Varianten bij Achterberg. Deel 1. De varianten
(1973)–R.L.K. Fokkema– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 313]
| |
3.8.6. Robot [699]
| |
[pagina 314]
| |
Ik ga naar het museum toe.
Wie zich aan het bestaande meet
en overal weerhouden weet,
hij wordt het wisselspelen moe
van schijn en schaduw met zichzelf
en anderen, hij confronteert
zijn kunstgebit met wat verteert
binnen het donkere buikgewelf;
hij geeft de scheikunde gelijk:
het zet geen zoden aan de dijk.
En de concierge zegt: welaan,
wat deed je ook in dat gedoe.
41[regelnummer]
Ga hier maar bij het harnas staan.
Het harnas knikt me rustig toe.
Maar in de holte van 't vertrek
ontstaat opnieuw een nevelvlek -
Het is de zaklamp van de wachter.
46[regelnummer]
Zijn stappen worden zacht en zachter.
| |
[pagina 315]
| |
Een vrijend paartje achterna.
Afluisteren tussen de struiken
de woordenschat die zij gebruiken.
Ik sla het wel in Koenen na.
De bomen van het park omhelzen.
Mij schuren tegen deze pelzen.
Danse vulcanfibre op een plein,
waar de lantarenpalen zijn.
Ik ben de etalagepop
bij Brenninkmeyer, kijk niet op;
de etaleur is met mij bezig
en denkt beschaamd: wat ben ik vlezig.
Ik ga naar het museum toe.
Wie zich aan het bestaande meet
en overal weerhouden weet,
hij wordt het wisselspelen moe
van schijn en schaduw met zichzelf
en anderen, hij confronteert
zijn kunstgebit met wat verteert
binnen het donkere buikgewelf;
hij geeft de scheikunde gelijk:
het zet geen zoden aan de dijk.
En de concierge zegt: welaan,
wat deed je ook in dat gedoe.
55[regelnummer]
Kom hier maar bij het harnas staan.
Het harnas knikt mij rustig toe.
Maar in de holte van 't vertrek
ontstaat opnieuw een nevelvlek -.
Het is de zaklamp van de wachter.
60[regelnummer]
Zijn voetstap wordt zachter en zachter.
|
|