Varianten bij Achterberg. Deel 1. De varianten(1973)–R.L.K. Fokkema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 294] [p. 294] 3.7.4. Tabor A Weilanden hebben avond. 't Is het uur dat aan de dauw behoort, al uren lang. Heilige geesten liggen in het lang even boven de grond, van zweven puur en afgerond, vol innerlijke duur; met elke volgende in samenhang door een vallei waar ik het vee zien kan, een torenspits, verdronken bos en schuur. De sterren staan tussen ons ingezakt. We vinden bij de hemel onderdak; verzamelen elkaar van alle zijden. Er is een cosmisch, onbegrensd verblijden. Ik kom weer bij m'n eigen oorsprong aan en nam u uit het andere vandaan. Vorige Volgende