Refereynboek ofte nieuwe wandeldreve, voor de jongheyd
(1667)–François Foret– Auteursrechtvrij
[pagina A6v]
| |
Ik staen in vol torment om uwen 't will' bebloed;
In duyst benouwdheyd groot, van hoofd tot den voet:
Kan uw versteend gemoed myn' onverdiende slagen,
Myn geessels, doorne Kroon', myn' Kruyssen zwaer gedraegen,
Myn uytgemergeld vleesch, myn kostelyken douw,
Niet wezen voor uw' ziel' een spoore van berouw?
Van uw versteenigd hert myn aenzicht overloopen;
In traenen en met bloed u noch niet wederkoopen?
Myn uytgetrokken hayr, myn' wangen bloedig rood,
Is dit noch niet genoeg? Neemt daer myn lichaem bloot,
Neemt myn onnoozel hert kan dit noch niet uyttrekken
Een zuchtjen uyt de borst? Een traentjen kleyn verwekken?
Den laesten druppel neemt, en nu ziet my eens aen?
Wat meer doch kond' ik doen, dat ik niet hebb' gedaen?
|
|