De vogelaar
(1956)–Robert Franquinet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
II
open de boom
en schaduwen snellen als vederdieren
door de vingers van uw droom.
Ik ben dit orgel het blauwe paard
ik rijd met het loflied van baar benen in mijn flanken,
| |
III
Vergaan in die zielsverheviging,
verdeeld tussen háár en de stenen voluten
van de antieke vogelaar,
is nog het enige waarvan ik zing.
|
|