Natuurlyke historie van Holland. Deel 8
(1810)–J. le Francq van Berkhey– AuteursrechtvrijJ. le Francq van Berkhey, Natuurlyke historie van Holland. Deel 8. P.H. Trap, Leiden 1810
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar collectie INL, Leiden
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Natuurlyke historie van Holland. Deel 8 van J. le Francq van Berkhey in de eerste druk uit 1810.
redactionele ingrepen
p. 37: Koejen → Koeijen: ‘deze gebreken zijn niet veel onder Koeijen hier te Lande’.
p. 41: doorganns → doorgaans: ‘Zij zijn doorgaans tekenen van aanstaande ziekten’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, IV, t.o. 261) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
NATUURLIJKE HISTORIE van HOLLAND.
ACHTSTE DEEL.
[pagina III]
NATUURLIJKE HISTORIE van HOLLAND,
door J. LE FRANCQ VAN BERKHEY.
Med. Doctor en Praelector in de Natuurlijke Historie aan 's Lands Universiteit te Leyden, Lid van verscheidene zoo Uitheemsche als Vaderlandsche Maatschappijen der Natuur- en Dichtkunde.
ACHTSTE DEEL.
met noodige afbeeldingen.
te LEYDEN,
Bij P.H. TRAP.
MDCCCX.
[pagina V]
Korte inhoud der hoofdstukken van het achtste deel.
HET RUNDVEE. | |
VIJFDE AFDEELING. | |
eerste hoofdstuk. | |
Bevattende eene inleiding tot de kennis der ziekten van het Rundvee in het algemeen, en beschrijving van de ziekten der beenderen in het bijzonder. | Bladz. 1 |
tweede hoofdstuk. | |
Handelende over de Ziektens van de Spieren der Koeijen. | Bladz. 39 |
derde hoofdstuk. | |
Handelende over de Ziektens van de Klieren der Koeijen. | Bladz. 63 |
vierde hoofdstuk. | |
Handelende over de Huidziekten der Koeijen. | Bladz. 97 |
[pagina VI]
vijfde hoofdstuk. | |
Beschrijvende de ziekten der Koeijen, welke door Insekten veroorzaakt worden. | Bladz. 113 |
zesde hoofdstuk. | |
Handelende over de ziekten der Koeijen, welke door Wormen veroorzaakt worden. | Bladz. 153 |
zevende hoofdstuk. | |
Handelende over de Zintuigelijke Gebreken der Koeijen. | Bladz. 165 |
achtste hoofdstuk. | |
Handelende over de inwendige ziekten der Koeijen. | Bladz. 179 |
negende hoofdstuk. | |
Bevattende de beschrijving van eenige ziektens en toevallen, welke de Kalveren kunnen overkomen. | Bladz. 261 |
tiende hoofdstuk. | |
Bevattende eene inleiding tot de beschrijving van de Veepest, benevens de geschiedenis der Veepest zelve, van de oudste tijden af. | Bladz. 267 |
[pagina VII]
elfde hoofdstuk. | |
Behelzende eene opgave van de teekenen der Veepest, welke, uitwendig, bij de Koeijen plaats hebben. | Bladz. 282 |
twaalfde hoofdstuk. | |
Bevattende eene beschrijving van de kenteekenen der Veepest, welke aan zoodanige beesten, die aan deze ziekte gestorven zijn, na derzelver opening, inwendig bevonden zijn plaats te hebben. | Bladz. 343 |
dertiende hoofdstuk. | |
Bevattende eene opgave van, en verhandeling over de voornaamste geneesmiddelen, welke ter genezing van, aan de Veepest, ziek zijnde Koeijen zijn opgegeven; als mede over de middelen ter voorbehoeding in dezelve ziekte. | Bladz. 377 |
veertiende hoofdstuk. | |
Bevattende het vervolg der opgave van, en verhandeling over de voornaamste geneesmiddelen, welke ter genezing van, aan de Veepest ziek zijnde, Koeijen zijn opgegeven, als mede opgaaf van onderscheiden middelen ter voorbehoeding in deze ziekte, inzonderheid door de inenting van dezelve, en uitslag van daarmede gedane proeven. | Bladz. 469 |