Arions vingertuig
(1645)–Thomas Fonteyn– AuteursrechtvrijOpdeunende verscheide minne-klagjes, koozingen, boertigheên, en andre rijmpjes en gezangen
Toon: Ag! Amarilli zoet.
ACh! soete Harderinn’,
Ontzegtge nog mijn Minn’,
Die ik an u staag toone?
Aanneemd mijn Minnebee,
En mijn Vee// ‘tzamen mee
| |
[pagina 25]
| |
Wijl ik nu ben geree
Ai Godin.
U zal geen Kooningks kroon
Bepruikken, mooi en schoon,
Gy zijt voor Harderknaapjes
Als andre opgevoed,
Waarom broed// uw gemoed
Een zo bitteren roet
Voor mijn loon?
Moet ik in ‘t nare veld,
Wijl ik van liefde zmellt’,
Mijn bange borst uitnokken?
‘K wil liever van de dood
Vit de nood// zijn ontblood,
Dan met zo zwaer een stoot
Zijn gequeld.
Vaar wel, ha! Affgoddes,
En preutze Harderes,
Laet nooit de Harders streelen
V blankke Boezem, naakt,
| |
[pagina 26]
| |
Wantge maakt// datmen haakt
Naar ‘et gun mennig smaakt,
Dit’s uw’ Les.
Want, wen gy niemand meend,
En nogtans zpraak verleend
Zo schendg’ uw’ eer, en luister:
Ik gae, en vlei, niet meer
‘tIs ‘tbegeer// van mijn Eer
Dien ik gonst toedraag, zeer,
‘kHeb geweend.
Dat is uit. |
|