Tot den lezer
Met dit stuk is onze Schets eener Geschiedenis der Vlaamsche Beweging gesloten. Zij gaat tot einde 1908.
Zooals de titel zegt en het boek nog beter bewijst, is het slechts eene schets.
Begonnen in October 1906, toen van het standaardwerk van Th. Coopman en Jan Broeckaert (Bibliographie van den Vlaamschen taalstrijd) nog maar twee deelen (gaande tot 1852) pas verschenen waren, werd mijn boek gelijktijdig met de volgende gedeelten van dat onschatbaar bronnenarsenaal voortgezet, zonder dat ik ze nog kon benuttigen, want ik was ze steeds vooruit.
Thans mocht dat werk zijn zesde deel beleven en is tot 1874 gevorderd.
Veel aanvullingen en terechtwijzingen op mijne Schets kunnen reeds uit de zes deelen dier Bibliographie gehaald worden. De volgende deelen zullen er zeker nog meer aanbrengen.
Dit was onvermijdelijk; maar men zal toch bekennen, dat er moed en liefde toe noodig waren om de tamelijk zware taak aan te durven, voordat al het noodige materiaal in eenieders bereik lag.
Was mijne poging al te voorbarig?
Met onzen ouden Reinaert zeg ik tot mijne verontschuldiging:
Diet beteren can, die maket bet:
ic weets hem danc! - Wie in sijn maken
sijn best doet, en is niet te laken.
Gent, Juli 1909.
P.F.