Arions vingertuig
(1645)–Thomas Fonteyn– AuteursrechtvrijOpdeunende verscheide minne-klagjes, koozingen, boertigheên, en andre rijmpjes en gezangen
Toon: Ai schooner Nimf anzie een Magtig Koning.
Roodemond.
HA! zuivre Maagd, uit Hemelheid gesproten,
Goddess van mijn gemoed,
Hy, die uw’ Min voor dezen heeft genooten,
Is maar een slegten bloed,
Hy zouw, als ik, uw’ ere niet beschanssen.
Met Mannelijk, en Held-geweer,
Zouw ik, ô schone Zon, uw’ eer
Met preutzheid kranszen.
| |
[pagina 23]
| |
Korneelia.
Znoft vry op ‘tklem van uw’ Manhafte daden,
In’t Ooreloogs-gebruik:
Ik kies, de kozing, en, de gonstweldaden
Van hem, wiens dartle pruik,
Vercierd met Diamante Paarledoppen.
Mijn zieltje, om zijn hart, en deugd
Beneffens, zoetigheid, en jeugd,
Van vreugd doet kloppen.
Roodemond.
Gy zult, ik zweerd by d’allerhoogste Gooden,
My looven, alsge weet
Hoe veel ik, drae, door dezen arm ken dooden
Met pijn en harte-leet,
En gons’er brein en bloed op aarde neder:
O schone Paarel-pronk, uw’ Held
Leid voor uw’ voetem ne’ergeveld,
Ai! heff hem weder.
Korneelia.
Is minn’ zo kragtig, datze kan bedwingen,
| |
[pagina 24]
| |
Zodanig een gemoed,
Dat voor geen zwier van schitterende klingen,
Wil struikkelen te voed?
Ha kraft! ha Venus! wat een Rei van knegten,
Gewapend, bei met toorts en brand
Komt my, en Roodemond, van kantt
Tot kannt bevegten!
Om punt te bieden. |
|