Arions vingertuig
(1645)–Thomas Fonteyn– AuteursrechtvrijOpdeunende verscheide minne-klagjes, koozingen, boertigheên, en andre rijmpjes en gezangen
[pagina 134]
| |
Aan. M. K.
| |
[pagina 135]
| |
Dat menschen, tgun den Gooden
Slegs toekomd, lijfs, en lichaams konnen dooden?
3 Niet dooden als het uiterlijk vernielen,
Off als ‘et vuir een stronkke doet,
Door haar knapaf verteerbren gloed:
Off alsme niet een lemmer kan ontzielen:
Maar met een dood die levend licht de hielen.
O, wonderbaarlijk sterven!
Daar, in de dood, geen leeven kan bederven.
4 O Viandinn’ van mijn, noch quijnend, blijven!
Het is u tienmaal leet,
Dat gyme niet en weet
Door tgun, gy daar bequaam toe acht, ‘t ontlijven
Ai, Schone, laat dat quellend parzzend drijven
Tog varen: want mijn sterven
Zouw uw, wanneerge sterfd, geen lijf doen erven.
Om best Wil. |
|