Tpalays der gheleerder ingienen, oft der constiger geesten(1556)–Frans Fraet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio Bviijr] [fol. Bviijr] xxv. Alsmen den bogh // meer spant putertierich Dant is manierich, het is misprijsselijck Inder noot, is hi slap, en niet bestierich Dus die sulcx doet, hi doet onwijsselijck Die hem traueleert, sonder noot onwijsselijck Als hijt van doene heeft, is moe en mat Voor inconuenienten wacht v afgrijsselijck Op dat ghi in noot, muecht houwen sat Hebt altijt voor ooghen der fortuynen rat Laet den boghe wat rusten tot inder noot Soo muechdy sijn stercte besighen te bat Het is een exempel om wercken bloot. Vorige Volgende