Focquenbroch. Bloemlezing uit zijn lyriek(1946)–Willem G. van Focquenbroch, Willem Frederik Hermans– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Aan Klimene Klimeen! uw afzyn doet my sterven; Myn wanhoop in dees hooge nood, Zal u wel haast 't geluk doen derven Van d'eer te hebben van myn dood. Helaas! hoe vreemt is uw vermogen! Daar ligt een ander nu misschien Sterft door te veel te zien uw oogen, Daar sterf ik door u niet te zien. Vorige Volgende