Pag. |
|
103 |
‘Houdt mij vast.’ |
114 |
Carpe diem = pluk (geniet) den dag. |
|
Ik vraag u pardon. |
123 |
‘Wat geeft het?’ |
141 |
‘Ah, bent u weer terug, meneer. We hebben u in lang niet gezien.’ |
145 |
‘Steek je vinger niet in je neus.’ |
169 |
‘Oost is oost en west is west en nooit zullen die twee elkaar ontmoeten.’ |
184 |
‘De zekerheid van liefde maar de zekerheid in liefde.’ |
|
‘Onverschilligheid de eenige veilige weg om te bewandelen.’ |
185 |
‘Niet naar het verleden kijken als naar een afgedankt kleedingstuk.’ |
187 |
‘Ah, de blonde.’ |
188 |
‘Oh, mijn zon.’ |
|
‘Goeden avond.’ |
|
‘Goede nacht, vreemdelinge.’ |
|
‘Neen’ - ‘Niets’. |
189 |
‘Ommelet met truffels’. Frauen van Christus (een Italiaansche wijn). |
190 |
‘Op de lichtende zee.’ |
204 |
‘En dan is de comedie uit.’ |
220 |
Geef mij mijn hart terug, geef mij mijn liefde terug. Mijn gedachten waren voor jou, mijn willen was voor jou. En toch, gij wreede, waarom, gij wreede, heb je mij losgelaten, waarom mij verlaten? |
225 |
‘Kom mee, mijn vriend, het is al laat; we moeten slapen, kom.’ |
232 |
Het is een verschil in graad, niet in wezen. |
247 |
Vrouwen die begrip hebben van liefde gaan altijd donker gekleed. |
248 |
Het is geoorloofd. |
|
‘Een leuken tijd hebben.’ |
251 |
‘Je wilt niet graag beetgenomen worden.’ |
|
‘Er is maar één land, jongens. |
252 |
Maar wat wil je. |
258 |
Lam Gods, dat draagt der wereld zonden. |