Varianten bij Achterberg. Deel 1. De varianten(1973)–R.L.K. Fokkema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 264] [p. 264] 3.1.35. Papyroline A Zij had een heup, waar ik niet omheen kon in mijn droom, met mijn arm en een kerm van weedom brak uit haar mond tegen mijn mond. Is zij gestorven? Is dit een grond om te gelooven de dingen in boeken: dat onze geliefden loopen te zoeken en het papier van hun dood verlaten, om ons te vinden in tusschenstaten, waar nog gekust wordt en ademgehaald, maar aan welke kant? en gelag betaald met een liefdebrand zoó overreëel, dat ik mijn eigen belevenis heel scherp in drukletters voor mij zie staan, geschiedenis al, met naam en toenaam, en bij het ontwaken terstond het woord de plaats inneemt die het toebehoort. Vorige Volgende