoot(1). Het recht aan de Vlaamsche studenten erkend van ge deeltelijk in hunne moedertaal hun examen te mogen afleggen, om tot eene Hoogeschool toegelaten te worden (1861). De gemeenschappelijke Nederlandsche spelling van Noord en Zuid bij Koninklijk besluit door Minister Alfons Vandenpeereboom in 1864 officieel uitgeroepen voor alle takken van het bestuur en van het openbaar onderwijs van den Staat. De herinrichting in 1865, door denzelfden Minister, van den grooten muzikalen Staatsprijskamp (gezegd ‘van Rome’), waarbij aan de mededingers voortaan de keus werd overgelaten te werken op eenen Franschen of op eenen Nederlandschen tekst. De taalwet Coremans van 1873, later aangevuld door de taalwet De Vigne-Coremans van 1889, waarbij aan de Vlamingen het gebruik hunner taal vóór de rechtbanken der Vlaamsche gewesten gedeeltelijk gewaarborgd werd. De taalwet De Laet van 1878, regelende het gebruik der moedertaal door den Staat in bestuurlijke zaken voor de Vlaamsche provincies. De invoering door Minister Bara in 1878 van het tweetalig Beknopt verslag der Belgische Kamers naast de uitvoerige Fransche Annales parlementaires. De invoering door Minister Sainctelette in 1879 van den VlaamschenGa naar voetnoot(2) Reisgids der Belgische spoorwegen naast | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 412]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Franschen, die sedert jaren op Staatskosten alleen werd uitgegeven. De taalwet De Vigne-Coremans van 1883, waarbij het Nederlandsch de voertaal werd van een zeker getal onderwijsvakken in de Vlaamsche atheneums en middelbare scholen van den Staat. De oprichting in December 1883 aan de Hoogeschool van Gent, door Minister Van Humbeeck en Prof. A. Wagener, van de Vlaamsche Normale Afdeelingen, die gevoegd werden bij de Faculteit van wijsbegeerte en letteren, om later, door de wet van 1890, in die Faculteit voor goed versmolten te worden. De gedeeltelijke invoering door Minister Beernaert van eene Vlaamsche munt naast de Fransche: halffrankstukken in 1886, 1 fr.- en 2 fr. stukken in 1887, later gevolgd door nikkelstukken van 5 en 10 centiemen in 1894. De stichting der Koninklijke Vlaamsche Academie te Gent in 1886 door de Ministers Beernaert en de Moreau. De inrichting in 1888 van eenen vrijen Nederlandschen leergang van plantenkunde bij de Faculteit der wetenschappen van de Gentsche Hoogeschool, op aanvraag van Prof. Mac Leod. De invoering door Minister Beernaert der tweetalige bankbriefjes van 20 fr. en van 50 fr. in 1888, gevolgd door die van 100 fr. in 1896. Het amendement Hanssens-Buls-Graux in de wet van 1888 op het onderwijs der Krijgsschool, waarbij de kennis van het Nederlandsch (de taal van de groote meerderheid der soldaten) op zeer onvoldoende wijze werd voorgeschreven aan de officieren van het Belgisch leger, te beginnen met 1 Januari 1891. Het amendement Helleputte-Le Jeune-Nerincx in de wet van 1890 op het hooger onderwijs, waarbij de kennis van de volkstaal geëischt werd van de te benoemen rechterlijke ambtenaars in de Vlaamsche gewesten, te beginnen met 1 Januari 1895. De inrichting van eenige leergangen in het Nederlandsch | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 413]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bij 's Rijks Fransche Tuinbouwschool te Vilvoorde in 1890 door Minister De Bruyn. De inrichting in 1890 door Minister de Burlet van eenen Nederlandschen leergang over strafvordering aan de Staatshoogescholen van Gent en van Luik. De taalwet Coremans-Le Jeune van 1891, waarbij de taalrechten der Vlamingen gedeeltelijk gewaarborgd werden vóór de Beroepshoven van Brussel en Luik. De invoering door Minister Jules Vandenpeereboom van tweetalige postzegels: zegel van 35 centiem in 1891, al de overige in 1893. De taalwet Begerem van 1894, aan de Vlamingen het recht erkennende hunnen eed in hunne moedertaal af te leggen in de Kamers, vóór het gerecht, in het bestuur, in het onderwijs, in het leger, in de burgerwacht, enz. De vervlaamsching door Minister Begerem in 1895 van het Belgisch Staatsblad, dat tweetalig werd onder den dubbelen titel: Moniteur belge-Journal officiel Staatsblad. De zoogenoemde taalwet Heuvelmans van 1897 (art. 37 der wet op de burgerwacht), voorschrijvende het gebruik der moedertaal in de Vlaamsche gewesten voor de commando's, het beheer en de tuchtraden. De verheffing der Antwerpsche muziekschool van Peter Benoit tot Koninklijk Vlaamsch Conservatorium, in 1897 na langen strijd aan Minister De Bruyn afgedwongen. De taalwet De Vriendt-Coremans of Gelijkheidswet van 1898, waarbij het Nederlandsch als officieele taal van België werd erkend op gelijken voet met het Fransch en o.a. bepaald werd, dat de beide Wetgevende Kamers over den tweetaligen tekst der wetten te gelijk zouden stemmen. De amendementen J. Vander Linden op het Militair Strafwetboek in 1899, waarbij aan de Vlaamsche soldaten eene rechtspleging in hunne taal gedeeltelijk werd toegestaan vóór de militaire rechtbanken van het gansche land. De taalwet Vander Linden-Renkin van 1908, die het taalrecht der Vlamingen vóór het Assisenhof van Brabant gedeeltelijk waarborgde. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 414]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De zeer onvoldoende erkenning van het taalrecht der Vlamingen, in 1908 neergeschreven in de koloniale wet bij gelegenheid der overname door België van den Congo-Vrijstaat. Vooral in de laatste vijf en twintig jaren hebben de Kamers en de Regeering meer en meer aan de Vlaamsche Beweging moeten toegeven, zooals overtuigend blijkt uit de vergelijking van twee uitgaven van het Willems-fonds, verschenen in 1882 en in 1909Ga naar voetnoot(1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Andere officieele veroveringenOp officieel gebied werd verder nog bekomen: De gedeeltelijke vervlaamsching der Gemeenteraden, welke (buiten die van de kleine steden Turnhout, Lier en Blankenberghe en van de overgroote meerderheid der dorpen), eerst allen in 't Fransch beraadslaagden na 1830. Antwerpen gaf het sein der vervlaamsching in 1861; Gent volgde veel later met de meeste andere steden der Vlaamsche gewesten; aan den staart kwamen Leuven, Mechelen, Kortrijk en Ieperen, waarvan de gemeenteraden nog overwegend Fransch zijn. De gedeeltelijke vervlaamsching der Provincieraden, waar alles vroeger in 't Fransch gebeurde, en waar nu de beraadslagingen ook ten deele in 't Vlaamsch worden gehouden. Het eerst gebeurde zulks in den Raad der provincie Antwerpen, later in dien van Oost-Vlaanderen, eindelijk ook in dien van West-Vlaanderen en van Limburg, doch in veel mindere mate. Die van Brabant te Brussel blijft nog zoo goed als uitsluitend Fransch. Een begin van vervlaamsching van het Belgisch Parlement: de eerste Vlaamsche eed werd door De Laet afgelegd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 415]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in 1863, gevolgd in 1866 door dien van Gerrits en in 1867 door dien van Coremans, in 1870 van enkele anderen, en zoo voorts, zoodat na de invoering van het algemeen stemrecht in 1892 schier al de Vlaamsche leden van de Kamer en van den Senaat den eed in 't Vlaamsch afleggen; - de eerste Vlaamsche redevoering werd in de Kamer gehouden door Coremans in 1888 op eene uitdaging van Bara; en later volgden de steeds talrijkere Vlaamsche redevoeringen in de Kamer sedert 1892 na de invoering van het algemeen stemrecht; - de eerste kleine Vlaamsche redevoering werd gehouden in den Senaat door Baron de Coninck in 1890; na de uitbreiding van het kiesrecht bleef de Senaat nog Fransch; stippen wij enkel de kleine Vlaamsche redevoering aan van senator Mertens in 1900, deze laatste vergezeld van een hevig protest der Luikerwalen. Een begin van vervlaamsching van ons Koninklijk Stamhuis: zijne eerste Vlaamsche officieele redevoering hield Koning Leopold II te Brussel in 1887. Hij wachtte daarna twintig jaren om zijne tweede Vlaamsche toespraak te houden in 1905 te Antwerpen, mitsgaders zijne tweetalige rede te Brugge in 1907; - daartegenover stellen wij de talrijke Vlaamsche toespraken zijner twee vermoedelijke opvolgers, de prinsen Boudewijn (zaliger) en Albrecht, die beide eene ernstige kennis der moedertaal van de meerderheid der Belgische bevolking hebben verworven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De geestelijke gevolgen der Vlaamsche BewegingMaar buiten al die toegevingen der verfranschte officieele wereld heeft de Vlaamsche Beweging sedert 1830 nog veel andere schier onverhoopte wonderen verricht. Eene nieuwe Nederlandsche letterkunde is opgebloeid in Vlaamsch België, dat na 1600 zoo goed als onvruchtbaar was geweest op dat gebied. Onze prozaschrijvers en vooral onze dichters hebben eene goede plaats ingenomen naast die van Noord-Nederland, waar de besten onder hen nog | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 416]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meer lezers en koopers vinden dan in Vlaamsch België en gretig als medewerkers in de voornaamste Hollandsche tijdschriften worden onthaald. De Vlaamsche kunstgeschiedenis en lettercritiek is herboren met Sleeckx, Rooses, Vanden Branden, Pol De Mont, Aug. Vermeylen en anderen. Ons Vlaamsch tooneel, zoo laag gezonken tot aan Waterloo, is in zijne eer hersteld; het beschikt over een verbeterd repertorium, speelt met bezoldigde troepen in groote officieele schouwburgen te Antwerpen, te Brussel en te Gent en leent zelfs nu en dan enkele zijner beste krachten aan Holland, als Mev. Catharina Beersmans in 1877, daarna Mev. Philomene Van Kerckhoven-Jonckers en Laroche in 1902. De Vlaamsche muziek is ontstaan onder de leiding van Peter Benoit, wiens oratorio's in Noord en Zuid, in Frankrijk, in Engeland en in Duitschland de ronde gedaan hebben; en te Antwerpen bloeit eene Nederlandsche Opera, dank zij vooral de stukken van Jan Blockx, die ook de ronde in Europa aan 't doen zijn. De wetenschap wordt niet meer uitsluitend in 't Fransch beoefend. De Germaansche taalkunde, gesticht door de eerste voorvechters na 1830 (Bormans, Blommaert, Serrure, David, Snellaert, Heremans), werd sedert 1884 door Prof. J. Vercoullie der Gentsche hoogeschool vernieuwd en leverde reeds twee Vlaamsche medewerkers aan Prof. de Vries' groot Woordenboek der Nederlandsche taal te Leiden. Ook aan de Leuvensche hoogeschool der Bisschoppen is later eene taalkundige Germaansche school opgerezen. Voorbereid door autodidacten als Willems, David, De Potter en Vuylsteke, ging ook van de Gentsche hoogeschool in 1884 eene beweging uit voor de beoefening der historische wetenschappen in het Nederlandsch, evenals Prof. J. Mac Leod, derzelfde Universiteit, sedert 1888 de leider was der gelijke beweging op het gebied der natuurwetenschappen en tevens de vader der Natuur- en Geneeskundige Congressen, die jaarlijks sedert 1897 met eenen stijgenden bijval vergaderen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 417]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voeg daarbij de Vlaamsche University Extension van Gent (1892), die zeven jaar later door Leuven werd nagebootst. Ook de zeer verfranschte advocatenwereld, die in 1830 aan 't hoofd stond der Franschgezinde oppositie tegen Koning Willem I, heeft zich gedeeltelijk vervlaamscht onder den invloed van de Vlaamsche Conferenties der balies, waarvan de eerste, in 1873, door Alb. Fredericq en Julius Obrie te Gent gesticht, nagevolgd werd te Antwerpen, te Brugge, te Brussel en te Leuven, en sedert 1900 houdt het Congres der Vlaamsche rechtsgeleerden geregeld zijne zittingen in de eene of andere Vlaamsche stad. Daar waar men in 1830 tegenover de reeds betrekkelijk talrijke Fransche bladen geen enkel Vlaamsch dagblad bezat, en slechts beschikte over armzalige week- en halfwekelijksche bladen, waarvan het meestgelezen geen duizend abonnenten telde, heeft men sedert 1844 een begin van Vlaamsche dagbladpers, die nog niet op de hoogte is der Fransch-Belgische, maar toch reeds beschikt over goede dag- en weekbladen, vooral te Antwerpen, te Gent en te Brussel, en waarvan de centenbladen der clericalen, liberalen en socialisten het geheele Vlaamsche land overstroomen met dagelijksche volkslectuur op meer dan 400,000 exemplaren. Wij bezitten ook een begin van inrichting op het gebied van den staatkundigen strijd. Te Antwerpen heeft men sedert 1861 den Nederduitschen Bond en sedert 1865 den Liberalen Vlaamschen Bond, welke laatste de eenige Vlaamschgezinde kiesvereeniging des lands is, die hare candidaten eigenmachtig stelt op de gezamenlijke partijlijst bij Kamer-, provincie- en gemeente-verkiezingen. Te Gent, te Brussel, te Brugge, enz. hebben de Vlaamschgezinden ook eenen zekeren invloed op de politieke partijen en op de verkiezingen verkregen, maar zij zijn er nog verre van af de stevige Antwerpsche inrichting te bezitten. Enkele algemeene organismen hebben de Vlamingen op staatkundig terrein ook trachten in te richten voor geheel Vlaamsch België, maar zonder veel blijvende uitslagen te bekomen: aldus achtereenvolgens Het Vlaemsch | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 418]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verbond (1861), de Bond der Vlaamsche liberale Vereenigingen (1882), de Vlaamsche Katholieke Landsbond (1891), het Nationaal Vlaamsch Verbond (1891), de Vlaamsche Volksraad (1893), enz. In elk geval wordt er nu in de Vlaamsche gewesten met de Flaminganten in den schoot van iedere partij meer of min afgerekend, waar ze vroeger totaal onmachtig waren. Zelfs de socialisten hebben zich in den laatsten tijd met de Vlaamsche Beweging verzoend. De Vlaamsche jeugd, de intellectueelen, zijn ook gedeeltelijk gewonnen. De onderwijzers der Staatsnormaalschool van Lier onder den bezielenden invloed van Jan Van Beers (1849), van Sleeckx (1860) en van hunne opvolgers; de leerlingen der Vlaamsche atheneums onder de leiding van Heremans (1845), Rooses, enz. te Gent, van Jan Van Beers (1860), Pol De Mont, enz. te Antwerpen, van Julius Sabbe (1869), enz. te Brugge; de leerlingen der colleges van bisschoppen en paters, onder de leiding van pastoor Guido Gezelle, pastoor Hugo Verriest, Albrecht Rodenbach, enz.; de studenten onzer hoogescholen dank zij David (1836), P. Willems, P. Alberdingk Thijm, enz. te Leuven, en dank zij Heremans (1854), Vuylsteke, Mac Leod, Vercoullie, enz. te Gent; zelfs kleine groepen studenten der Hoogescholen te Brussel en te Luik; - al die jeugdige krachten vullen gedurig in grooter getal de rangen der afgestorvenen aan onder de intellectueelen, die het Vlaamsche land trachten wakker te schudden en te beschaven. Ook de zeer eigenaardige en talrijke wereld der turners werd in Vlaamsch België voor de verfransching behoed, grootendeels door toedoen van den wakkeren apostel der lichamelijke oefeningen N.J. Cupérus, van Antwerpen, die in België en in het buitenland den Vlaamschen naam op turngebied zeer hoog heeft weten op te houden als leider en voorzitter van den Belgischen TurnbondGa naar voetnoot(1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 419]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daar waar tegenover de Hollandsche taalbroeders tot aan Waterloo slechts achterdocht en vervreemding bestonden en tot aan 1830 bijna vijandschap was ontstaan, is de toenadering tot het meer ontwikkelde Noord-Nederland ook ver gevorderd. De steeds grootere bijval der dertig achtereenvolgende Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen sedert het eerste te Gent in 1849 gehoudenGa naar voetnoot(1); de kennismaking met de Noordnederlandsche boeken, die vroeger in Vlaanderen geene lezers vonden; het aanknoopen van velerlei betrekkingen tusschen letterkundigen en geleerden van Noord en Zuid; de afschaffing der Septemberfeesten in 1880; het stichten van het Algemeen Nederlandsch Verbond in 1895 door den Vlaming Hipp. Meert en zijne verbazende uitbreiding, na de verplaatsing van den hoofdzetel naar Dordrecht in 1898, onder de bezielende leiding van Dr Kiewiet de Jonge; de beweging voor de ‘Entente hollando-belge’ sedert 1905 en de samenstelling | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 420]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Nederlandsch-Belgische Commissie in 1907 - ziedaar de meest in 't oog loopende bewijzen der algeheele verzoening en geestelijke toenadering van België met Nederland. Ook voor Holland is zulks van groote beteekenis, zelfs op stoffelijk gebied, daar aldus voor de Noordnederlandsche schrijvers hunne boekenmarkt uitgebreid werd tot vier millioen Vlamingen, die zonder de Vlaamsche Beweging nooit één Hollandsch boek zouden opengedaan hebben of gekocht; en daar de markt van den Nederlandschen landbouw en van de Nederlandsche handel en nijverheid op den tijd van tien jaren (sedert 1897) gestegen is van 159 tot 299 millioen frank, dat is met circa 88 %Ga naar voetnoot(1). Daarenboven hebben de vroeger geheel afgezonderde Vlamingen ontdekt, dat zij niet alleen aan hunne Noordergrens, maar ook aan de overzijde van den Evenaar, in het verre Zuid-Afrika, honderden duizenden van taal- en stambroeders tellen, die zij hartstochtelijk zijn gaan aanhangen. Zulks bleek vooral tijdens den onrechtvaardigen oorlog van Engeland tegen Transvaal en den Oranje-Vrijstaat (1899-1902) en bij het triomfantelijk bezoek van President Krüger (1901) en van de drie Boerengeneraals Botha, De Wet en Dela Rey in België (1902). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Verrijzenis van het Vlaamsche volkConscience en de romanschrijvers, die op hem volgden, leerden de Vlamingen lezen. Ledeganck, Theodoor en Jan Van Rijswijck, Van Duyse, Van Beers en al onze dichters die hun voetspoor drukten, bezielden ons volk in zijnen strijd voor taal en landaard. Nieuwe gansch onbekende of sedert eeuwen ingedommelde gevoelens ontwaakten krachtig in het gemoed der Vlamingen: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 421]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De liefde voor hunne miskende moedertaal en de fierheid over hun grootsch verleden en over het heldhaftig voorgeslacht der Klauwaards en der Geuzen, fierheid die met boeken als Conscience's Leeuw van Vlaanderen (1839) tot in de onderste lagen der stedelijke en landelijke bevolkingen doorgedrongen is; de algemeene leeslust, in steden en dorpen opgewekt door de inrichting van kostelooze volksboekerijen en door het ontstaan van eene geheele bibliotheek van nuttige volksboeken op allerlei gebied, dank zij vooral het Willems-fonds van Julius Vuylsteke en van zijne volgelingen, later nagebootst op clericaal gebied door het Davids-fonds van Frans de Potter en Prof. P. Willems sedert 1875; de ontvankelijkheid voor een doorzijpelen der vrijzinnige gedachten tot in de minste dorpen van ons arm verkwezeld Vlaanderen, dank zij de boeken van het Willems-fonds en de liberale en socialistische centenbladen, vooral sedert de invoering van het algemeen stemrecht in 1892; de dorst naar rechtvaardigheid en de behoefte aan gelijkheid tegenover de beter bedeelde Walen, ten gevolge van eene reeks geruchtmakende ‘schandalen’ als de zaak Sleeckx (1844), de zaak Karsman (1863), de zaak Coucke en Goethals (1865), de zaak Schoep (1872), enz.; de stijgende behoefte aan uiterlijk vreedzaam machtvertoon tot bevestiging der Vlaamsche taal en nationaliteit door optochten, volksvergaderingen en feesten, waaronder de indrukwekkendste waren: de Vlaamsche stoet en landdag te Brussel van 1873, die leidden tot het bekomen der allereerste taalwet; het Consciencefeest te Brussel in 1881 en de koninklijke begrafenis van Vlaanderens geliefden romanschrijver te Antwerpen in 1883; het Breidelfeest te Brugge in 1887; de feesten ter eere van Peter Benoit te Antwerpen in 1892 en 1897; de Vlaamsche stoet en landdag te Brussel in 1897, die leidden tot het bekomen der Gelijkheidswet De Vriendt-Coremans in 1898; het Willemsfeest te Gent in 1899; de herdenking der 600ste verjaring van den Guldensporenslag te Kortrijk in 1902; eindelijk het aangroeiend bewustzijn van de eenheid, van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 422]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de levenskracht en van de groote toekomst van den Nederlandschen stam, niet alleen in Noord en Zuid, maar ook buiten Europa in Zuid-Afrika, een bewustzijn dat zich vooral belichaamd heeft in het Algemeen Nederlandsch Verbond. Zelfs op financieel gebied heeft de Vlaamsche Beweging enkele bewijzen van kracht gegeven, al behooren de meeste Flaminganten niet tot de rijke standen van Vlaanderen. Voor het praalgraf van Conscience op het Kielkerkhof te Antwerpen (1885) werd eene som van meer dan 23.000 fr. ingezameld bij volksinschrijving; en onder de liberalen alleen kreeg men tusschen Januari 1903 en het einde van 1908 meer dan 26.500 fr. bijeen tot het vestigen van het Julius Vuylsteke-fonds. Voegen wij daarbij eene reeks giften van Dr. V. De Hoon aan het Willems-fonds, beloopende tot de gezamelijke som van 15.650 fr., waaruit het Victor De Hoon-fonds is ontsproten, mitsgaders al de andere giften gedaan aan het Willems-fonds, te zamen de 50,000 fr. overtreffende in de laatste dertig jaren. Bij de stichting harer vijfde openbare kostelooze bibliotheek in de Arteveldestad ontving de Gentsche afdeeling van het Willems-fonds meer dan 3.000 fr. aan giften der liberale burgerij; en toen in 1904 het algemeen bestuur van het Willems-fonds de rondreizende bibliotheken op den buiten inrichtte, kreeg het dadelijk meer dan 4.000 fr. aan vrijwillige giften. Pas was dezer dagen het verslag van De Raet namens de tweede Commissie der Vlaamsche Hoogeschool verschenen, of men besloot een strijdfonds te stichten. De inschrijving, sedert eenige weken aangekondigd, maar nog niet eigenlijk ingericht, heeft reeds zonder moeite ongeveer 10.000 fr. opgebracht. Zijn dat geene bemoedigende cijfers voor de Vlaamsche Beweging?Ga naar voetnoot(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 423]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Andere bewijzen van kracht mogen nog heeten: de verwerping in den Senaat (1904) van het wetsvoorstel Vander Kelen-Ligy, dat voor doel had de zoogenoemde taalwet Heuvelmans van 1897 op de vervlaamsching der burgerwacht te doen intrekken; evenals het ontstaan van het ‘Mouvement wallon’ sedert 1886 met zijne Ligues wallonnes, Congrès wallons en Vulgarisateurs ook een blijk is van de wassende macht der Vlaamsche Beweging, die hare vijanden dwingt zich steviger in te richten tot behoud der vroegere voorrechten en misbruiken. Men mag zeggen, dat de Vlaamsche Lazarus sedert 1830 uit zijn graf is verrezen en dat hij vast besloten is te leven en niet te sterven. Dat is wellicht het belangrijkste verschijnsel in de geschiedenis van België sedert 1600. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De nog bestaande Vlaamsche grievenHoe bemoedigend die ontwaking van Vlaamsch-België ook zij, toch zal men te gelijk erkennen, dat er nog oneindig veel moet veranderen en verbeteren, voordat ons Vlaamsche volk zich in eenen normalen toestand van echt nationale gezondheid zal bevinden. Op officieel gebied zijn de Vlaamsche grieven op verre na nog niet alle uit den weg geruimd. Daargelaten dat de zuurbevochten taalwetten noch volledig noch eerlijk wor- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 424]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den toegepast, zelfs niet door de rechterlijke macht noch door de officieren van leger en burgerwacht, die steunpilaren der maatschappelijke orde; - nog moeten de Vlamingen, vooraleer zij in hun vaderland eenigszins de rechten en voordeelen der Walen zullen genieten, onder meer de volgende hervormingen bekomen: De aanvulling der taalwetten op het gerecht, op het bestuur en op het onderwijs, vooral met het oog op het arrondissement Brussel, op het kanton Edingen in Henegouwen en op het kanton Landen der provincie Luik, waar de zuiver Vlaamschgebleven bevolking van het platte land nog geheel of gedeeltelijk verstoken blijft van de taalbescherming, die de overige inwoners van Vlaamsch België genieten. De inrichting van een hooger onderwijs in het Nederlandsch (vier faculteiten met de technische scholen) benevens eene Veeartsenijschool, eene Landbouwschool en eene Mijnbouwschool, deze laatste tot vorming van Vlaamschkundige ingenieurs met het oog op de nieuwe kolenmijnen der Belgische Kempen. De vervlaamsching van het vrij middelbaar onderwijs der Roomsch-katholieke geestelijkheid naar het voorbeeld der officieele atheneums en middelbare scholen van den Staat, sedert de taalwet van 1883. De verdediging der lagere volksscholen tegen het voorbarig opdringen van het Fransch, ten nadeele van de geestesontwikkeling der kinderen van den minderen man. De vervlaamsching der lagere en middelbare normaalscholen in de Vlaamsche gewesten. De vervlaamsching der landbouw- en hofbouwscholen in Vlaanderen. De vervlaamsching van het onderwijs aan de nijverheidsGa naar voetnoot(1), handels- en zeevaartscholen alsmede de ver- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 425]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vlaamsching van het Belgisch zeewezen der louter Vlaamsche kustGa naar voetnoot(1). De vervlaamsching der koninklijke muziekconservatoriums en der andere muziekscholen (buiten Antwerpen) benevens die der Academies van beeldende kunsten en mindere teekenscholen van Vlaamsch België. De verplichting voor de officieren en voor de krijgsdokters van het Belgisch leger, om de taal van de groote meerderheid hunner manschappen ernstig te kennen en vloeiend te spreken. De vervlaamsching van de gendarmerie in Vlaanderen en van den toldienst aan de Nederlandsche grens. De verplichting voor onze gezanten en consuls van Belgische nationaliteit om Nederlandsch te kennen. De terruggaaf aan Vlaamsch-België der 21 Vlaamsche gemeenten, die ten onrechte voor Waalsche werden verklaardGa naar voetnoot(2) en daardoor beroofd werden van de waarborgen der taalwetten, als Brussel, Schaarbeek, St-Gilles, St-Joostten-Noode, Aubel, Marke-bij-Edingen, enz., zonder den Vlaamschen uithoek (Landen) in de Waalsche provincie Luik te vergeten. De regeling van het gebruik van het Nederlandsch vóór de burgerlijke en handelsrechtbanken van Vlaamsch België en vóór het Verbrekingshof te Brussel. De bescherming van het taalrecht der Vlamingen in 't Walenland gevestigd op den voet der taalwaarborgen, die de Waal sedert 1830 bezit in de Vlaamsche gewesten. De ernstige regeling van het taalrecht der Vlamingen in onze nieuwe kolonie van Congo. Dat alles zal de toekomst brengen. Wij leven in een vrij land. De Vlamingen zijn de meerderheid in Bel- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 426]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
giëGa naar voetnoot(1). Het hangt van hen zelven af, dat zij niet langer als burgers van tweede klasse moeten dienst doen in het gemeenschappelijk vaderland der Vlamingen en Walen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De stoffelijke grievenMeestal de voorgaande nog bestaande Vlaamsche grieven zijn van bestuurlijken, paedagogischen, rechterlijken of politieken aard. Doch andere economische en stoffelijke grieven zijn niet minder gewichtig. Sedert 1830 werden in dat opzicht de Vlaamsche gewesten door de Regeering stiefmoederlijk behandeld of zelfs op zekere gebieden volkomen verwaarloosd. De Belgische Omwenteling was grootendeels het werk der Walen en der Roomsch-katholieke geestelijkheid geweest. Ook speelden zij beiden eene overwegende rol in de eerste jaren van het nieuw Koninkrijk België. De geestelijkheid zorgde voor hare kathedralen, kerken, kapellen, seminaries en kloosters, met de ontelbare scholen, die er aan verbonden werden, dank zij de onbeperkte vrijheid van onderwijs, door de Grondwet van 1831 uitgeroepen. De Walen met het groepje hunner Franschgezinde geestverwanten der Vlaamsche steden leidden geruimen tijd de intellectueele beweging en beheerschten de politiek. In de ministerraden zetelden de Walen schier uitsluitend tot in de jaren 60. Ook in de ministerieele bureelen is hun overwicht boven de Vlaamsche ambtenaars verbazend grootGa naar voetnoot(2). Natuurlijk | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 427]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
traden hunne stoffelijke belangen op den voorgrond in de bemoeiingen der Regeering. De kolenmijnen, de metaalindustrie, de glasblazerijen, de smeltovens, de steengroeven der Walen van Luik, Charleroi en Bergen werden bevoordeeligd boven den landbouw en de nijverheid der Vlamingen (katoen- en linnenweverij). In de handelsverdragen met Frankrijk, Engeland, Nederland en Duitschland werd eerst en vooral voor de Walen gezorgd; de Vlamingen kwamen maar achteraan of werden volkomen opgeofferd, hetgeen meer dan eens bittere klachten en verontwaardigde protesten vanwege de afgevaardigden van Gent, Brugge, Kortrijk, Roeselare, Antwerpen, enz. in de beide wetgevende Kamers uitlokte. In hunnen buitenhandel gedwarsboomd, werden de Vlaamsche gewesten in de binnenlandsche gunsten der Regeering nog achteruitgezet. StraatwegenGa naar voetnoot(1), binnenvaarten, spoorwegen en buurtspoorwegen heeft de Belgische Staat sedert 1830 op groote schaal aangelegd en met het geld der gemeenschappelijke Schatkist bekostigd in eene veel grootere verhouding over de vier Waalsche dan over de vijf Vlaamsche provincies. Zelfs de grondbelasting was langen tijd ongelijk verdeeld. Tot in 1867, toen de nieuwe rechtvaardigere grondbelasting eindelijk ingevoerd werd, hadden Oost- en West-Vlaanderen te zamen jaarlijks 962.295 fr. te veel betaald, en hadden Luik, Namen en Henegouwen te zamen jaarlijks 1.006.774 fr. te weinig betaaldGa naar voetnoot(2). Omstreeks 1900 lagen op 3.271 kilometers Staatsspoorwegen er 1,373 in 't Vlaamsche land tegen 1.898 in de Waalsche provincies. Zij hadden te zamen aan de Belgische schatkist de som van 1.345.418.000 fr. gekost (gemiddeld 411.317 per kilometer), waarvan (buiten Brussel) 564.738.300 fr. voor | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 428]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Waalsche en 215.941.000 voor de Vlaamsche spoorwegen werden uitgegeven. Het verschil was eigenlijk nog veel grooter, omdat het leggen der Staatsspoorwegen duurder is in 't steenachtige Walenland dan in de Vlaamsche zandvlakte. Omstreeks hetzelfde jaar 1900 had het Vlaamsche land slechts 342 postkantoren tegen 418 voor het veel minder bevolkte Walenland. Hetzelfde geldt voor de telegraafkantoren en voor de buurtspoorwegenGa naar voetnoot(1). Voor de Vlaamsche zeekust had men te Brussel in de Waalsche kringen der bureelratterij schier geene oogen. Daar scheen men zelfs te vergeten, dat België aan de Noordzee eene prachtige kust bezit. De voortreffelijke natuurlijke zeehaven van Nieuwpoort liet men meer en meer verzanden, wanneer eenige millioenen, anders zoo kwistig aan het Paleis van justitie te BrusselGa naar voetnoot(2) en aan andere weeldeuitgaven verspild, voldoende zouden geweest zijn, om geheel den zeehandel onzer kust herop te beuren. Ook de vóór 1830 zoo bloeiende zeevisscherij liet men doodbloeden. Er zijn hartverscheurende episoden in de geschiedenis van de achterstelling onzer Vlaamsche gewesten op dat gebiedGa naar voetnoot(3). In De Panne, waar de beste loodsen der gansche Noordzee sedert 1830 worstelen tegen eenen hopeloozen ondergang, kan men voor de sloepen dier uitstekende visschersbevolking geene kleine schuilhaven bekomen, die er zoo noodig als brood is, alhoewel onze kroonprins Albrecht van België | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 429]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
er persoonlijk sedert een vijftal jaren voor in de bres gesprongen isGa naar voetnoot(1). Alleen Oostende, de bad- en speelstad der rijke wellustelingen van Noord-Europa, waar de Koning 's zomers verblijft, werd kunstmatig met eene haven voorzien, die ten koste van veel geld voor verzanding wordt gespaard door aanhoudende uitbaggering. Slechts na de vrijmaking der Schelde, na de jaren 60, begonnen de millioenen naar Antwerpen te vloeien, om er eindelijk de wereldhaven tot stand te brengen, die heden de trots en de kracht van het geheele vaderland is. In 1893 werd ook eindelijk de haven van Zeebrugge (Brugge-Zeehaven) na eenen heldhaftigen strijd van lange jaren toegestaan. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 430]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Terwijl al de Waalsche gewesten met een prachtig spoorwegnet op 's lands kosten sedert tientallen van jaren begiftigd werden, moest West-Vlaanderen zich tevreden stellen met de spoorlijn van Brussel op Oostende en met die van Gent op Rijsel. Vreemde Engelsche kapitalen kwamen uit het buitenland op bekrompene wijze de andere spoorlijnen dier provincie aanleggen. Slechts in Juli 1907, bijna 70 jaren na de invoering der spoorwegen in België, hebben de Kamers tot den aankoop der West-Vlaamsche lijnen beslist. Tusschen de twee grootste Vlaamsche steden Antwerpen en Gent is de verbinding ellendig. Onmogelijk eene brug over de Vlaamsche Schelde te bekomen tusschen het Vlaamsche Hoofd en den Antwerpschen oeverGa naar voetnoot(1), terwijl de Waalsche Maas van Luik tot aan de Hollandsche grens op eene reeks groote prachtige bruggen mag roemen. En de spoorweg! Eerst aan eene uiterst zuinige bijzondere maatschappij overgeleverd, die een voorhistorisch materieel gebruikte, werd de spoorweg van 't Land van Waas slechts in 1897 door den Staat overgenomen. Heden ten dage ligt nog niet overal eene dubbele spoorlijn tusschen de twee machtige zustersteden, die maar door 50 kilometers van elkander gescheiden zijn, waarvan de eene de grootste zeehaven en de andere de grootste fabriekstad van België is; zoodat geen enkel echte sneltreinGa naar voetnoot(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 431]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op de 24 uren van den dag tusschen beide steden bestaat! En de bitterste klachten worden te vergeefs sedert tientallen van jaren daarover herhaald. De Vlamingen zijn toch voorbeeldige goedzakken. Luik, ja zelfs Charleroi, Bergen of Doornik zouden zoo'n verongelijking nooit geduld hebben, die Antwerpen met zijn halfmillioen en Gent met zijne 200.000 inwoners schier beweegloos ieder jaar zien bestendigen. Die verregaande benadeeling der Vlamingen op stoffelijk gebied is grootendeels aan hunne eigene gedoogzame lamlendigheid te wijten. Zij telden immers sedert 1830 nog talrijker afgevaardigden in de beide Belgische wetgevende Kamers dan de Walen, daar zij de meerderheid in den lande zijn. Dat zij hunne stiefmoederlijke behandeling niet langer meer zullen verdragen zonder krachtdadiger op te treden, bewijzen de Kamerdebatten in den laatsten tijd. Wij verwijzen onder meer naar de zaakrijke en krasse redevoering van Ad. Buyl, volksvertegenwoordiger van Oostende-Veurne, in December 1906 tijdens de bespreking der begrooting gehouden. Maar het mag niet langer bij woorden blijven, hoe welsprekend en overtuigend die ook wezen. Het Vlaamsche land moet zijn recht op betere behandeling krachtig en practisch laten gelden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wat zal de toekomst brengen?De trapsgewijze verdwijning van al die Vlaamsche grieven zal het werk zijn der naaste toekomst. Maar, buiten de openbare machten om, en zonder rechtstreeksche tusschenkomst der officieele invloeden, moet eerst en vooral het Vlaamsche volk zich zelf nog grondig vervlaamschen. De aristocratie en de gegoede burgerij der steden, vooral de vrouwen, zijn met haar gansche geestesleven nog zoo goed als uitsluitend Fransch. Wat beteekenen al de opeenvolgende taalwetten der Kamers en al de besluiten der openbare machten, zoolang de zeden, het familieleven, de hoogere ontwikkeling nog | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 432]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fransch blijven bij de leidende standen in Vlaanderen? Te recht zei Baron de Maere in zijne bekende toespraakGa naar voetnoot(1) der Koninklijke Vlaamsche Academie reeds in 1894 zoo aangrijpend, met het oog op de aristocratie van Vlaamsch België: Paleizen, parlementen, ministeriën, stadhuizen, gerechtshoven hebben wij veroverd en bezet; het geheele land behoort ons toe. Slechts ééne vesting, één bolwerk, één burg staat daar onaangeroerd vóór ons en blijft ons tarten en daagt ons uit: het is ons eigen huis. Zullen onze leidende standen niet halsstarrig volharden in hunne geestelijke afzondering en, naarmate het onderwijs van den minderen man verbetert en de kennis der Fransche taal zich verbreidt, zullen zij de lagere standen niet door hun voorbeeld in hunne eigene ontaarding en ontvlaamsching meeslepen? Op die angstwekkende vraag antwoordt de wereldgeschiedenis. De Vlaamsche Beweging is geen alleenstaande verschijnsel. Zij is slechts een klein verachterd onderdeel van de machtige Europeesche beweging der nationaliteiten, dat eigenaardig nieuw verschijnsel in de wereldgeschiedenis der 19e eeuw. Andere volkeren hebben reeds vóór ons de crisis doorleefd. Wat met hen gebeurd is, leert ons wat ten onzent nog moet geschieden. Ziet het voorbeeld van Duitschland. In de tweede helft der 18e eeuw waren er de hoven en de hoogere standen schier even verfranscht als ons Hof en onze Vlaamsche aristocraten het nu zijn. Frederik II van Pruisen en Maria-Theresia van Oostenrijk met al de koningen, prinsen en prinsessen hunner omgeving en met al de mannen en vrouwen der hoogere sferen, spraken en schreven Fransch onder elkander. De vreemde taal was de taal van hun hart, van hunnen geest, van hunnen vertrouwelijken omgang. Alleen de Fransche letterkunde en beschaving bestonden in hunne oogen. De Duitsche letterkunde bleef voor al die aristo- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 433]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
craten een gesloten boek. Minder dan honderd jaren later, in 't midden der 19e eeuw, waren de Duitsche taal en nationaliteit aan die crisis schitterend ontsnapt. Duitschland was weer Duitsch geworden van hoog tot laag. En naast de groote leveren ook de kleine nationaliteiten van Hongarije, Bohemen, Finland, Servië, Rumenië, Boelgarije, enz. hetzelfde schouwspel op in hunnen ontwikkelingsgang. Zou Vlaanderen alleen uitzondering maken in de wereldgeschiedenis? Een der beroemdste Belgische geleerden, Prof. Émile de Laveleye van Luik, na afloop eener politieke en economische studiereis in 't Oosten, schreef er zijne indrukken en beschouwingen over neer in zijn geruchtmakend werk La Péninsule des Balkans (1886), eerst te Parijs in de Revue des deux Mondes verschenen en in alle talen van Europa daarna overgezet. Daarin verklaart de Laveleye het volgende naar aanleiding van een gesprek, dat hij eens te Parijs voerde met den eersten President der derde Fransche Republiek: Thiers, die alles begreep, heeft nochtans nooit kunnen verstaan hoe machtig de beweging der nationaliteiten is, die onder onze oogen de kaart van Europa aan 't hermaken is. Cavour en Bismarck, die twee groote staatslieden, hebben het integendeel gevoeld; en men weet, hoe zij er partij uit wisten te trekken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 434]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toestanden en met de hedendaagsche noodwendigheden. De ontwaking der nationaliteiten is het natuurlijk gevolg van de uitbreiding der democratie, der drukpers en der letterkundige ontwikkeling. Een dwingeland zal over twintig verschillige rassen heerschen, zonder zich om hunne taal of hunne afstamming te bekreunen. Maar met de regeering der Kamers gaat het anders. Het Woord is Koning. Welke taal zal men spreken? De volkstaal. Wil men een volk onder- En de Laveleye voegde er treffend bij: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 435]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de menschelijke zaken ontstaan van tijd tot tijd onweerstaanbare stroomingen. Men herkent ze hieraan, dat niets hen tegenhoudt en alles hun baat. Alzoo de beweging der nationaliteiten. Ziet die wonderbare ontwaking. Men zou zeggen de verrijzenis der dooden! In de duisternissen gehuld, staan de nationaliteiten eensklaps op in 't volle licht en in hunne volle glorie. Wat was, in de achttiende eeuw, de Duitsche taal, toen Frederik de Groote er zich op beroemde haar slecht te kennen en zich inbeeldde zoo goed Fransch te schrijven als Voltaire? Het was nog steeds de oude taal van Luther, maar het was niet meer de taal der beschaafde en toongevende standen van Duitschland. Zelfs Fransche geleerden van den eersten rang erkennen de onweerstaanbare kracht van de beweging der nationaliteiten. Alzoo schreef de bekende Parijsche hoogleeraar Charles Richet in de Revue Scientifique van 1892: De beschaving en de nationaliteit hangen grootendeels van de taal afGa naar voetnoot(1). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 436]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het is onmogelijk of bijna onmogelijk de taal van een beschaafd of zelfs half beschaafd volk te vernietigen. In zijne Géographie universelle, een werk dat te recht wereldberoemd is geworden, gaf Élysée Reclus in 1879 een bondig overzicht der Vlaamsche Beweging en hij beslootGa naar voetnoot(2), vóór dertig jaren reeds, met deze beteekenisvolle verklaring: Si les Flamands veulent résolument et avec persistance que leur langue soit admise de nouveau dans le parlement, dans les cours de justice, dans les bureaux de l'administration, dans les écoles, dans l'armée, à une égalité parfaite avec le français, la réussite de leurs efforts ne dépend que d'eux: rien ne les empêche de conquérir leur droit. En in de Revue des deux mondes van 15 Februari 1896 las men, onder de handteekening van Pierre Leroy-Beau- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 437]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lieu (de l'Institut), de volgende verrassende bekentenis over de vermoedelijke of liever onvermijdelijke zegepraal der Vlaamsche Beweging: Une langue que l'on croit en voie de disparition, parce qu'elle n'est parlée que par les couches inférieures de la population, peut reparaître et l'emporter tout à coup. In elk geval heeft de Vlaamsche Beweging nu reeds de heerlijkste vruchten afgeworpen sedert 1830. Zonder haar zou het peil der beschaving in de Vlaamsche gewesten, d.i. in Belgiës grootste helft, oneindig lager staan dan het heden 't geval is. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vier groepen der Nederlanders in EuropaAl wie scherp toeziet op de politieke kaart van Europa in de 20ste eeuw, ontwaart, dat de Nederlandsche stam er uit vier tamelijk verschillende groepen van bevolking bestaat:
De eersten (± 200.000 in getal) bewonen een gedeelte van het Noorderdepartement in Fransch Vlaanderen. Tijdens de oorlogen van Lodewijk XIV werden zij van het voormalig graafschap Vlaanderen, alsdan in 't bezit van Spanje, door het recht van den sterkste losgerukt. Lijdzaam en zonder eigen leven hebben zij sedertdien de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 438]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geschiedenis van Frankrijk als een soort van intellectueele knechten meegemaakt. Alzoo zijn de oude monarchie der Bourbons, de groote Fransche Omwenteling van 1789, Napoleon I, Waterloo, de Restauratie, Louis-Philippe, 1848, de tweede Republiek, Napoleon III, Sedan en de derde Republiek over hun hoofd gevaren, zonder hen uit hunne slaperigheid op te schudden. Zij verkeeren in den ellendigen toestand, die het lot der Vlamingen van België zou geweest zijn, indien de zegevierende verfransching na 1830 in de Vlaamsche Beweging geen tegenwicht en geneesmiddel gevonden had. De Fransche beschaving, beperkt tot de opperste lagen van de bevolking, dringt er niet door naar beneden, en de massa des volks leeft er in eenen staat van verbazende achterlijkheid ondanks het verplichtend onderwijs en de ‘vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid’ der Fransche Republiek. Onze blinde Franskiljons zouden daar eens ter plaatse een kijkje moeten gaan doen, om zich te overtuigen, dat een stelsel zoo gansch naar hun hart, een stelsel van methodische en uitsluitende verfransching sedert het einde der 17s eeuw gedurende meer dan twee honderd jaren onwrikbaar doorgevoerd, geen ander uitwerksel heeft gehad dan eenen diepen intellectueelen afgrond te graven tusschen een handvol Franschsprekende ontwikkelde aristocraten en de duizenden verwaarloosde diep onwetende en geestelijk ingedommelde Vlaamschsprekende kleine burgers, werklieden, visschers der zeekust en boeren van het binnenland. De tweede groep bestaat uit de gedeeltelijk verfranschte Vlamingen van Vlaamsch België (vier millioen in getal). Zij hebben, evenals die van Fransch Vlaanderen, eene hachelijke geschiedenis gehad. Ontvolkt en uitgezogen ten gevolge der godsdienstige scheuring op het einde der 16e eeuw, vielen zij onder het clericaal juk van Spanje terug. Ook zij, eens zoo veerkrachtig in den tijd van den Sporenslag, van de Artevelden, van de hertogen van Bourgondië, van Keizer Karel V en van Philips II, - ook zij dommelden diep in en kwijnden onder de vreemde heerschappij, gere- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 439]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geerd als knechten van uit Madrid, Weenen of Parijs. Doch Waterloo gaf hun de zelfstandigheid terug en 1830 kon ze niet ten onder brengen. Heden ten dage zijn zij onloochenbaar op den beteren weg. Zij ontwikkelen zich nu meer en meer met het eenig bruikbaar democratisch voertuig der moderne beschaving: de moedertaal. Zij zijn, in den besten zin, onkennelijk geworden sedert 1830. Zij zijn stellig op menigerlei gebied beduidend en soms schitterend vooruitgegaan. Tot de derde groep behooren de Nederlanders van Noord-Brabant en Hollandsch Limburg (ten getalle van nagenoeg 800.000). Tijdens de 17e en de 18e eeuw vormden die twee provincies eene soort van Roomsch-katholiek wingewest der Nederlandsche Republiek, dat zonder staatkundige zelfstandigheid, onder den naam van ‘Generaliteitslanden’, geregeerd werd door Hollandsche ambtenaars en onder de voogdij den Staten-Generaal in Den Haag stond. Die provincies speelden in den schoot der Republiek nagenoeg de lijdzame rol van Elzas-Lotharingen in het Duitsche Rijk sedert 1871. Doch die katholieke Nederlanders van tweede klasse werden tamelijk goed behandeld; zij werden ten slotte eerst na Waterloo gelijkgesteld met de andere burgers van het koninkrijk der Nederlanden en later door Thorbecke geheel en al ontvoogd. Zij zijn overigens nooit gestoord geworden in hunnen godsdienst noch in hunne natuurlijke geleidelijke ontwikkeling door misstanden van taalkundigen aard. Van hoog tot laag is er van oudsher de guldene Nederlandsche moedertaal de gemeenschappelijke tolk der gedachten. Hoe komt het dan, dat die gewesten, vergeleken bij 't overige van Nederland, niettemin een zeer middelmatig peil van beschaving hebben bereikt? Hoe komt het, dat men er schier dezelfde godsdienstige bekrompenheid, dezelfde hatelijke dagbladpers, dezelfde onverdraagzame geestelijkheid als in Vlaamsch België aantreft en dat men er hartverscheurende zedenromans schrijven kan als Emiel Seipgens' meesterlijke Kapelaan van Bardelo, Jean en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 440]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DanielGa naar voetnoot(1), die op Virgnie Loveling's Vlaamsche gewesten en Sophie, op Teirlinck-Stijns' Arm Vlaanderen en op Sevens' Schoolmeester sprekend gelijken? De sleutel van dat geheim is, dat de taal wel gansch het volk is, maar niet gansch de beschaving. Evenals de Vlamingen van Vlaamsch België, die niet alleen van de doodende verfransching hebben geleden, maar ook onder het clericalisme sedert de 16e eeuw gebukt gaan, zoo zijn die Roomsche Nederlanders van Noord-Brabant en Limburg ook sedert denzelfden tijd aan den terneerdrukkenden invloed van het ultramontanisme onderworpen gebleven. Hun voorbeeld moet voor ons Vlamingen even afschrikkend werken als dat van Fransch Vlaanderen. In het protestantsche Noorden integendeel vinden wij eindelijk de gezondste en best ontwikkelde groep van onzen Nederlandschen stam (nagenoeg vijf millioen)Ga naar voetnoot(2). Terwijl de overige drie groepen reeds tijdens de 17e eeuw in diep verval geraakt waren, werkte Noord-Nederland zich op tot eene groote mogendheid, ja, tot de grootste handels-, zee- en koloniale macht van den tijd, en tevens bezat het de beste hoogeschool van Noord-Europa te Leiden en de schitterendste schilderschool met Rembrandt. De stadhouder Willem III redde als koning van Engeland de staatkundige vrijheid in dat land en hij bevrijdde ook Europa voor het Fransch absolutisme door Lodewijk XIV te breken. Maar die groote Europeesche rol was te zwaar voor eene bevolking van slechts anderhalf millioen: tijdens de 18e eeuw zakte zij ineen; doch zij behield hare vrijheid en hare hooge beschaving. Het kleine koninkrijk der Nederlan- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 441]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den speelt nu in de wereld eene bescheidene rol; maar het is verlicht en verkeert in eenen toestand van echt nationale gezondheid, met een Nederlandsch Hof, met een Nederlandsch Parlement, met Nederlandsche hoogescholen en verdere onderwijsgestichten van hoog tot laag, met geleerden, die Nobelprijzen verdienen (iets onbekends in België), met eene uitstekende dagbladpers (veel beter dan de Fransche en zoo flink als de Engelsche), met boekhandelaars tot in de dorpen (terwijl men geene echte boekhandels vindt in vele onzer groote Vlaamsche of Waalsche steden), met eene degelijke vrijzinnige alzijdige Nederlandsche beschaving, die de vergelijking onderstaat met die der grootere volken. Waarom? Dewijl aldaar, sedert eeuwen, niet alleen eigene taal en eigene zeden de draagsters zijn geweest der volksontwikkeling, maar dewijl daarenboven nog de vrijheid op staatkundig en godsdienstig gebied gebloeid heeft als in eene oase, de vrijheid van den menschelijken geest, die geleid heeft tot het ontluiken van de bloem der hoogste maatschappelijke deugd: de verdraagzaamheid. Om ons volk te redden en in den stroom der moderne beschaving terug te brengen, moet daarom de Vlaamsche Beweging niet alleen Vlaamsch van taal, maar ook vrijzinnig van richting zijn. Anders kan zij ons wel bewaren voor het rampzalig verval onzer taalbroeders in Fransch Vlaanderen en ons zelfs brengen tot het gezonder natuurleventje der clericale Noord-Brabanders en Limburgers; maar zij zou ons niet kunnen verheffen tot het peil der besten van onzen stam, der ware Nederlanders van Amsterdam, van den Haag, van Rotterdam, van Utrecht, ja der ingezetenen van vele der minste steden en dorpen in het Noorden, die in massa ontegensprekelijk zooveel hooger staan dan wij Vlamingen van Vlaamsch België. Doch, als wij terugzien op de lamlendige Vlaamsche bevolking, die de Belgische Omwenteling van 1830 tegen haarzelve lijdzaam heeft laten gebeuren, en er zelfs aan meegeholpen heeft; en als wij er de hedendaagsche Vla- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 442]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mingen der springlevende groote liberale steden van Vlaamsch België mee vergelijken, - dan kan de weg, sedert een tachtigtal jaren afgelegd, ons gerust stellen voor de toekomst. ‘Spero lucem! Ik koester de hoop, dat het licht zal worden!’ was reeds de leus van Jan Frans Willems, den vader der Vlaamsche Beweging, in de allereerste bange jaren van onzen vaderlandschen strijd. |
|