Tweestemmige zangstukjes voor de jeugd
(1842)–A. Francken– Auteursrechtvrij
[pagina 38]
| |
[pagina 39]
| |
2.
Ja, Nederland! gij zijt ons lief;
Welk land zich ook naast u verhief,
Gij blijft 't bemindste land op aarde;
En 't Neêrlands volk, hoe soms gedoemd,
Wordt, om zijn deugden; hoog geroemd,
Daar 't door zijn trouw elks achting gaarde.
3.
Ja, dierbre Vorst! gij zijt ons waard.
Welk volk of land, op heel deez' aard,
Heeft zulk een' wijzen, goeden Koning?
Leef lang tot heil van volk en land!
Uw roem klink' langs het verste strand,
En word' vermeld in ieders woning.
|
|