Figuratief overschot(1953)–Robert Franquinet– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Gesprek in de nacht met een vrouw I Hier staat uw stam van zwart kristal als een stroom van vertikalen met de naakte vogels op het bovenlijf die nacht na nacht de zangstem voeren door mijn ademhalen. Witte gazons rond het steenroest der ogen vangen het vioolblauw der hemelbogen in het vocht van hun dauw. En achter de noden der werkelijkheid onze vertrouwde monden met de driftige angsten van eenzame honden. Wild gefluit van onzichtbare vederdieren metalliek en met geweld als splinters van verloren doods-scherven in het tedere schootsveld. Onvleselijker droom door de gesplitste kernen van het schrikbeeld boven uw wortels die in de woeste arealen het erts vermalen tot brood. [pagina 14] [p. 14] II Is dit de laatste angst van een onbegrepen schepping: in de plantaardige slaap der goden het gelaat van glas te kleuren met papieren bloemen? en te eindigen als radiachoreten in de woestijnen der wetenschap? Eenzamen tussen de aanplakborden in de verchroomde carrosserieën onder de plastic regenjassen machinerend op het rhythme der zwijgende horden. Nekkenbukkers, allen voor allen, rasloos, grensloos, hersenloos, genummerde stalen van een nieuwe teelt schadeloos in het schema van schimmels en mineralen. Zendt God nog piraten die door deze betonkorst breken, vogelvrijen, die de zaadcel van het lied op de oogschelpen dragen en altijd weigeren een andere hierarchie te behagen dan die der liefde? III Vrouw, in u vormt de asch des tijds het nest van de vuurvogel. de doorn van uw vruchtbaarheid overwoekert systemen zoals de muziek van uw vleselijke deemoed de nacht verplettert in de eenzame. Vorige Volgende