Tpalays der gheleerder ingienen, oft der constiger geesten(1556)–Frans Fraet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio Dvijv] [fol. Dvijv] lvi. De raue inslickende een serpent mispresen Tdunct haer wesen // suycker, oft venisoen prijselijc[k] Maer na de mael dat in is gheresen Ist haer berouwen, dat si onwijselijck Heeft ghedaen, smakende den guer afgrijselijck Men moet eten en drincken by redene, en mate Al dunct v spijse, oft dranck, sien iolijselijck Neemdijs te vele, het is tot uwer onbate Ghi crencter mede v natuere, dan ist te late De wijse en neemt niet meer dan hi en begheert Duer gulsicheyt, denct hier op tsy van wat state isser meer gestoruen, dan duer mars bloedich sweert Vorige Volgende