Varianten bij Achterberg. Deel 1. De varianten(1973)–R.L.K. Fokkema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 302] [p. 302] 3.8.1. Thebe [258] A Met leven toegerust voor beiden, liep ik vannacht de gangen in, die naar u leiden. Het ondergrondsch geburchte droeg een stilte, die met tegenzin mijn tred verdroeg. De muren stonden als verzadigd van ruige schimmel; lucht en licht, voorgoed beschadigd, beten mij uit; de wil alleen bij u te zijn in 't jongst gericht, hield mij ter been. Het labyrinth verliep in schroeven van eender, blinder cirkeling. U ten behoeve? Ik weet niet meer hoe lang ik ging. Hoe brachten zij, die u begroeven, zoover een ding? Totdat mijn voeten op u stuitten: uit een volslagen duisternis zag ik uw oogen opensplijten; uw handen, die ik niet kon tillen, voelde ik langs het leven streelen, dat in mij sloeg; uw mond, in dood verholen, vroeg. Een taal waarvoor geen teeken is in dit heelal, verstond ik voor de laatste maal. Vorige Volgende