Tweestemmige zangstukjes voor de jeugd
(1842)–A. Francken– Auteursrechtvrij
[pagina 6]
| |
[pagina 7]
| |
2.
Ach! vergeef mij al het kwade,
Dat ik dikwijls dacht of deed,
Ook van daag weêr heb bedreven,
Schoon ook Gij alleen het weet!
Want Uw oog, dat alles ziet,
Lieve God! ontwijkt men niet.
3.
Ja, hoe donker 't oog moog wezen,
In het akligst van den nacht,
Zijn Uwe oogen immers op ons,
Houdt Ge ook nu bij mij de wacht.
Daar Uw oog mij dan zelfs ziet,
Lieve Schepper! vrees ik niet.
4.
'k Leg mij daarom zorgloos neder,
Sluit mijn oogjes spoedig digt,
En wanneer Gij mij zult wekken,
Zie ik 't vrolijk morgenlicht;
'k Juich dan dankbaar, blij te moe,
U mijne eerste klanken toe!
|
|