Varianten bij Achterberg. Deel 1. De varianten
(1973)–R.L.K. Fokkema– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 376]
| |
5.1.7. Spreekuur [987]
voor doktoren
en professoren
in ziel
en taal
God in den hemel, beesten van menschen
hebben mij in hun macht.
Zij komen samen ter conferentie
en spreken zacht
in gebroken talen, niet thuis te brengen;
maar ik schreeuw tegen ze, op zielsgezag,
een woord uit een oude grammatica:
dat ik godverdomme verga
en tot een vod lig te verslenzen.
Gramschap springt als een panter over
en mijn keel is een vat met bloed.
Een ziedende eb en vloed,
onmacht en haat tegen deze dooven,
14[regelnummer]
die alleen in hun hooge hoed gelooven,
brandt in schuim over de tafel.
Binnen hun ijdele monologen
worden de woorden niet afgewogen
op kerngewicht en draagvermogen.
geboorte of richtingskracht,
maar gehuurde zinnen, te pas gebracht,
verhinderen de begripmatigheid,
waarop het redelijk inzicht wacht;
en de hoop is een krijtwit kind, dat lacht
tegen den roover, die het slacht.
|